Een Nieuwe Wereld… bij de VRT

“Nooit eerder – zelfs niet bij de grote hervorming van 1996 – heeft de VRT zoiets meegemaakt. Het lijkt wel de big bang, waarbij een nieuwe wereld wordt geboren en alles mogelijk lijkt.” Dat staat echtig en techtig in een intern VRT-document en het is typisch voor de gebakken lucht die op dit ogenblik iedereen bij de openbare omroep moet uitademen wil hij/zij niet onverbiddelijk aan de zijlijn geschoven worden.

Het toeval, geholpen door het wangedrag van het duivelspaar Mary-Van Hecke, heeft er voor gezorgd dat deze big bang uit de koker komt van Piet van Roe, een veteraan van de revolutie van 1996. Van Roe, lange jaren een PVV-VLD handlanger-journalist bij de BRT, kreeg na de omroep-staatsgreep van Eric Van Rompuy (braaf goedgekeurd door het Vlaamse Parlement) de hoogste post bij de Vlaamse Televisie, omdat hij een paar jaar eerder had bewezen dat hij de tekenen des tijds begreep. André Leysen, die in ’89 de boot van de commerciële televisie had gemist, sloot met zijn VUM (nu Corelio) een akkoord met de openbare omroep voor de exploitatie van radioreclame. Al gauw bleek er véél meer reclametijd te verkopen dan de BRTN zich fatsoenshalve kon veroorloven. Van Roe, toen baas van de radio, loste dat op: zonder een spier te vertrekken creëerde hij een nieuwe zender die kon volgestouwd worden met reklameblokjes: Radio Donna (in de lucht sinds 1992) en gaf als uitleg dat zijn schepping beantwoordde aan een diepe behoefte van Vlaanderens “weinig geschoolde jongeren”. Hij werd voor dat alles bekroond als “marketeer van het jaar” in 1995, ging met pensioen in 1999 en werd prompt beheerder bij Corelio dat inmiddels ook al grootaandeelhouder was van het belangrijkste privé-productiehuis Woestijnvis.

Voor de glansprestatie die hij nu heeft neergezet als interim-baas van de héle VRT, verdient Van Roe een nominatie als “cynicus van het jaar” want oude wijn in nieuwe zakken gieten is al wat er gebeurd is. Want wat is nu die grote “hervorming” die Piet Van Roe voor zijn voeten vond toen hij 8 maanden geleden het bureau van Tony Mary begon op te ruimen?

“De nieuwe wereld” steunt op twee pijlers. De VRT gaat voortaan intern werken op de manier van succesvolle privé-produktiehuizen als Woestijnvis, De Mensen, De Filistijnen enz., en de omroep zal ook “crossmediaal” produceren. In theorie worden zo’n 1.200 omroepmedewerkers verdeeld over acht interne productiehuizen te weten: Cultuur, Fictie, Jong, Nieuws, Sport, Uitleven, Verbindend (wie verzint zo’n namen?) en Weten. Aan het hoofd van dat hele zwikje (dat samen IPRO heet, “het grootste productiehuis van Vlaanderen”) staat ene Leo Hellemans, oud-sportjournalist bij de radio en iemand die in zijn hele leven nooit één origineel radio-of tv-programma gemaakt heeft. Die productiehuizen maken programma’s in opdracht van weer een andere directie: Media. In deze directie bepaalt een onoverzichtelijke troep managers, netcoördinatoren, netverantwoordelijken, eindredacteuren, programmeringcoördinatoren, plus uiteraard ontiegelijk veel marketeers wat de programmamakers effectief mogen maken. Bij functie en naam nr. 40 ben ik gestopt met tellen. Ik geloof dus een oud-collega op zijn woord die me zei dat vergaderen en overleggen alle effectieve arbeid hebben vervangen.

De acht productiehuizen mogen af en toe zelf wel eens een voorstelletje indienen maar de beslissing ligt bij het kluwen van Media. Daar kan men beslissen dat een of ander idee niet binnenhuis geproduceerd wordt maar dat de buit bijvoorbeeld naar Woestijnvis en Co gaat. Daar kan men zelfs met wat slechte wil zonder boe of bah een origineel idee van de eigen productiediensten afblokken en het aan de privé-sector doorspelen. Nu al zijn er Media-managers die sommige VRT-productiehuizen op de kast jagen en hen verwittigen dat er privé-kapers op de kust zijn zonder uiteraard enige verdere informatie te geven. De interne productiehuizen (een belachelijke benaming voor wat in feite opnieuw diensten en departementen zijn) staan dus zogenaamd in concurrentie met de privé-sector. En de programmamakers kunnen naar een ander productiehuis overgeheveld worden als er te weinig werk is. Dat is natuurlijk prietpraat. Niemand in de omroep gelooft echt dat er afdankingen op grote schaal zullen gebeuren als Media wat te weinig bestelt. En die interne overplaatsingen zijn te gek voor woorden. Als morgen Jean-Pierre Rondas en Werner Trio van Klara geen bestelling meer krijgen voor hun lange interviews, kunnen zij theoretisch een schop onder de kont krijgen plus een overplaatsing naar productiehuis Verbindend waar zij dan research mogen verrichten voor Duizend Zonnen en Garnalen. Ze zullen zich haasten.

Kortom, in de praktijk komt daar niets van terecht en dit wordt weer de goede oude VRT van vroeger met messentrekkerij, intriges en roddel. Iedereen die naar een andere dienst wil, kan het schudden zolang de huidige dienst geen personeel van nog ergens anders krijgt. In het huidige VRT-jargon wordt dat dan: “Zolang de uitstroom in verhouding is tot de instroom, zie ik geen problemen” (ene Ignace Bolle).

Maar de kers op de taart is de crossmediale werking. Radio en televisie bestaan niet meer als afzonderlijke directies. Ieder productiehuis heeft zowel radio- als televisieprogramma’s. Meer zelfs: ieder programmavoorstel heeft zo mogelijk een radio en een tv-luik. Vergeet ook het internet niet! Kijk, daar werd ik even stil van. Maar diep in mij borrelt er iets op en ja, daar is het. Toen ik dertig jaar geleden bij de Instructieve Omroep begon produceerde ik naast mijn tv-programma’s reeksen van zeven of veertien radioprogramma’s die een of ander facet uitdiepten dat op tv niet aan bod kwam. Internet bestond nog niet en dus schreven mijn collega’s en ikzelf soms brochures en boeken die meestal zeer goed verkochten. We organiseerden literaire wandelingen en vakanties in het buitenland om een vreemde taal te leren. Een generatie geleden waren wij (en onze Teleac-collegas) dus al crossmediaal bezig zonder het te beseffen. We waren Monsieur Jourdain die proza sprak zonder het te weten. We organiseerden zelfs spelletjes en ook dat komt terug want nogal wat productiehuizen hebben de intentie om “games” bij de programma’s te introduceren. De kijker krijgt bijvoorbeeld de mogelijkheid om samen met Witse een moord op te lossen. Dat zal een succes worden want in Vlaanderen heeft uiteraard nog niemand gehoord van het medium cd-rom, laat staan van de spelletjes die je daar mee kan spelen.

Toch is er ook goed nieuws. Ik lees in het document in kwestie dat “de openbare omroep (…) een aantal kerntaken (heeft). Daarbij behoren informatie, cultuur en Vlaamse identiteit.” Vlaamse identiteit !!! Het staat er echt. De manager die daar moet over waken is ene Jan Hautekiet die jarenlang Studio Brussel heeft geleid: het kanaal dat er een erezaak van maakte om de jonge Vlamingen met Angelsaksische elektronisch versterkte milieuvervuiling te overspoelen en dat sinds jaren in het Engels reklame voor zichzelf maakt (net als Donna, trouwens)! ‘The right man in the right place’ zou ik zo zeggen.

En wat deed intussen Piet van Roe? We stellen ons voor dat hij op een dag naar het glanzende nieuwe IPRO-speelgoed heeft staan kijken, eens goed gelachen heeft en vervolgens bij zichzelf gezegd: “Ach, laat ze maar!” Wat men ook over Van Roe moge vertellen, van één ding kent hij werkelijk iets: centen tellen! En de VRT-boekhouders, die als bij wonder hun oogkleppen kwijt raakten nadat Tony Mary de deur was buiten gewerkt, hebben hem duidelijk gemaakt dat het hele crossmediale IPRO-gedoe vér boven de stand van het kleine Vlaamse zendertje reikt. Voor het eigen Reyerslaanvolk verdedigde Piet de omroeprevolutie tot de laatste minuut van zijn afscheidsbarbecue, maar aan een journalist van De Morgen vertrouwde hij toe: “Ik denk dat de focus moet gelegd worden op de klassieke, lineaire televisie. Toch voor de eerste vijf à tien jaar?” Na zijn laatste oproep tot de VRT-troepen sloot hij zijn bureau en maakte hij een afspraak met Corelio waar hij de kersverse gedelegeerd bestuurder wordt. En binnen x aantal maanden zullen de journalisten van De Standaard waarschijnlijk in De Morgen kunnen lezen waar ze aan toe zijn.