De Kikker en de Schorpioen
From the desk of Koenraad Elst on Thu, 2006-09-21 20:00
Geert van Cleemput heeft het nieuws gehaald met de voorstelling van zijn afrekening met het VB, Vlaams Geblokkeerd. De boekhelft over ideologische kwesties, waarin hij ondermeer zijn argumentatie tegen het neo-belgicisme herneemt, is warm aanbevolen, maar de kranten hebben zich op de andere helft gestort: het relaas van intriges binnen de partij.
Wie verlekkerd is op pikante onthullingen over vunzigheid van het soort dat je in de echt extreemrechtse zelfkant wel aantreft, zal echter teleurgesteld zijn. Onder de uittreksels die de kranten gretig afgedrukt hebben, stond dus niet: “Senator X is goed bekend bij de hoeren van Brussel-Noord”, met als staartje om de VB-ers te treiteren: “…vooral bij de negerinnen.” Nee, bij de fletse anekdotes over de seksistische praatjes van sommige kopstukken rijst eerder de bedenking dat het ten kantore van Vandela niet heel anders zal zijn, om van de partnerruilende VLD-top maar te zwijgen. Het VB mag dan wat “tuig van de richel” aangetrokken hebben, het blijft wel teren op de oude traditie van deugdelijk flamingantisch idealisme.
Pijnlijker is het ellebogenwerk tussen de verschillende groepen, gedefinieerd naar ideologische kleur of naar loyauteit aan een leidersfiguur. Van Cleemput schetst ons een machtsstrijd tussen een racistische macchiavellist en een flamingantische voddenvent, die de achtergrond vormt van zijn eigen opkomst en ondergang in de partij. Hij vermeldt ook enkele pesterijen vanwege rabiate vrijzinnigen jegens de katholieke tenoren. Merk op dat het hier louter om persoonlijke twisten gaat, niet om een ideologische tweestrijd over de partijlijn, zoals men zich die toch had kunnen voorstellen naar aanleiding van bv. de legalisering van euthanasie, de “Romeinse dood” aanbevolen door nieuwrechts idool Friedrich Nietzsche.
Binnen het VB is het geruzie om postjes zo bitter omdat de partij haar mensen uit eigen middelen moet belonen terwijl andere partijen elders baantjes en profijten kunnen verdelen. Maar dat in acht genomen, is het slangenkuilgehalte van het VB niet veel hoger dan in de partijpolitiek als geheel. De fouten van het VB zijn voor een Vlaams-nationalist als Van Cleemput alleen erger dan die van anderen omdat ze de Vlaamse zaak schaden. Na dit getuigenis van iemand die er alle belang bij had om de VB-politici zo negatief mogelijk voor te stellen (zeker na alle laster die partijleden over Van Cleemputs eigen academisch palmares en liefdesleven rondgestrooid hebben), zou ik zeggen: is het dat maar?
Blijft echter de kritiek op de politieke lijn van de partij. Van Cleemput gaat zijns ondanks een eind mee met zijn oude vijand Marc Spruyt in de stelling dat vele fatsoensbevorderende maatregelen van de partij louter kosmetisch zijn. Zo zouden gênante figuren met criminele of nazistische banden eerst luidruchtig buitengegooid worden maar nadien discreet toch weer binnen gehaald. Er blijkt een grijze zone te zijn van personele overlappingen tussen VB-randorganisaties en groupuscules waarmee de partijtop liever niet op de affiche wil. Daar kan de partij toch best eens klaarheid scheppen, al geldt natuurlijk het excuus dat de top van SP.a en Groen! evengoed vol “ex”-communisten zit.
Maar men hoeft niet eens te snuffelen in het vermeende VMO-verleden van obscure partijleden, er zijn nu eenmaal de politieke daden gesteld door of met goedkeuring van de partijleiding. Na het proces dat de partij tot ontbinding en herstichting noopte, leende Gerolf Annemans zich tot dramatische verdenkingen met zijn mededeling dat hij de rechters “niet vergeten” zou. Hij moet toch geweten hebben dat men dit als een maffieus dreigement zou opvatten?
Telkens wanneer de waarnemer ervan overtuigd raakt dat het VB eindelijk fatsoenlijk geworden is, komt er wel een dergelijke uitspraak uit een leidersmond gerold, bijvoorbeeld die van Dewinter over het treurige lot van verkrachters onder een regime van lynchjustitie. Of er wordt wel een herdenking voor Staf De Clercq op touw gezet om de uitdovende collabo-link nieuw leven in te blazen. Goed, die man behoort tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging, inderdaad heel eerlijk om dat zo te zeggen, maar de socialisten houden toch ook geen hulde voor Hendrik De Man, evenzeer een collaborateur uit hun geschiedenis?
Bekijk het ook eens vanuit het standpunt van de buitenstaanders die hun nek uitsteken voor het VB, bv. prof. Erik Suy die een voorwoord schrijft bij het Turkije-boek van Koen Dillen en Philip Claeys, of prof. Matthias Storme die het gerechtelijk partijverbod juridisch de grond in boort. Ik neem aan dat die mensen zich door zulke misstappen wat in de rug geschoten voelen. Waarom kan het VB het niet laten om zijn potentiële bondgenoten en zichzelf te beschadigen?
Misschien heeft een linkse blogger wel de verklaring gegeven met zijn verwijzing naar de fabel van de schorpioen die een kikker vroeg om hem de rivier over te brengen. Hij verzekerde hem dat hij niet zou steken, “want als jij sterft, dan verdrink ik zelf”. Maar halfweg de oversteek voelde de kikker een prik, en beide verdronken. Met hun laatste adem wisselden ze nog deze woorden: “Je had toch gezegd dat je niet zou steken?” – “Ja, maar het was sterker dan mezelf, het is nu eenmaal mijn aard.” Het is blijkbaar de onvervreemdbare aard van het beestje die zich doorzet wanneer het VB zich op foute uitspraken laat betrappen.
Sommigen doen aan politiek om zich uit te leven, anderen om een doel te bereiken. Wie echt de zege wil, moet zichzelf heruitvinden en de juiste gedaante aannemen om maximaal doeltreffend te zijn, dus niet toegeven aan ingeroeste doe- en denkgewoonten. Als het VB die sprong niet kan maken, zal het toch eens een noodlottige fout maken. Tenzij de etnische spanningen zodanig escaleren dat de kiezer zich zonder omzien achter de strijdbaarste partij schaart, ongeacht de vlekken op haar blazoen.