Het Immigratie-“Probleem”

Of ik nou eens mijn gedacht wil zeggen over het immigratieprobleem, zo vraagt een lezer. Want iedereen blijft maar emmeren over partijpolitieke frivoliteiten zoals de schutkring en het al of niet verbieden van een partij wegens al of niet racistisch, terwijl het eigenlijke probleem dat al dat partijpolitieke gehannes voortgebracht heeft, uit het zicht verdwijnt en ongestoord kan voortwoekeren. Marc van Peel (CD&V) zegt regelmatig dat de klassieke partijen dat probleem al lang ernstiger zouden aangepakt hebben als elke bemoeienis daarmee niet gediscrediteerd was door associatie met het VB. Laat ons hier dus niet de fout maken van de maatschappelijke hoofdzaak te verwaarlozen omwille van de partijpolitieke bijzaak. Zodus, wat denk ik over immigratie?

Het onderwerp immigratie zegt mij eigenlijk weinig. Het idee dat dit een probleem zou vormen, is nooit spontaan bij mij opgekomen. Van in mijn hippiejaren heb ik exotische culturen interessant gevonden, en exotische mensen hoorden daar nu eenmaal bij. Net als de meeste studenten oriëntalistiek ging ik als vanzelf een ruime Aziatische vriendenkring cultiveren. Nog steeds, en u kan het navragen bij mijn buren, vormen zichtbare exoten de meerderheid van de bezoekers bij mij thuis. Tel daarbij nog de minder herkenbare exoten, Russen en zo, en ik kan aanspraak maken op een multikulmedaille voor de kleurrijkste gastenlijst van heel de straat. Compleet met bronzen plaat: “Huis zonder racisme”.

Kortom, het onderwerp zou nooit mijn aandacht getrokken hebben als het niet vermengd geraakt was met zaken die mij wel interesseren, zoals islam en de afschaffing van de burgerlijke vrijheden. En als er geen politici waren die immigratie met allerlei ongerijmde argumenten zalig verklaren.

In een recent interview in een ochtendkrant legde Groen!-voorzitster Vera Dua uit welke verschillen er nog bestaan tussen de rode en de groene partijen. Veel kon ze er niet bedenken, maar toch dit ene: Groen erkent dat er grenzen zijn. Bedoeld waren de ecologische grenzen aan de draagkracht van Moeder Aarde. Maar inzake immigratie onderscheidt Groen! zich juist door het verwerpen van grenzen. Het opengrenzenbeleid van de partij komt neer op afschaffing van de staatsgrenzen, en ze doet alsof een onbeperkte instroom niet op ecologische, budgettaire en sociologische grenzen stuit.

Ooit bepleitten de groenen geboortebeperking wegens de ecologische ellende die overbevolking veroorzaakt. Nu niet de nataliteit maar de immigratie het bevolkingscijfer de hoogte in jaagt, hoor je ze daarover niet meer, alsof de ecologische grenzen aan de demografische draagkracht van een land verdwenen zijn. De sociologische grenzen zijn moeilijker te negeren, want de getroffen bevolkingslagen protesteren via hun stem tegen het overschrijden van de natuurlijke drempelwaarde in de numerieke verhouding tussen autochtonen en nieuwkomers in hun wijk.

Om dat protest te smoren, haalt men meestal het verkeerde argument boven: voorbeelden van geslaagde immigratie die geen integratieproblemen stelde omdat de geringe aantallen niet anders konden dan zich assimileren. Ja, een chocolatier wiens product nu als typisch Belgisch geldt, kwam van elders, net als de aardappel waarvan men frieten maakt, maar gelooft men nu echt dat dit hetzelfde is als de huidige situatie met een miljoen immigranten? Kwantiteit maakt verschil. En de ervaring leert hoe hoog die kwantiteit kan oplopen. De open EU-grenzen zouden tot een instroom van 26.000 Midden-Europese arbeiders leiden, zo voorzag de Britse regering in 2004, maar het zijn er al 600.000. In de jaren ’70 migreerde liefst de helft van de bevolking van Suriname naar Nederland. Open de grenzen en honderden miljoenen zullen redeneren: dat kleine Vlaanderen mag dan overbevolkt zijn, maar ééntje kan er nog wel bij.

Nog zo’n verhaal is dat de economie floreert door immigratie. Ten eerste is dit niet waar. China en andere koplopers van de groei doen het zonder. De Golfstaten, die wel op gastarbeid steunen, hebben een zeer magere economische dynamiek. Zij laten overigens geen permanente vestiging toe en houden het bij tijdelijke contracten. Zelfs die worden verbroken zodra het minder goed gaat, zoals in Maleisië tijdens de crisis van 1997.

Ten tweede is de economie geen goed op zich, maar een instrument in het streven naar welzijn van de bevolking. Floreert die door immigratie, zelfs louter in economisch opzicht? De VS-economie creëert veel jobs, maar ze zijn relatief steeds slechter betaald. Illegale Latino’s concurreren de blanke en vooral de zwarte onderklasse weg uit hun werk, en superrijken zoals George W. Bush moedigen de komst van deze goedkope arbeid aan. Het verzet tegen immigratie krijgt steeds meer (en niet voor het eerst) het karakter van een klassenstrijd.

Dan zijn er de goede zielen die aan de illegale immigratie een eind willen maken door een toverformule: “Make poverty history!” Als ze in Afrika allemaal welvarend zijn, zullen ze niet meer op een bootje naar Tenerife inschepen, nietwaar? Vreemd tot wat een hoogmoed zelfs goede zielen in staat zijn. Het lukt al niet om iedereen in dit land aan een goed inkomen te helpen, wat zouden we het even op wereldschaal doen? Bovendien zijn het niet de echt armen die naar hier komen, want die hebben daartoe noch de middelen noch de ambitie. Maak die onderlaag een beetje rijker, en ze kunnen aan de grote trek beginnen.

Tenslotte zijn er zielepoten die denken dat een vergrijzende bevolking niet zonder immigranten kan. Asjeblief, we zijn de pestepidemie te boven gekomen toen de bevolking met één derde daalde. In een tijd van automatisering en werkloosheid, en met een steeds groter aantal gezonde 60-plussers die best nog achter een loket kunnen zitten of al die andere weinig inspannende baantjes doen, zullen we de demografische winter heus wel heelhuids doorkomen.

Daarmee is niets gezegd over de vraag of immigratie op andere gronden wenselijk kan zijn. Een nettobalans van de volledige impact van de immigratie zal nog wat nadere bezinning vergen, plus harde cijfers, het soort dat belanghebbenden liever verdoezelen. Inmiddels kennen we wel het oordeel over de argumenten van de migratiewoekeraars, en dat is negatief.