Turkije voor de Turken
From the desk of Jan Neckers on Mon, 2007-04-23 21:03
Jaren geleden hadden de medewerkers van de toen nog bestaande TV-programma’s voor Turken dolle pret. De politieke correctheid steeg van dag tot dag en de slogan ‘Eigen volk eerst’ was voor de rechtgeaarde VRT-telexscheurder (zoals wij het journaille noemden) een uitvinding van Satan zelf. Een Turkse collega toonde mij wel tezelfdertijd de grootste Turkse krant die haar eigen versie van AVV-VVK als ondertitel had. Die was simpel: Turkije voor de Turken. Een andere Turkse kennis toonde mij zijn paspoort (voor de Vlamingen; dat is iets anders dan een identiteitsbewijs). Daar was netjes de godsdienst ingevuld zodat volgens zijn eigen woorden, douane en grenspolitie zonder gevaar niet-islamitische Turken konden koeioneren.
Ik geloof niet dat de verzameling politieke schaapskoppen die voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie pleiten, in staat zijn het land aan te wijzen op een blinde kaart. En het bestaat niet dat ze ooit iets over de geschiedenis van het land gelezen hebben dat langer is dan een half A4’tje. Turkije in de EU verwelkomen betekent dat Vlaanderen een buitengrens heeft met Syrië, Irak, Iran, Azerbeidjan en Armenië; allemaal bekende haarden van vrede en welvaart. Maar iedere keer het daar weer eens spant over de Turkse controle van de levensnoodzakelijke waterbronnen voor het hele Midden-Oosten, worden wij van Lommel tot Oostende belanghebbende en mededader. Wanneer het Turkse leger weer eens Koerden neerlegt, zal het niet alleen meer in Sint-Joost-ten-Node hommeles zijn tussen Turkse Koerden en Turkse Turken.
Turken kunnen nooit hun nationaliteit verliezen en moeten als ze hier wonen en zelfs de Belgische nationaliteit hebben toch naar het Turkse leger. In de praktijk duurt die legerdienst maar vier weken, want in ruil voor 5.200 euro’s mogen de ‘soldaten’ weer naar West-Europa. In het parlement zit zelfs een Turkse imam (bij de collaboratiepartij SP-A/Spirit natuurlijk) die netjes zijn Turkse legerplicht heeft vervuld. Anderzijds willen de meeste Turken hier hun dubbele nationaliteit behouden want nu kunnen ze gemakkelijk neef of nicht trouwen en de familie van de West-Europese sociale zekerheid laten genieten.
Toen Ratzinger nog zelfstandig mocht denken, was hij vierkant tegenstander van de toetreding omdat het theoretisch seculiere Turkije in de praktijk ‘christenhonden’ discrimineert die niet geloven in de volmaakte ‘godsdienst van vrede’. Het bezoek van Ratzinger aan Turkije heeft wel één ding duidelijk gemaakt. Er zijn nog nauwelijks christenen; zo’n 80.000. Voor de Eerste Wereldoorlog was één derde van de inwoners van Konstantinopel/Istanbul christen. Zij waren bijna allemaal handelaar, ambachtslui of zelfstandig ondernemer. Historici berekenden dat in vele Turkse steden nauwelijks 10% van de winkeliers islamiet was. De pesterijen die nu al 85 jaar duren, hebben dus Turkije beroofd van vele van zijn beste ondernemers en vakmensen maar dat zal de ‘seculiere’ staat worst wezen.
Ook vandaag wordt de Grieks-orthodoxe patriarch van Konstantinopel nog altijd niet erkend en de Turkse staat weigert al 35 jaar de toestemming te geven om een seminarie te openen om nieuwe priesters op te leiden. Op die manier kan men het christelijk geloof zachtjes wurgen.
Er zijn onlangs een paar goede boeken verschenen die ik alle politici kan aanbevelen. Bruce Clark vertelt in ‘Twice a Stranger’ het drama van 1923. In 1919 moet het verslagen Ottomaanse rijk het grootste deel van het huidige Europese deel van Turkije aan Griekenland afstaan (zij het met uitzondering van Konstantinopel). Ook Smyrna (nu Izmir) en omgeving in klein-Azië worden Grieks. De Grieken willen zoveel mogelijk achterland veroveren en trekken diep Anatolië in want daar zit de vijand. Het grootste deel van het Turkse leger erkent niet langer de sultan en weigert de vredesvoorwaarden te aanvaarden. De Grieken, gesteund door de Britten, marscheren tot op 100 km van Ankara. Sommigen dromen heimelijk van de herovering van de oude hoofdstad van het Byzantijnse rijk: Konstantinopel. Maar op de Anatolische hoogvlakte slaagt Kemal Mustafa er in de Grieken tegen te houden. De Grieken moeten tenslotte terugtrekken en ze verwoesten dikwijls alles wat ze tegenkomen. De Turken vermoorden op hun beurt niet-gevluchte Grieken. De oorlog duurt twee en een half jaar. Fransen en Italianen steunen de Turken uit jaloezie omdat zijzelf niet genoeg uit de brand gesleept hebben en omdat ze de Britse bondgenoot van de Grieken een hak willen zetten.
Maar het meeste steun voor de Turken komt van Lenin en de Sovjets die een groot deel van het Turkse leger bewapenen om de kapitalisten de pas af te snijden. De Britten hebben inmiddels Irak weggekerfd uit het vroegere Ottomaanse rijk en ze hebben zich verzekerd van de oliebronnen rond Mosul. Ze laten de Grieken ijskoud vallen en het doodarme Griekenland kan niet langer de oorlogslasten dragen. Het Griekse leger vlucht en de Turken veroveren Smyrna. Ze vegen het oude verdrag van de kaart en zetten de sultan af. Het verdrag van Lausanne regelt in 1923 een eerste reusachtige etnische zuivering. Een miljoen christenen (meestal Grieken) moeten Turkije verlaten; 400.000 moslims gaan weg uit Griekenland. Clark gelooft niet in het multikulbedrog en bewijst dat deze uitwisseling een goede zaak was en dat homogene etnische staten beter werken en minder conflicten met buurlanden hebben als de etnische minderheden klein zijn. Ondanks alle grote en kleine ruzies is er nooit meer een formele oorlog tussen Griekenland en Turkije geweest.
Sommige oudere lezers herinneren zich misschien ook nog de vreselijke pogrom van 1955. Grieken die voor 1918 in Konstantinopel/Istanbul woonden, moeten in 1923 Turkije niet verlaten. Ze worden wel voortdurend gepest, extrazwaar belast en in de Tweede Wereldoorlog zelfs naar werkkampen gedeporteerd. Af en toe wordt de toestand wat beter en dan kunnen de Grieken hun oude beroepen weer opnemen. In de jaren 50 zijn er nog zo’n 120.000.
Wanneer de eerste problemen rond Cyprus beginnen, toen nog Brits, besluit de Turkse regering om eventjes druk op de ketel te zetten. Ze organiseert zelf een Turkse ‘Kristallnacht’ in Istanbul. Meer dan 100.000 hysterische Turken slaan 4.500 Griekse winkels kort en klein of roven alles wat niet te heet of te zwaar is. Het gepeupel weet perfect welk pand Grieks is en 1.000 privé-woningen ondergaan dezelfde behandeling. En natuurlijk worden de Griekse vrouwen en meisjes op grote schaal verkracht. De meeste Griekse kerken worden ontheiligd, beroofd of in brand gestoken. De kerken van één beruchte Griekse collaborateur worden echter met rust gelaten. Op de kerkhoven graven de Turken de lichamen van gestorven Grieken op om er mee te voetballen. De politie kijkt heel de tijd de andere kant op en komt niet tussenbeide. Er vallen waarschijnlijk maar 37 doden omdat zoiets internationaal een slechte indruk maakt. De eerste-minister is aanvankelijk in de stad aanwezig, ziet dat het goed is en vertrekt naar Ankara tot hij verneemt dat alles uit de klauwen loopt. Dan eerst treedt het leger op.
De Turken hebben echter de smaak te pakken en kopiëren nog één en ander uit Hitlers boekje. In 1964 schoppen ze 11.000 Grieken buiten. Iedereen mag alleen meenemen wat hij/zij kan dragen plus de prinselijke som van 8 euro per persoon. Vandaag zijn er nog nauwelijks 3.000 Grieken in Turkije. Zo u er meer wil van weten, kan u een en ander nalezen in ‘The Mechanism of Catastrophe’ van Speros Vryonis Jr of in ‘Les Grecs de Turquie’ van Samim Akgönül.