Brits Onderwijs: Een Slecht Voorbeeld
From the desk of Ernest Baert on Wed, 2008-03-05 16:05
Er is veel in de organisatie van het Verenigd Koninkrijk dat navolging verdient in België, ondermeer een vrijere pers, minder corruptie, lagere en eenvoudigere belastingen, meer transparantie in de politiek etc.., maar de organisatie van het Engelse onderwijs – net zoals de Britse National Health Service (NHS) – behoort daar zeker niet bij (en ondergetekende spreekt van bittere ervaring). Toch is dit precies de richting die minister Vandenbroucke, die nochtans zelf enige tijd heeft gestudeerd in Engeland – zij het aan een erg selectieve universiteit – en misschien de minst doctrinaire socialist in Vlaanderen, lijkt in te slaan met het voorstel om bij inschrijving voorrang te geven aan kinderen die nabij de school wonen.
Zowel het Engelse schoolsysteem als de NHS zijn beiden relieken van een periode toen de meeste Europese "intellectuelen" nog dachten dat de toekomst lag ten oosten van het IJzeren Gordijn: het zijn beiden in wezen stalinistische allocatiesystemen waar de gebruiker (het woord "klant" is een vies woord binnen zulke socialistische systemen) lijdend voorwerp is en geen enkele keuze heeft (tenzij de dure uitweg van privaat onderwijs of gezondheidszorg). De motivatie is dat de gebruiker te dom is om zelf te oordelen en dus moet beschermd worden tegen slechte dienstverlening: "laat ons daarom het niveau overal gelijk [en even laag] leggen". Enkel diegenen die rijk genoeg zijn kunnen uit deze systemen opteren en de kinderen naar een private school (een "public school") te sturen – wat zo'n 8% ook doen – of een private dokter of hospital te raadplegen. Deze Public Schools leveren heel goed onderwijs, maar het is economisch nonsens en ondemokratisch dat vooral diegenen die rijk zijn degelijk onderwijs zouden krijgen. Het quasi monopolie van beide staatssystemen, overheidsscholen en de NHS, wordt in stand gehouden door militante vakbonden voor wie gebruikers, patiënten of schoolkinderen, een noodzakelijk kwaad zijn. Zelfs Margaret Thatcher heeft hier niets kunnen of durven aan doen.
Een patiënt die in Engeland een huisdokter – "GP" – wil raadplegen, mag zijn dokter niet kiezen, maar moet naar de locale dokter trekken. Dito voor staatsscholen: in principe hebben ouders geen keuze en kunnen enkel hun kinderen naar de lokale staatsschool sturen. Het gevolg is dat GPs en onderwijspersoneel een monopolie bezitten waar een automekanieker niet van zou durven dromen: hoe slecht de service ook mag zijn, de klant kan/mag nergens anders gaan en alle concurrentie is totaal uitgeschakeld. De gevolgen zijn dan ook navenant: de kwaliteit van het openbaar onderwijs en de openbare gezondheidszorg in Engeland is in het algemeen bedroevend. De beste staatsscholen zijn de zogenaamde "selective" scholen, die leerlingen wel mogen selecteren op bekwaamheid en dus een uitzondering op de regel zijn. De socialistische regering schaft Selectives een na een af om ideologische redenen (maar socialistische politici hebben er natuurlijk zelf vaak geen problemen mee om hun eigen kinderen naar private scholen te sturen, maar terzeldertijd de massa te verplichten naar tweederangs staatsscholen te gaan).
In plaats van deze beide sectoren te liberaliseren hebben de socialistische regeringen van Blair en Brown massa's directieven uitgevaardigd met objectief meetbare doelstellingen voor scholen en de gezondheidszorg, een beetje zoals de beruchte vijfjaren plannen destijds in de Sovjet Unie. Deze benchmarks zijn noodzakelijk als je de markt niet meer laat beslissen welke school goed of slecht is. Een typische "benchmark" die zulke mensen gebruiken bijvoorbeeld is de ratio van leraars tot leerlingen. New Labour is op zoiets verzot: het lijkt wel wetenschappelijk management want je kunt het in een getal samenvatten. Maar het is even nutteloos en nietszeggend als argumenteren dat in de Sovjet-Unie destijds meer arbeiders aan de productielijn de kwaliteit van Lada's zou verhoogd hebben. Deze top-down pseudo wetenschappelijke managementbenadering heeft werk verschaft in Engeland aan een leger van ambtenaren die er moeten op toezien dat het onderwijs en de NHS hun plandoelstellingen nakomen. Maar geen enkele ambtenaar zal ooit een plan met doelstellingen kunnen bereiken zonder gaten en dat even goed werkt als een vrije markt, waar gebruikers kunnen kiezen en zo de allocatie van resources bijsturen.
Aangezien gebruikers niet meer mogen oordelen of een school goed is of slecht, wordt een school gewikt en gewogen op basis van de bereikte kwantitatieve doelstellingen, die uitdrukking vinden in de zogenaamde league tables. En aangezien league tables de "be all and end all" zijn van scholen, zijn examenresultaten van levensbelang niet alleen voor de school maar ook voor de leerlingen. Om scholen "wetenschappelijk" te vergelijken, worden op gezette tijden alle kinderen onderworpen aan gelijkvormige testen. Dit leidt tot een extreme hoge examendruk op leerlingen in Engeland en een situatie waar in veel gevallen hun professionele toekomst, toegang tot de beste universiteien, wordt bezegeld door examenresulaten op jonge leeftijd.
De lezer heeft het begrepen : als je wil zien hoe het niet te doen in het onderwijs en gezondheid, ga naar Engeland.
Economisch gezien is het enige probleem dat een oplossing nodig heeft het bijsturen van de allocatie, met andere woorden, continu in lichte mate gebruikers naar een andere dienstenleverancier laten verhuizen, omdat zij menen dat ze daar beter bediend worden. Eens dat geregeld is, lost de rest zich op van zelf. In een systeem waar de overheid niet drastisch ingrijpt – en dit is een conditio sine qua non – en dat flexibel is, kan zoiets zonder probleem.
Het beste systeem om gebruikers de keuze te laten is het zogenaamd "voucher" systeem, waarbij gebruikers als het ware een bon krijgen waarmee zij onderwijs of gezondheidszorg kunnen kiezen waar ze willen, meestal aan vaste prijs. Maar zelfs in de bakermat van het kapitalisme, de VS, ligt dit moeilijk – door de onderwijsvakbonden – en de baanbreker inzake vouchers ligt dichter bij ons, namelijk Zweden.
Toch ligt de organisatie van het onderwijs en de gezondheidszorg in België niet ver van dit ideaal, zonder die naam "voucher" of "bon" te gebruiken. Totnogtoe hadden wij vrije keuze inzake scholen en gezondheidszorg. Scholen en gezondheidszorg krijgen een vast bedrag of toelage (en onderwijskrachten) per gebruiker, zodat de beteren onder hen kunnen groeien. Alhoewel dit voor socialisten bijna ondenkbaar is, weten de meeste gebruikers wel bijna instinctief hoe goed de service is die ze krijgen. Daar heb je geen diploma in psychologie of sociologie, noch veel statistieken voor nodig. Dus als gebruikers merken dat het met een school of een dokter langzaam bergaf gaat, dan gaan zij een na een langzaam verhuizen naar een andere school of dokter. Zo'n proces verloopt meestal geleidelijk genoeg zodat de nieuwe aanbieder zijn bod kan aanpassen.
Neem nu bijvoorbeeld scholen. Op middellange termijn groeien of krimpen scholen aanzienlijk, maar zelden of nooit plotseling. Dit betekent dat een groeiende school, mits de overheid voldoende flexibel is, capaciteit moet kunnen bijmaken, desnoods zelfs bijbouwen (of desnoods een zwakkere school kan overnemen). Zoiets gebeurt ook in Vlaanderen, maar met veel vertraging. Toch zijn recent zijn stemmen opgegaan in Vlaanderen om de vrije schoolkeuze te beperken, ik neem aan om budgettaire redenen.
Het doodnormaal adaptief mechanisme afschaffen, door wachtlijsten, preferentielijsten, loterijen, etc… forceert mensen om diensten te accepteren waar ze weg van willen en, wat nog veel erger is op middellange termijn, het beloont dienstenverschaffers die het niet verdienen want het wordt hun klanten verboden om te verhuizen naar beter dienstverleners. Zoiets kan er alleen maar toe leiden dat het algemeen peil van dienstverlening nog verder daalt in wat al slechte scholen waren. Het voorstel om preferentie te geven aan kinderen die in de nabijheid van een school wonen is een kleine, maar onomkeerbare stap op de slippery slope naar het Engels systeem. De overheid grijpt in en creëert een misallocatie en maakt het zo onmogelijk om deze ooit nog met marktmechanismes recht te zetten. De keuzevrijheid van de gewone man is voor altijd buiten spel gezet en vervangen door de beslissing van bureaucraten. Wanneer je de keuzevrijheid afschaft en gebruikers forceert naar een school te kiezen die ze niet willen wordt het onvermijdelijk dat de overheid in de toekomst nog meer moet ingrijpen en scholen controleren. Dit moet vroeg of laat uitmonden in een systeem met benchmarks zoals in Engeland dat enkel goed is voor slechte leerkrachten en de duizenden ambtenaren die het moeten implementeren.
Meer nog, omdat goede scholen meestal gedurende lange tijd goede scholen blijven, heeft zo'n preferentiesysteem in Engeland er louter toe geleid dat de huisprijzen in de buurt van goede scholen de pan zijn uitgeschoten, met ander woorden, enkel diegenen die zich zulk een duur huis kunnen veroorloven, kunnen/mogen hun kinderen naar een (van de weinige) goede staatsscholen sturen. Het zou bizar zijn als zo een nefaste evolutie zou ingezet worden onder een socialistische minister van onderwijs.
Vlaanderen heeft een hoog-kwalitatief en democratisch onderwijs. Maar de sine qua non hiervoor is dat er steeds een licht overaanbod is, zodat goede scholen kunnen groeien en de vraag absorberen. Dat is een kleine prijs. Het aanbod beperken met wachtlijsten of locale preferenties omdat er "teveel" vraag is naar goed onderwijs, is een slechte oplossing. De korte termijn besparingen wegen niet op tegen de enorme lange temijn verliezen.