Het Islamiseringsdebat na Elf September in Brussel

De manifestatie tegen de islamisering heeft Brussel schitterend op de kaart gezet. De wereld werd getrakteerd op beelden van parlementsleden die werden afgeklopt en met geweld afgevoerd. Als voorbeeld van tolerantie kan dit tellen. En voor iemand politiek correct jengelt dat betogen niet mocht, de wetgeving op illegalen niet naleven mag als Groene burgemeester ook niet, toch werd dat sympathiek gevonden en werd niemand hardhandig in de boeien geslagen.

Maar laten we even bij de zaak blijven. Hoe zit het met de invloed van de islam op de samenleving? Moeten we ons zorgen maken of gaat het om een storm in een glas water, en is al die aandacht voor dit onderwerp overdreven? Mijn inziens absoluut niet. Omdat de media zonder veel inzicht over moslimculturen schrijven, wil ik nog eens duidelijk een aantal zaken op een rijtje zetten.

Wat is nu islam, is dit een religie of een totalitaire ideologie? Dat beslist iedere gelovige zelf. Niets staat tussen de gelovige en Allah. Een imam is slechts een voorganger in gebed. Maar moet dat oordeel dan enkel afhangen van wat gelovigen zeggen over islam of moeten anders gelovigen vanuit eigen normen en waarden daarover oordelen? Het lijkt me niet waarschijnlijk dat dit oordeel gelijkend zal zijn. Wat voor een gelovige een strikte moslim is waarvoor je respect moet hebben, is voor anders gelovigen iemand die een radicale leer verspreidt als conflictmodel binnen de Westerse samenleving.

Sommige groeperingen, die vandaag aanwezig zijn in iedere grote Europese stad, zien de islam als een totalitaire ideologie die ze aan iedereen willen opleggen. Deze radikale groeperingen erkennen de Westerse samenleving niet, omdat dit in strijd is met hun visie op ware islam. Betekent dit nu dat deze islam de religie is van de meeste moslims? Nee, absoluut niet.

De meeste moslims die ik zag en sprak, leven en laten leven. Ook daarvoor baseren ze zich op dezelfde koran, een boek waarin je altijd wel iets vindt dat je gelijk geeft. De meeste moslims zijn eigenlijk verwesterd, tenminste mannelijke moslims! Mannen drinken best een biertje, soms wat stiekem, soms gewoon in hun eigen vzw. Soms in Brussel, met minnares, of met makkers van de voetbalploeg, in een gewone Vlaamse kroeg. De meeste moslims leven net als vele joodse en christelijke gelovigen met het geloof in hun hart, maar daarom niet al te nadrukkelijk in hun leven. Op vrijdag gaan de meeste naar de moskee, maar echt niet iedereen. Wie niet gaat, wordt niet met een mes achterna gezeten, want de koran zegt toch ook “niet de mens maar slechts Allah zal oordelen.”

Op dezelfde manier wordt afvalligheid behandeld. Afkeuring is eerder stilzwijgend, wat iemand doet is uiteindelijk tussen hem en Allah. Dus wie niet naar de moskee gaat en liever een biertje drinkt, moet dat zelf maar weten. In wezen belijden dus de meeste moslims al een ‘Europese’ islam, waarbij religie zich stilzwijgend voegt naar het kader wat samenleving biedt. En dat is nu net niet naar de zin van een aantal groeperingen die deze ontwikkelingen als strijdig zien met het ware geloof.

Er zijn in West-Europa ongeveer 15 tot 18 miljoen moslims. Daarbij zijn veel broeders die afglijden naar een verdorven, Westerse levensstijl. Voor wie gelooft in islam als totalitaire ideologie zijn Europese moslims bijzonder interessant. Omdat het past binnen het begrip
‘dawa,’ wat staat voor het uitnodigen tot Gods woord, de zendingsopdracht zoals Allah aanbeveelt. Het is dus voor strikte moslims een kernopdracht om broeders die afglijden in het verdorven Westen weer op het pad van ware islam te brengen.

Maar Europese moslims zijn nog om andere redenen boeiend. Hun opleidingsniveau is veel hoger dan van de gemiddelde moslim in pakweg Marokko of Afghanistan, en vanwege de grote diversiteit onder Europese moslims is er geen gemeenschappelijke identiteit. Bovendien slaat een superieure, boven anderen verheven status als behorend tot het enige en ware geloof, makkelijk aan bij jongeren uit de onderklasse met verongelijkt gezicht richting samenleving. Maar evengoed bij hoger opgeleiden, wat de mogelijkheid biedt om gestructureerd aan ‘Dawa’ te doen.

En dat gebeurt. Een goed voorbeeld zijn salafistische organisaties. Salafisten zetten de ware islam centraal. Ze streven ernaar om letterlijk de regel van de koran te volgen en sporen anderen daar graag toe aan. Zoals op gesloten bijeenkomsten voor broeders en zusters. De manier waarop is van de ‘duivel’ afgekeken, internet en cyber-imams, moskees waar een radicale visie overheerst, predikers die de straat optrekken. Op een moderne en actieve manier verkondigt deze strikte vorm van islam zijn boodschap en met succes. Daarom winnen zij snel veld, en niet de gematigde islam. Er worden zomerkampen ingericht waar je alles leert over ware islam. Zoals het weigeren van een mannelijke arts, eerst in Nederland en vandaag ook hier realiteit.

In Engeland zijn volgens de media zestig procent van de moskees in handen van moslims met radicale opvattingen  en in Nederland worden 30 tot 40.000 moslims als radicaal beschouwd. Dat maakt radicale ideologische islam tot meest succesvolle en snelst uitbreidend extreem gedachtegoed. Waarom berichten de gematigde moslims hier zo weinig over, wordt er vaak gevraagd? Omdat het absoluut “not done” is, en zeker niet openlijk, om te oordelen over andere gelovigen. Het is “not done” om openlijk je persoonlijke mening te verkondigen. Leven en laten leven, het oordeel is aan Allah. Vandaar de kritiek op moslims die wel openlijk de radikale islam veroordelen.

Uiteraard hebben grote radicale groeperingen invloed binnen een samenleving. Ook daarvan bericht de media met regelmaat van de klok: jongeren worden tegengehouden aan de Borgerhoutse Roma want er is duivelse muziek, Turkse en Marokkaanse eettentjes halen alcohol van het menu, vrouwen weigeren mannelijke artsen, hoofddoeken moeten altijd en overal, evenals gescheiden zwemmen, verliefd worden op Wim is voor Fatima verboden, tenzij Wim zich bekeert en als Mohammed verder door het leven gaat.

De grootste fout die er nu gemaakt kan worden, is blijven debatteren of het nu om een marginaal verschijnsel gaat of integendeel een bedreiging voor de hele samenleving is. Als dit onduidelijk blijft, moet er onderzoek naar gebeuren, zoals in Nederland of Engeland. Bovendien moeten we niet langer aan deskundigen en moslims vragen wat nu totalitaire ideologie is, of gematigde islam. Moslims kunnen die discussie beter onderling voeren. Daar zullen ze wel nog een aantal jaren zoet mee zijn. Ondertussen moet de samenleving de invloed van islam in kaart brengen, vanuit de eigen cultuur, zoals wet en verdrag dit weergeven.

Mevrouw Vogelaar die als Nederlands minister voor integratie jubelt dat het toch logisch is dat moslims sporen zullen nalaten in de samenleving, vergeet gemakshalve de bonte verzameling ongelovigen die niet vinden dat dit proces daarom als schapen ondergaan moet worden. Ook vanuit Westerse waarden en culturen kun je bepalen welke sporen je acceptabel ziet van islam binnen samenleving en welke absoluut niet. Het is geen proces wat passief ondergaan moet worden. Die fout wordt steeds weer gemaakt, eerst met migratie van een eerste generatie, later met volgmigratie, daaraan danken we 18 miljoen Europese moslims. Binnen een volgende generatie zullen in veel Europese steden moslims in de meerderheid zijn.

Daarom moet er aandacht gaan naar de invloed die dit uitoefent op de Westerse samenleving, want wat we zien vandaag is niet de invloed van gematigde islam, gebeurt buiten Vlaamse subsidiering om, dient Westerse waarden niet, maar staat haaks daarop. Deze groepen moslims bestrijden de invloed van het Westen op een strikte en totalitaire islam als ideologie die gestructureerd, actief zich verspreidt, onder impuls van mecenassen. Die zitten vaak niet in Brussel verongelijkt achter de begonia’s, maar ergens in Jordanië of Saoedi-Arabië. Toch investeren ze in verspreiding van islam als totalitaire ideologie en bouwen ze een slapend potentieel op van strikte gelovigen.

Een aantal moslims hebben in zowat iedere stad in Europa geprotesteerd, tegen cartoons, uitspraken van de paus, tegen de invloed van Westerse cultuur binnen hun overtuiging. Niemand heeft hun daarbij een strobreed in de weg gelegd. Niemand hoefde het met de Brusselse anti-islamiseringbetogers eens te zijn. Iedereen heeft volkomen het recht zelf te oordelen hoe je over islam en samenleving denkt. Maar heeft iedereen nog het recht om dat openlijk te zeggen? En indien niet, waar ligt dit aan? Daar valt na Brussel op 11 september 2007 toch echt over na te denken.