Bij de Eedaflegging Van Leterme ½
From the desk of Filip van Laenen on Fri, 2008-03-21 15:54
Gisteren legde de regering-Leterme I, oneerbiedig ook wel de regering-Leterme ½ genoemd, de eed af. «Iedereen» schijnt het erover eens te zijn dat deze regering hoogstwaarschijnlijk geen lang leven beschoren zal zijn, behalve Elio di Rupo dan. Wie zal gelijk krijgen?
Laat ik maar meteen beginnen met een bekentenis: wat de carrièreplanning van Bart Somers betreft zat ik er dus mijlenver naast, want ik zag hem al zijn kans grijpen om federaal minister te worden. In zijn plaats komt echter, na «Staatssecretaris Q», nu «Minister Q», met in zijn portefeuille, hou je klaar, niet minder dan Economie, Innovatie, Administratieve Vereenvoudiging, ICT en Telecommunicatie. Wat vereenvoudiging betreft is er dus wel degelijk nog een heleboel werk aan de winkel.
Over de carrièreplanning van Guy Verhofstadt ben ik voorlopig nog niet in het ongelijk gesteld, maar ik heb er toch nog steeds mijn twijfels over of Guy Verhofstadt werkelijk niets meer zou ambiëren dan het lijsttrekkerschap van de Open Vld bij de volgende Europese verkiezingen. Die plaats heeft hij immers vandaag al, en daarom een «sabbatjaar» vragen en een boek schrijven om die plaats op te eisen, dat lijkt mij meer dan een beetje overdreven. Was ik Karel de Gucht, zou ik er niet bepaald gerust in zijn. Het zou trouwens niet de eerste keer zijn dat Karel de Gucht zich de Europese commissiekaas vantussen de boterham moet laten pakken omwille van een koehandel die boven zijn hoofd afgesloten werd. Ofwel pikt Guy Verhofstadt gewoon zijn postje in, zeker als die meer dan louter een titel zou blijken te zijn, ofwel krijgt hij een andere Europese functie, waardoor het voor de andere federale regeringspartijen volkomen onaanvaardbaar zou worden dat een tweede Noord-Belgische liberaal een Europese functie zou mogen bekleden.
Burgermanifesten en verkiezingsprogramma's
Maar over naar het eigenlijk onderwerp van dit artikel: Yves Leterme. Verkozen op 10 juni met 800.000 voorkeurstemmen, heeft hij dus twee formatiepogingen en een regering-Verhofstadt III nodig gehad om uiteindelijk te komen tot wat sommigen een regering-Leterme ½ durven noemen omdat deze regering noch een uitgewerkt sociaal-economisch regeerakkoord bezit, noch een stevige staatshervorming, noch een hechte coalitie die er echt tegenaan wil gaan. Zelf benadrukken hij en de CD&V dat zij bij elke stap woord hebben gehouden, maar wie zich nog het verkiezingsprogramma van verleden jaar herinnert (geen prijs voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en geen regeringsdeelname zonder stevige staatshervorming vooraf), kan niet anders dan vaststellen dat dat bezwaarlijk de waarheid genoemd kan worden. Verleden week stemde de CD&V in de Senaat ermee in naar een onderhandelde oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde te streven (overigens met de medewerking van kartelpartner N-VA) – lees: men is bereid een prijs te betalen voor de splitsing, want anders is er geen reden om te onderhandelen, en van een stevige staatshervorming is er voorlopig nog geen sprake. Of toch, maar dan wel één die diametraal tegenover de verkiezingsbeloftes dreigt te zullen staan, met een federale kieskring, samenvallende kieskringen, en wie weet, misschien zelfs een paritaire senaat?
Yves Leterme is daarmee goed op weg het spoor van zijn tegenhanger Guy Verhofstadt te volgen. In de jaren negentig schreef die laatste nog Burgermanifesten die dropen van het Vlaamse zelfstandigheidsstreven, het referendum wilden invoeren en de Senaat afschaffen. Van referenda is allang geen sprake meer, zeker niet als die over Europese grondwetten en dies meer zouden kunnen gaan, de Senaat wou Guy Verhofstadt omvormen tot een paritaire ontmoetingsplaats tussen de gemeenschappen, en het Vlaamse zelfstandigheidsstreven werd ingeruild voor een pleidooi voor een federale kieskring. Waarschijnlijk bakt men het in Vlaanderen alleen nog bij Groen! nog Belgischer, groupuscules als de BUB en de BSP niet te na gesproken.
Laten we immers niet vergeten dat Yves Leterme in de Franstalige media geen problemen maakt van een uitbreiding van het Brusselse Gewest, een standpunt van hem dat in de Vlaamse media angstvallig stilgehouden wordt. Cui interest? De Belgische partij uiteraard, die hierin één van de vele tekenen ziet dat met Yves Leterme nog wel te leven zal vallen. En daarom past het niet dat het Vlaamse publiek vandaag al te weten zou komen welke toegevingen Yves Leterme morgen misschien wel bereid zal zijn te doen, om de gemoederen niet op te jagen. En dat geldt zeker voor de achterban van de N-VA, die ondanks alles best zolang mogelijk aan boord van het kartel gehouden moet worden omwille van de stabiliteit en niet in het minst de schijn van een meerderheid ook in de Vlaamse taalgroep. De manier waarop er door Bart de Wever nieuwe feiten werden gevonden –dat Pasen dit jaar op een zondag valt was er ongetwijfeld ook één van– om een onthouding om te buigen in een goedkeuring van de regering-Leterme ½ sprak boekdelen.
Pappen en nathouden
Het is een vaststelling waar zelfs de grootste fan van België niet meer rond kan: het Belgische federale niveau functioneert vandaag niet meer. Na meer dan negen maanden onderhandelen is er nog steeds geen regeerakkoord mogelijk, terwijl het geen twijfel leidt dat met eenzelfde verkiezingsuitslag zowel aan Vlaamse als aan Franstalige zijde er geen noemenswaardige problemen zouden geweest zijn om twee nieuwe regionale regeringen te vormen. Dat bovendien de burger amper merkt dat er negen maanden lang geen federale regering is geweest, is niet van die aard om het humeur van de Belgische partij te verbeteren; zelfs een CERD-rapport kan daar niet aan verhelpen. Het enige wat vandaag nog schijnt te werken, is de strategie van het pappen en nathouden: de boel van maand tot maand, kwartaal tot kwartaal en jaar tot jaar aan de gang houden, en hopen dat het tij ooit weer keert.
Het valt immers op hoe België vandaag op een bedrijf lijkt dat op de rand van het failliet balanceert. Veel kansen op overleven wil niemand het nog geven, maar van kwartaal tot kwartaal wordt er telkens weer een nieuwe smoes gevonden om de boeken voorlopig toch nog maar niet dicht te moeten doen. Aan het einde van het 2007Q4 was het de koopkracht en de kerstperiode, aan het einde van 2008Q1 het vertrek van Guy Verhofstadt en Pasen, en aan het einde van 2008Q2 zal men wel weer een andere smoes uitvinden. De zomervakantie of de nationale feestdag, want wie wil er nu vlak voor 21 juli en in volle zomer een communautaire verkiezingsslag in gang trekken? En tegen dan kan men, als het even meezit, misschien wel een economische recessie inroepen om aan geen staatshervorming te moeten beginnen, hoewel een pientere toeschouwer misschien wel zou durven opmerken dat een economische achteruitgang net bij uitstek een argument voor een staatshervorming is. Wat het dan aan het einde van 2008Q3 zal worden, zien we dan wel.
Derde vis of vette fase?
Ondertussen lijkt de vette vis van de N-VA meer en meer op de derde fase van weleer. Eerst was er een regering die geen regering was, vandaag een regering met een regeerakkoord dat geen regeerakkoord is, en morgen een staatshervorming die geen staatshervorming is, waarbij de grootste bijdrage van de N-VA er wel lijkt uit te bestaan alweer een nieuwe reden te vinden waarom ze ook deze keer –met één onthouding dankzij het ondertussen al beruchte strootje en verder ongetwijfeld ook met de dood in het hart– het uitstel waarvan ze weet dat het uiteindelijk een afstel zal worden toch maar goedkeurt. Omdat ze de CD&V op een cruciaal moment toch niet kan verzwakken. Omdat ze toch niet zoals het Vlaams Belang zomaar aan de kant kan gaan staan. De Volksunie werd het uiteindelijk toch te veel, moest zich uit de federale regering terugtrekken en leed vervolgens een zware electorale nederlaag die ze nooit te boven zou komen. Zal de N-VA haar vette vis beter kunnen verwerken?
2008, 2009, of toch maar 2011?
Het zou dus niet de eerste keer zijn dat België een Vlaams-nationalistische partij fijnmaalt, eerst in de raderen van de macht, daarna in de erosie van de marginale oppositie met als ultieme pletwals een kiesdrempel. Maar wat er uiteindelijk met de N-VA zal gebeuren is zo belangrijk niet, wel waar Leterme ½ of I aan het einde van de rit zal uitkomen. En dat zou wel eens heel ver kunnen zijn: 2011 bijvoorbeeld. Karel de Gucht merkte het gisteren nog op: «Ik heb Leterme verschillende keren horen zeggen dat hij nooit in een regering zou stappen zonder communautair akkoord. Als hij vandaag zegt dat hij eruit stapt zonder zo'n akkoord, ben ik niet onder de indruk.» Niemand zal zin hebben in nieuwe verkiezingen deze herfst, wanneer er in het voorjaar van volgend jaar regionale en Europese verkiezingen gehouden zullen worden. En wie zal er in 2009 ook federaal naar de kiezer willen trekken, met het risico na de verkiezingen niet alleen regionaal maar ook federaal uit de boot te vallen? De Open Vld misschien? Of de CD&V? Om over PS en MR nog maar te zwijgen?
Ik zie daarom niet in waarom de vijf regeringspartijen er vóór 2011 al de brui aan zouden willen geven, wanneer ze vrijwel allemaal alleen maar met lege handen naar de kiezer kunnen trekken. Reken er trouwens maar op dat ook de Belgische partij zo'n vervroegde federale verkiezingen zal proberen te voorkomen, onder meer met het oog op het Belgische EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2010. Dat voorzitterschap vergt voorbereiding, en een nieuwe lange regeringsvorming, deze keer dan nog verweven met enkele regionale regeringsvormingen die de zaken alleen maar ingewikkelder kunnen maken, zal men kunnen missen als kiespijn. Om over het prestige nog maar te zwijgen: zal Yves Leterme de glans die zo'n EU-voorzitterschap met zich mee zal brengen willen opgeven voor enkele verkiezingsbeloftes uit 2007? Wanneer men in 2007 geen regering durft te vormen uit angst voor 2009, waarom zou men dan in 2008 en 2009 geen regering kunnen bijeenhouden in de hoop op Europese glitter en glans in 2010? Er zijn er die al voor veel minder hun ziel verkocht hebben, en wie weet, tegen 2011 pleit misschien ook een Yves Leterme wel voor een federale kieskring!