Terugblikken naar de Peilingen van 2004
From the desk of Filip van Laenen on Sun, 2006-09-10 22:05
Met minder dan een maand te gaan tot de gemeente- en provincieraadsverkiezingen kunnen we ons ongetwijfeld nog aan een lawine van nationale en lokale opiniepeilingen verwachten. Maar als we even terugkijken naar de verkiezingen van 13 juni 2004, hoe goed slaagden de opiniepeilingen er toen in de uitslag te voorspellen?
In mei en juni 2004 verschenen er een aantal opiniepeilingen, de ene al beter dan de andere. Zo waren er de klassieke peilingen van La Libre Belgique, Le Soir/RTBf en De Standaard/VRT, aangevuld met (toen) nieuwkomer De Stemmenkampioen en twee verkiezingswedstrijden, De Verkiezingsvoorspeller en de wedstrijd van Politiek.Net. Al die peilingen kunnen bovendien nog eens vergeleken worden met de uitslag van de verkiezingen voor de federale Kamer van 18 mei 2003 als «voorspelling» voor 13 juni 2004. Deze laatste zou in principe de slechtste moeten zijn, want een opiniepeiling die het slechter doet dan de vorige verkiezingsuitslag is zijn geld niet waard. Wat dat laatste betreft was er in 2004 in ieder geval één peiler die amper met de hakken over de sloot raakte.
Wie een allergie voor wiskunde heeft slaat best deze paragraaf over, maar de anderen zijn ongetwijfeld geïnteresseerd in het antwoord op de vraag hoe peilingen vergeleken kunnen worden. De in mijn ogen eerlijkste methode is die van de Euclidische afstand (de vierkantswortel van de som van de kwadraten van de verschillen per partij). Deze maatstaf straft één grote afwijking voor één partij veel meer af dan kleine afwijkingen voor meerdere partijen. Een peiling die voor elke partij min of meer in de buurt van het uiteindelijke resultaat zit komt dus redelijk goed weg, terwijl een peiling die ergens de mist in gaat snel in de problemen komt.
Wanneer de resultaten van de analyse worden gevisualiseerd, valt op dat er in 2004 een soort peloton van peilers was, die het allemaal ongeveer even goed deden, met één koploper en één achterblijver. Koploper was de gemiddelde prognose van de wedstrijd van Politiek.Net. In het peloton zaten La Libre Belgique, De Verkiezingsvoorspeller voor Burgers en Experten en De Stemmenkampioen, terwijl Le Soir/RTBf het peloton afsloot. De slechtste peiling was ongetwijfeld die van De Standaard/VRT, als voorspelling niet zo heel veel beter dan de uitslag van 18 mei 2003. Voor het Vlaams Kartel zaten zij er als enige peiler meer dan vijf procent naast; voor het Vlaams Blok als enige meer dan vier procent.
Dat de gemiddelde prognose van Politiek.Net met een lengte voorsprong de beste was is niet noodzakelijk slechts toeval. Net zoals De Verkiezingsvoorspeller is de wedstrijd van Politiek.Net een soort Delphi-studie, en geen zuivere opiniepeiling. Beiden vroegen hun deelnemers zo nauwkeurig mogelijk de uitslag te voorspellen, en wanneer men voldoende, liefst geïnformeerde, deelnemers heeft, zegt de theorie (of de hoop) van de Delphi-studies dat zij uiteindelijk een beter resultaat kunnen afleveren dan andere traditionele methoden. Zo zou men voor de verkiezingen kunnen stellen dat tooghangers beter kunnen opvangen wat er werkelijk leeft bij de bevolking dan journalisten en professionele opiniepeilers in hun ivoren toren, en daardoor trends en bewegingen bij de kiezer beter kunnen voorspellen. Wanneer men de resultaten van 2004 bekijkt valt inderdaad op dat de deelnemers van Politiek.Net het Vlaams Blok een duidelijke hogere score hadden toegekend dan alle andere peilers, en zelfs dan nog te laag uitkwamen. Anderzijds toont de uitslag van De Verkiezingsvoorspeller aan dat Delphi-studies niet noodzakelijk beter zijn, en of de verkiezingswedstrijd van Politiek.Net ook deze keer als de beste voorspeller uit de bus zal op 8 oktober moeten blijken.