Het Referendum Over De Splitsing

China is al sinds de jaren ‘60 erg in trek als argument tegen de democratie. De éénpartijstaat China biedt zijn burgers toch maar een betere levensstandaard dan de parlementaire democratie India. Nu China zijn aureool van communistische gidsnatie vervangen heeft door dat van grenzeloze groeier, blijft dezelfde retoriek in trek. Miljonair en “Belg, geen Vlaming” Roland Duchâtelet vindt (DS 10-9) dat politieke partijen door “managementteams” moeten vervangen worden, en dat het stakingvrije China de weg toont: geen democratie, geen debat, alleen management “niet gehinderd door al dat gezever in de gazetten en de politieke spelletjes”.

Hij is maar de zoveelste belgicist die zich tegen de democratie uitspreekt. We gaan hier niet nog eens de antidemocratische drijverijen van de B-militanten opsommen, maar wel ingaan op het ene argument  van hun kant dat de omgekeerde indruk wekt: dat het behoud van het structureel ondemocratische België tenminste door een democratische meerderheid gedragen wordt. Volgens hen zou slechts een kleine minderheid desgevraagd vóór een splitsing van België stemmen. 

 

BROV

Merk echter op dat de meeste belgicisten zich niet voor de directe democratie (bindend referendum op volksinitiatief, BROV) in het algemeen uitspreken, en zelfs niet concreet voor het referendum over de splitsing. België is het referendum nooit genegen geweest. Het enige referendum dat dit land ooit meegemaakt heeft was niet op burgerinitiatief en was uiteindelijk ook niet bindend: de uitslag ervan (ruim 57% vóór de terugkeer van Leopold III als koning) werd terzijde geschoven toen de Waalse linkerzijde rellen ontketende en sommigen met een Waalse afsplitsing dreigden. Campagne en uitslag dreven de Vlaams-Waalse tegenstelling op de spits en de vrees bestaat dat elke nieuwe volksraadpleging hetzelfde effect zou hebben. Daarom blokte een nipte maar beslissende meerderheid van de politieke klasse het referendum over de EU-grondwet af, hoewel alles erop wees dat Walen en Vlamingen nu eens hetzelfde zouden gestemd hebben, namelijk allebei tegen, precies zoals de Fransen resp. de Nederlanders. Men achtte het precedent van een referendum te gevaarlijk omdat het bij een volgende gelegenheid onvermijdelijk de scheiding der geesten aan het licht zou brengen. 

Wat zou een referendum over de splitsing opleveren? Meerdere omstandigheden bevoordelen de stem pro België. Als de federale overheid de vraagstelling bepaalt, zal die inspelen op de angst voor het onbekende, dus niet bv.: “Wilt u een onafhankelijk Vlaanderen?”, wel: “Wenst u het einde van België?” Kankeren op Belgische wantoestanden is één ding, maar dat vertrouwde kader (met zijn talloze dagelijkse tekenen: identiteitskaart enz.) afschaffen, dat is voor politiek weinig bewuste mensen toch wat akelig, zolang hun aandacht niet op een overtuigend beter alternatief gericht wordt. De media zullen massaal campagne voeren voor de pro-Belgische keuze. Maar vooral: het gebrek aan een vooraf bestaande democratische cultuur met een vertrouwde praktijk van referenda speelt in het voordeel van België.

 

Antipolitiek

In een echte democratie met BROV doen de burgers zelf aan politiek. In het huidige systeem overheerst bij de massa de antipolitiek, met vrijblijvend gemopper over wat “ze daar in Brussel” weer aan het bekokstoven zijn. Hét actuele voorbeeld hiervan is de veelgehoorde commentaar dat de huidige crisis maar een “politiek spelletje” is, louter aangedreven door grote ego’s. Maar wie zelf aan politiek doet, ondervindt onvermijdelijk de blokkering die inherent is aan de Belgische structuren. Daarom bv. dat Frank Vandenbroucke, door ervaring met de Franstalige onwil wijzer geworden, van het Belgische niveau naar het Vlaamse verkaste, waar hij tenminste iets van zijn projecten zou kunnen verwezenlijken. Als de Vlamingen over de grote politieke kwesties ter stembus waren gegaan, met daaraan voorafgaand een brede maatschappelijke discussie en gevolgd door het soort Franstalige blokkering dat nu onder politici optreedt, dan hadden zij zelf het Belgische probleem ondervonden. Dan waren zij hun sentimentele gehechtheid aan de status quo al lang ontgroeid.

Maar zelfs een uitzonderlijk en door de overheid gecontroleerd referendum zou, weliswaar in mindere mate dan echte ervaring met directe democratie, tot een veel grotere bewustwording van het Belgische probleem leiden. Tijdens de campagne krijgt iedereen de argumenten voor en tegen België onder de neus geduwd, niet als toeschouwersport maar als opstap naar een eigen beslissing. De blauwdruk voor een Vlaamse republiek zou algemene bekendheid krijgen. Het mentale klimaat ten aanzien van het Belgische vraagstuk kan dan snel evolueren. Voeg daarbij dat een eerste referendum binnen het huidige stelsel een gril is en daardoor de neiging om “tegen” te stemmen bevordert. Dat maakt de uitslag veel minder zeker dan de belgicisten ons en zichzelf trachten in te prenten. Daarom nemen zij niet het risico om het referendum te organiseren dat de roep om splitsing voorgoed de kop moet indrukken.

@Jos Verhulst

Als men nu eens aan de Vlaming de keuze zou laten dat ze op hun belastingsbrief willen aanvinken of ze mee voor de financiële transfers naar het zuiden willen betalen of niet, dan denk ik dat een bijzonder kleine minderheid hiervoor zou kiezen. Niettegenstaande al het Blegicistisch geblaat dat we in onze kranten mogen lezen. Laat ze in Brussel bedisselen zoveel als ze willen, maar laat de uiteindelijke keuze aan de burger zelf.  

dwangsolidariteit

Eigenlijk is er in België nog een tweede referendum geweest, namelijk datgene waarmee na WO I de bevolking van de oostkantons kenbaar kon maken of ze de aansluiting bij België wel of niet zag zitten. Over dit vervalste referendum staan bv enkele lijnen hier:http://de.wikipedia.org/wiki/Deutschsprachige_Gemeinschaft_Belgiens

Ik vermoed dat de meeste Vlamingen geen probleem hebben met het voortbestaan van België, doch dat men zich daarbij dan vaagweg modaliteiten voorstelt zoals die bv in Zwitserland gelden: geen absurd hoge transfers en respect voor de taalgrenzen. 

Door de staat opgelegde dwangsolidariteit is overigens altijd problematisch. Zelfs indien in Vlaanderen per referendum een meerderheid zou gevonden worden voor het voortbestaan van de transfers in hun huidige omvang (wat reeds zeer onwaarschijnlijk lijkt) dan is er nog altijd geen verantwoording voor de afdwinging van deze 'democratisch goedgekeurde' dwangsolidariteit ten overstaan van gezinnen die deze dwangsolidariteit niet wensen te betalen. Dwangsolidariteit is identiek met diefstal en diefstal blijft diefstal, ook wanneer een meerderheid de dieverij goedkeurt. Net zoals bv moord kan ook diefstal, of gelijk welke andere misdaad, nooit gebillijkt worden via democratische besluitvorming. Ook het herbenoemen van deze geöfficialiseerde misdaden ('terechtstelling' ipv 'moord', 'solidariteit' ipv 'diefstal') verandert niets aan de grond van de zaak.