Het Zwarte Anti-Fascisme
From the desk of The Brussels Journal on Sun, 2008-10-05 12:22
Inleiding
Zoals onze lezers onderhand bekend is, werd het recente Anti-Islamiserings Congres in Keulen verstoord door groepen in het zwart gekleed en gemaskerd tuig. Deze vandalen, die ik voor dit korte oriënterende stuk allen Antifa zal noemen, zijn een macht waarvan de grootte en sterkte zeer moeilijk is te bepalen door het enkel terloops doorlezen van de berichtgeving over het Congres.
Met behulp van waardevol onderzoek door een correspondent van de Gates of Vienna blog, VH, stel ik voor om te beginnen met het iets beter doorgronden van deze extreem linkse vechtjassen, in de hoop dat wij op ideeën kunnen komen, zo ze er zijn, over hoe wij ze moeten aanpakken. Dit essay zal niet, en kan ook niet, complete voorstellen leveren voor het geheel, noch definitieve conclusies trekken. Het is niet meer dan een speculatief stuk dat slechts als doel heeft een discussie te bevorderen onder diegenen die daarin geïnteresseerd zouden kunnen zijn.
Ik beken een zeker gebrek te hebben aan belangstelling voor de taxonomie van miltant links. Communisten, anarchisten, revolutionaire socialisten, autonomen, ‘anti-fascisten’, AFA: Ik weet niet wat het preciese verschil kan zijn tussen deze verschillende groepen en dat kan me ook niets schelen. Het ontleden van dit zooitje criminelen is een activiteit die ik liever overlaat aan diegenen die zowel over een sterke maag beschikken voor zo’n taak, alswel van mening zijn dat het van belang is de ideologische structuren en bijbehorende zwakke plekken van onze zelfgekozen-mensenrechten-voorvechters-op-straat te doorwrochten.
Gezien het feit dat Antifa duidelijk in staat is om onderlinge verschillen lang genoeg opzij te kunnen schuiven om opstandjes uit te uitlokken, zal ik hen voor de duur van dit stuk behandelen als de eenvormige groep die ze soms vormen. Echter, voor het doel van dit essay, zal ik de incidentele kleinschalige gerichte acties door Antifa figuren negeren, zoals brandstichting, aanvallen op woningen van anti-immigratie-politici of brute aanslagen op anti-Islamisering activisten zoals die op Anders Gravers, de voorzitter van SIAD [Stop de islamisering van Denemarken-vert.]. Hoewel gepleegd door dezelfde slag lieden, denk ik dat deze criminele activiteiten genoeg afwijken van de massale actie onlangs in Keulen, dat het een onderzoek in het betreffende land verdient. Daarom zal ik mij in dit essay concentreren op Antifa als massa-actie groep.
Deze discussie zal eerst losjes worden opgebouwd rond een reeks belangrijke vragen over Antifa, waarna ik zal proberen enkele voorlopige en speculatieve antwoorden te geven.
De vragen:
1) Hoeveel van hen zijn er in heel West-Europa en waar zijn ze gevestigd? Ik zal een Antifa-lid definieren als zijnde een kernlid bij Antifa activiteiten, die hun identiteit verbergen achter maskers en onder capuchons, en bereid zijn tot het plegen van geweld tegen ideologische tegenstanders en/of de politie, maar ook andere criminele activiteiten niet schuwen zolang zij die geschikt achten voor hun belangen. Gewone demonstranten tellen niet mee, hoe nauw ze ook verant kunnen zijn met Antifa.
2) Wat zijn hun financiële middelen?
3) Wat is hun wervings proces?
4) Wat zijn hun krachten?
5) Wat zijn hun zwakheden?
1) Hoeveel en Waar
Ondanks dat vooraf werd verwacht dat er 40.000 mensen deel zouden gaan nemen aan de tegen-demonstraties in Keulen, werd het uiteindelijk, op basis van hetgeen VH boven water wist te krijgen, niet meer dan vijf- of zesduizend mensen. Hij kwam ook tot de schatting (ik baseer mij even geheel op zijn onderzoek) dat daartussen niet meer dan ongeveer 2000 Antifa’s waren. Het belang van dit aantal hangt af van een aantal factoren.
Indien de poging om de Pro-Keulen bijeenkomst te verstoren een van de belangrijkste Antifa acties was in hun agenda voor 2008, en uiteindelijk slechts 2000 van hen is gelukt om mee te doen, moeten we ervan uitgaan dat óf het aantal van 2000 ongeveer hun sterkte in West-Europa representeert, óf dat er aanzienlijk meer zijn, maar dat hen de financiële en organisatorische mogelijkheden ontbrak mee te doen, of een combinatie van deze twee.
Waarschijnlijk waren er niet meer dan een paar honderd niet-Duitse Antifa leden bij de demonstratie, en die kwamen dan vooral uit België, Nederland, en wellicht ook delen van Frankrijk. Het lijkt niet onredelijk er van uit te gaan dat er in totaal hooguit een paar duizend Antifa leden zijn in het grootste deel van West-Europa. Zij worden in sommige glegenheden aangevuld met een flink aantal reguliere demonstranten die zij tot op zekere hoogte kunnen instrueren en aansturen, maar die er waarschijnlijk in meerdere opzichten niet echt toe doen.
2) Financiële middelen
Zoals men kan verwachten van een groep mensen die, ondanks hun ideologische verschillen, allen de fundamentele beginselen van de Westerse samenleving verwerpen, lijken Antifa’s niet te behoren tot de hogere inkomensgroepen. Het is ook moeilijk voor te stellen hoe een groep van deze aard een betrouwbare bron van inkomen van welke inspanning ook zou kunnen genereren, of bereid zou zijn zulks te accepteren. We zouden ons voordeel kunnen doen door meer te weten te komen over dit specifieke onderwerp. De correspondent VH heeft mij van wat fascinerende informatie voorzien over de pogingen van Antifa in Nederland om het “kraakrecht”, zoals erkend door de overheid, te behouden in Nederland. Voor zover ik begrijp, is er in Nederland een officieel “recht tot kraken” sinds een rechterlijke uitspraak in 1971 [HR 2-2-71 arrest Nijmeegse kraker -Vert.], waar Antifa geweldig gebruik van heeft gemaakt.
De veelbesproken vraag is hoe mensen, die zich kennelijk niet bezighouden met productieve arbeid van de soort zoals die beloond wordt in een moderne economie, hun gekozen levensstijl kunnen volhouden is dus ten dele beantwoord, zeker voor Nederland en misschien geldt dit tot op zekere hoogte ook voor andere landen. Door gebruik te maken van de mogelijkheid een gebouw in bezit te nemen dat langer dan een jaar leeg staat, is de grootste component in hun lasten, zoals allen die dragen, teruggebracht tot nagenoeg nul.
In september dit jaar, in reactie op een voorstel tot wijziging van de woningwet en het instellen van een verbod op kraken, demonstreerden enkele honderden ‘activisten’ uit het hele land in Utrecht. Zowel Antifa’s als anderen hoeft men maar even te dreigen met intrekken van de subsidiëring van hun levensstijl uit de rijkdom van anderen, en ze gaan gillen. De afhankelijkheid van deze mensen van het leven op kosten van anderen, zonder er iets waardevols voor tegenover te stellen, laat uitstekend zien hoe zwak hun vermogen waarschijnlijk is zichzelf te financieren. Ik zal op dit belangrijke punt later wat dieper ingaan.
3) Wervingsproces
Ik kan me voorstellen dat vele, zoniet de meeste Antifa groepen een soort van aanwezigheid op het web hebben of zijn op zijn minst actief genoeg op Indymedia en andere soortgelijke sites om een aanspreekpunt te bieden voor iedereen die geïnteresseerd is met ze verwikkeld te raken. Directe contacten en werving is het meest gevolgrijk in gebieden met zichtbare Antifa groepen. Echter, de meest interessante vragen met betrekking tot werving door Antifa zijn die welke betrekking hebben op de screening en de diepte van toegang.
Eenieder die in het zwart gekleed bij een actie verschijnt, met de capuchon op en een masker voor, zal ongetwijfeld worden toegestaan tot op zekere hoogte deel te nemen, daar Antifa een afdoende aantal mensen nodig heeft om datgene te bereiken wat het voor ogen heeft. Zij komen ermee weg door het ontbreken van duidelijke operationele veiligheidseisen, een ander punt waarop ik later zal ingaan in een bespreking van Antifa’s mogelijk zwakke punten.
4) Krachten
Hoewel de organisatorische capaciteiten van Antifa in sommige opzichten aanzienlijk lijken te zijn, doen wij er goed aan dit niet te overdrijven. Gegeven het feit dat ‘hardcore’ Antifa leden vermoedelijk hun leven doorbrengen met te wachten op het volgende beetje ‘actie’, is hun enthousiasme een buskaartje naar Keulen aan te schaffen ondanks de vele oproepen twee maanden vooraf, nauwelijks overweldigend. De belangrijkste sterke punten van de Antifa, die we hen moeten nageven, zijn de tactische en ideologische samenhang op straatniveau. Deze conclusie is gebaseerd op oppervlakkige bronnen en wat goedgelovigheid, maar ik denk dat het aannemelijk is om waar te zijn, zoals ik hieronder uiteen zal zetten.
Antifa lijkt een scherp afgestemd besef te hebben van waar ze mee weg kunnen komen, zowel politiek als tactisch. Gezien het feit dat dit niet iets is dat kan worden afgeleid uit basisbeginselen, maar telkens weer opnieuw moet worden aangepast voor het land waar de operaties plaatsvinden, de relevante standpunten van de betrokken regering, en misschien ook andere factoren, moet Antifa beschikken over goede inlichtingen in dit opzicht. Dit betreft contacten in de [locale] overheid en een genuanceerd inzicht de politiek van het land in kwestie, en hoe zij daar gezien worden.
Volgens het onderzoek door VH, werden uiteindeijk circa 500 Antifa’s gearresteerd in Keulen. Het aantal van deze mensen dat vervolgd zal worden is vermoedelijk nul. In hoeverre zouden de Duitse autoriteiten, nationaal, regionaal of locaal, hun eigen rechtbank en gevangenis-systeem willen laten opschepen met honderden goed georganiseerde jonge criminelen wiens kameraden in staat zijn aanzienlijke schade aan te richten, en politieke “fall-out” en slechte publiciteit kunnen veroorzaken? Nee, de autoriteiten trachten in situaties als deze om het strikte minimum te doen wat nodig is om de situatie onder controle te krijgen, en er voor te zorgen dat de daaruit voortvloeiende problemen zo gering mogelijk zullen zijn. Dus als we ervan uitgaan dat één op de vier aanwezige Antifa leden in Keulen werd gearresteerd, en de komende paar dagen allen vrijgelaten zullen worden, kunnen we niet anders concluderen dan dat Antifa als geheel een helder idee heeft van welke lijnen zij kunnen overschijden bij de pogingen hun politieke doelstellingen te bereiken en welke niet. Het Anti Islamiserings Congres werd afgelast, en de gevolgen op lange termijn voor Antifa zijn nihil voor zover wij kunnen opmaken uit wat op dit moment bekend is. Dit was een goed resultaat voor ze, althans op de korte termijn, en werd niet bereikt door puur toeval.
Om te beseffen hoe indrukwekkend de prestatie van Antifa is in dit verband, ga maar eens na wat er vermoedelijk zoal komt kijken bij het opzetten van illegale blokkades van het type dat blijkbaar werd uitgevoerd in Keulen. Laten we even aannemen dat er ófwel geen politie in het gebied in kwestie is, óf dat de politie zich op afstand houdt. Vervolgens hebben we een weg of een soortgelijke passage naar een terrein dat Antifa wil blokkeren. Mijn eigen ervaring met blokkades van wegen is helaas nogal beperkt, maar een paar minuten doordenken zal tot de conclusie leiden dat de taak die Antifa zich stelde om dit uit te voeren verre van triviaal is.
Een Antifa groep die besluit te gaan blokkeren stelt zich in een positie waarbij de kans om betrokken te raken bij directe fysieke confrontaties met anderen, tot en met zwaar bewapende oproerpolitie, hoog is. Afhankelijk van de omstandigheden, zal het vermogen om de aard en omvang van het geweld te kunnen voorspellen waarschijnlijk vrij beperkt zijn. Hoewel de recente Antifa activiteiten in Keulen lijken te zijn uitgevoerd zonder bijzondere gevolgen voor de Antifas — ondanks het grote aantal arrestaties — zal het niet altijd zo uitpakken. Ik betoog dat het niet mogelijk is voor zomaar een groep van mensen om te doen wat Antifa doet met blokkades van wegen, zonder dat er zowel een duidelijk en goed actieplan is waarin rekening wordt gehouden met verschillende onvoorspelbaarheden (politie-betrokkenheid, politie-charges, aanvallen door tegendemonstranten, tegenaanvallen met stenen of waterkanonnen, gedeeltelijke opbreking van de blokkade, de verwondingen van de Antifa-leden, enz.) en een hoge mate van vertrouwen in de hulp van collega-Antifa’s, met vuisten en voeten als het nodig is. Pak de eerste op en ze worden een meute, bij de tweede een horde. Hun vermogen tactisch sterke samenhang en een gelijkgestemde moraal te handhaven, die ik als aanzienlijk inschat, is indrukwekkend en een belangrijk voordeel ten opzichte van de minder goed gedisciplineerde tegenstanders. Het komt vermoedelijk voor een groot deel dankzij specifieke Antifa afdelingen die in unisono handelen tijdens Antifa acties, en dit zou buitengewoon moeilijk vol te houden zijn indien de leden willekeurig over het hele Antifa contingent verspreid zouden zijn. Zoals in een leger, dus ook in Antifa: de cohesie van kleine eenheden is een onmisbaar element in hoe ze werken.
Doorgaan naar een iets andere type kracht, heeft Antifa een soort van redelijk goed doorgevoerde doctrine met betrekking tot de graad van geweld dat zij toepassen op tegendemonstranten en politie. Ik ben niet bijzonder bekend, zowel qua achtergondkennis als van specifieke informatie met betrekking tot recente gebeurtenissen, met berichten over Antifa’s die mensen proberen te vermoorden. Maar gezien hun militante aard, ideologische verbindtenis, en de manifest diepe haat die zij hebben voor hun tegenstanders, vereist dit enige uitleg. Ik kan alleen maar veronderstellen dat Antifa heel goed weet dat ze opereren mét, en uitsluitend met, de toestemming van de staat, hetzij in het land van herkomst of het land van een specifieke Antifa fractie. Merk op dat de toestemming niet noodzakelijkerwijs instemming impliceert. Het suggereert slechts dat, op zijn minst, de autoriteiten een soort kosten-batenanalyse hebben uitgevoerd op het afbreken en afvoeren van Antifa, en besloten dat de kosten niet opwegen tegen de voordelen. Of zulke toestemming nu wel of niet bestaat, zou moeten worden beoordeeld op een “case-by-case” basis.
Gezien het intrinsiek criminele karakter van wat ze doen, is Antifa duidelijk kwetsbaar voor grootschalige vervolging indien een bepaalde regering haar gedachten wijzigt over het project. Zij lopen ook het risico financieel ondermijnd te worden (uit hun kraakpanden gegooid bijvoorbeeld), verboden tegen-demonstraties op te zetten, geinfiltreerd te worden door politie en veiligheidsdiensten, en structureel en ideologisch beschadigd te worden door de opsluiting van kopstukken. Het is dan ook in hun belang om de irritatie die ze veroorzaken bij overheden onder een bepaalde drempel te houden als ze ook maar iets van hun activiteiten willen blijven voortzetten. Maar zij moeten dicht tegen de drempel blijven om effectief te zijn op basis van hun eigen uitgangspunten. Dit vereist een scherp inzicht in de lijnen die niet overschreden mogen worden en het politieke beeld in de landen van hun herkomst en actie. In feite moeten zij dezelfde kosten-batenanalyse maken die overheden doen (zoals hierboven beschreven) en het verloop nauwkeurig genoeg uit te voeren om op dezelfde slotsom uit te komen. Dit vereist een combinatie van ‘empirisch onderzoek’ en politiek snuggeren die niet onbelangrijk zijn te verwerven en zo nodig vervangen moeten worden wanneer nodig.
5) Zwakke punten
Op het eerste gezicht leek het me dat de recente gebeurtenissen in Keulen Antifa hebben laten kennen als zijnde, althans potentieel, een belangrijke kracht in de politiek van de straat in heel West-Europa. Maar na door ten minste een deel van de mist rond die gebeurtenissen gestaard te hebben en een redelijke hoeveelheid informatie over specifieke details te hebben verzameld van wat er heeft plaatsgevonden in Duitsland, lijkt het mij dat deze conclusie niet geheel juist was. Sterker nog, ik denk dat Antifa een kracht vormt die in staat zal zijn significante invloed te hebben op gebeurtenissen in het geval van een burgerlijke opstand van het type, zoals voorspeld in mijn essay Surrender, Genocide… or What?
Zoals hierboven besproken, lijkt het dat er niet meer dan 2000 Antifa’s in Keulen geweest zijn. Als we ervan uitgaan, met de invoeging van o.a. de Scandinavische Antifa aan de Duitse-, Belgische-, Franse- en de Nederlandse Antifa, dat we een maximum van 5000 verspreid over dit deel van Europa hebben, dan spreken wij nog steeds over een kracht die in absolute zin klein is en niet in staat is zich als geheel te mobiliseren, zelfs niet voor een evenement zoals dat plaatsvond in Keulen. Zelfs daar hebben zij hun operaties alleen met succes kunnen uitvoeren dankzij de autoriteiten in Keulen, in alle opzichten, die content genoeg waren om ze te vrij te laten bewegen in- en rond de stad, de vervoersinfrastructuur te saboteren en mensen die probeerden vreedzaam deel te nemen aan een legale bijeenkomst te intimideren en aan te vallen. Het is moeilijk te geloven dat Antifa meer bewegingsvrijheid had, letterlijk of figuurlijk, dan de Duitse autoriteiten toestonden. Het is een kwalijke zaak voor Duitsland dat haar overheid hufterig is ten opzichte van grote bendes hard-linkse criminelen die dicteren wat wel en niet mag plaatsvinden op de straten, en het is meer een indicatie van de huidige stand van de Duitse politiek dan om het even welke intrinsieke vermogens van Antifa.
Bovendien is het vanzelfsprekend dat, zonder ten minste de tolerantie van de overheid, Antifa zelfs niet eens kan bestaan, laat staan functioneren. Het is geen rebellie. Het kan niet de pijlers voor een moderne samenleving creëren of handhaven. Het is geen regering-in-opkomst. Het heeft geen morele autoriteit. Het is geen massa beweging, ondanks zijn vermogen om af en toe een paar duizend spandoekzwaaiers aan te werven om de rangen van de blokkades wat op te pompen. Het heeft geen militaire vermogens. Het kan geen territorium in bezit nemen of houden.
Wanneer de overheid zich tegen hen keert, zal het ineenkrimpen. Maar wanneer de overheid hen ondersteunt, wordt het irrelevant, verweekt door de meer overweldigende middelen van de staat. Het is waarschijnlijk slechts relevant in marginale gevallen, waarin de samenleving als geheel en de overheid in het bijzonder, zwak zijn, verdeeld of een ambivalente houding ten aanzien van bepaalde politieke ontwikkelingen houden, ofwel de vastberadenheid om te handelen ontbreekt, waardoor een vacuüm ontataat waarin Antifa kan opereren, of aan kan moedigen de druk op bepaalde partijen op te voeren, in welk geval zij kunnen zorgen dat Antifa dit voor hen doet, met behoud van een zekere mate van plausibele ontkenning. Dat deze kwalijk stand van zaken momenteel in veel Europese landen de boventoon voert neemt niet de fundamentele zwakte van Antifa weg.
Een andere opvallende tekortkoming is het ontbreken van een onafhankelijke financiële basis. De bovenstaande anekdote over de krakers die zich belachelijk maken door hun roep om “recht op een kraakpand” maakt de zwakke financiële positie van Antifa in het algemeen duidelijk, althans voor zover de anekdote van toepassing is op Antifa in het algemeen. Als de Nederlandse overheid er inderdaad in dit meest gekoesterde mensen “recht” weg te nemen, bevinden veel Antifa’s zich in de afschuwelijke situatie te moeten gaan werken voor hun brood op de plank. Meer fundamenteel, de zwakke financiële positie van Antifa zal het afkalf-ratio van recruten opvoeren, en het aantal jaren dat een gemiddelde rekruut lid blijft naar beneden drukken en daarmee de kern competentie van Antifa als geheel en de moraal van de resterende leden. Het vermindert ook hun vermogen om deel te nemen aan internationale acties, wat vermoedelijk zou verklaren waarom een groot aantal Europese Antifa leden (met behulp van hun aantallen zoals hierboven geschat) niet in Keulen zijn geweest. Het is immers moeilijk voor te stellen dat zij iets beters hadden te doen met hun tijd.
Er was reeds opgemerkt dat Antifa de tolerantie van de overheid nodig heeft om te overleven, maar dit geldt niet alleen in die zin dat het als een intrinsiek criminele entiteit kan worden stilgelegd als de politieke wil er is. Misschien meer belangrijk, het is ook zo in die zin dat het levensonderhoud van Antifa leden afhankelijk lijkt te zijn van het bestaan van een sterke verzorgingsstaat, en ik ben VH buitengewoon erkentelijk voor het belichten van dit punt voor mij. Hij vertelt me dat het merendeel van de straatvechters militanten zijn in de leeftijd tussen 16 en ca. 28 jaar, en dat zij doorgaans moeten rondkomen van een uitkering voor hun levensonderhoud, terwijl zij een nobel woest bestaan leiden in kraakpanden. Na het eventuele slagen voor de ‘tactische’ tak van Antifa stromen ze door naar meer ‘leidinggevende’ rollen terwijl zij tevens trachten ‘vrijwilligers’-baantjes te krijgen (met behoud van uitkering), of baantjes bij voorspelbare soorten van organisaties (‘anti-racismeorganisaties, migrantenorganisaties, lokale overheden, enzovoort, die allen volledig worden gefinancierd door de belastingbetaler). Wat dit betekent, als ik de situatie correct inschat, is dat een groot aantal parasitaire, opruiende, hard-linkse types met uitgesproken criminele neigingen worden gesubsidieerd door de overheid die zij proberen en te ondermijnen onclusief haar wetten. Deze absurditeit even terzijde gelaten en wat het zegt over het moderne Europa, spreekt het voor zich dat een van de meest voor de hand liggende manieren om Antifa proberen te beschadigen, zoniet te vernietigen, is het financieel te castreren door het weg te rukken, al schoppend en schreeuwend, van de staats-uier.
Het laatste punt dat in principe een zwak punt zou kunnen zijn, is het open karakter van de Antifa-wervingsprocedure. Gezien het grote aantal mensen dat Antifa moet aantrekken om überhaupt effectief te kunnen zijn, en door het ontbreken van een helder mechanisme, waardoor een infiltrant Antifa’s vermogen om haar doelstellingen te verwezenlijken nadelig zou kunnen beïnvloeden, moeten we aannemen dat nagenoeg iedereen die zich wil aanmelden voor een van de subgroepen die samen Antifa vormen, welkom is op voorwaarde dat zij zich verplichten tot een minimum aan inzet. Dit suggereert dat door het vinden van een manier om middels infiltratie Antifa aan te tasten, het wervingsvermogen samen met het moreel verzwakt wordt. Natuurlijk, als men bereid was zich met illegale activiteiten in te laten, zou niet moeilijk moeten zijn een manier te bedenken om Antifa’s laksheid in dit opzicht te gebruiken en het te bestraffen door het van binnenuit weg te laten rotten. Om dit te doen zonder de lijn der illegaliteit te overschrijden, is een meer gedetailleerde kennis per geval nodig, over wat voor soort informatie kan worden verzameld over individuele Antifa-leden, en de politie te overtuigen hen te vervolgen, overheden om hun financiële steun in te trekken, of werkgevers om hen de laan uit te sturen. Of er wel of niet theoretische inspanningen in dit opzicht met een groter effect gemaakt zouden kunnen door te lobbyen voor de hervorming van de relevante onderdelen van de verzorgingsstaat, of om de politie en de rechterlijke macht aan te sporen dat zij zich meer zouden moeten wijden aan het vervolgen van Antifa, is weliswaar een open vraag.
Conclusie
Antifa, hoewel indrukwekkend in haar vermogen af en toe behoorlijk grote aantallen disfunctionele en onproductieve jeugd te motiveren en te organiseren, lijkt niet in het bezit te zijn van welke kenmerken dan ook die zouden kunnen wijzen op een bepalende invloed op het traject van een Europees land met betrekking tot de Islamisering. Of een gegeven demonstratie zal plaatsvinden, wordt uiteindelijk bepaald door de regering van het land in kwestie, dat zich verschuilt achter Antifa, en de schouders ophaalt en probeert te voorkomen dat het de verantwoordelijkheid voor het onmogelijk maken van genoemde demonstratie in de schoenen geschoven krijgt. Merk ook op dat, gezien de kleine aantallen Antifa-leden, hun zwakke financiële basis, en de hoeveelheid tijd die nodig is om een belangrijke actie te organiseren, het vermogen van Antifa om gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig evenementen in heel Europa te verstoren ligt dicht bij nul.
Misschien wel de grootste structurele zwakte van Antifa is dat de gehele operationele doctrine, althans met betrekking tot massale actie, gebaseerd is op het bestaan van een machtig staatsapparaat, dat de beperkingen waarbinnen zij moeten werken uitzet. Zou de instorting van de burgerlijke orde die ik en anderen mogelijk achten ooit in een Europees land plaatsvinden, dan zal Antifa ontdekken dat hun honkbalknuppels en stalen schoenenneuzen niet de “cutting edge” van vroeg 21e-eeuwse militaire technologie representeren. Als die dag komt, is er misschien nog een late ontdekking dat een vuurgevecht binnenwandelen zonder een pistool één van de meest genadeloze fouten is.