BHV-Carrousel Draait een Nieuw Rondje

De afgelopen weken draaide de BHV-carrousel nog maar eens een nieuw rondje. De hoofdrol was deze keer weggelegd voor de Duitstalige Gemeenschap, met aan het hoofd ervan Minister-President Karl-Heinz Lambertz. De uitslag stond echter al op voorhand vast, net zoals bij het vorige rondje: een nieuw belangenconflict werd uiteindelijk ingediend. Maar wat zal de toekomst voor BHV-dossier brengen?

Eigenlijk kan het niets anders genoemd worden dan een uiterst lamentabel schouwspel, het stukje derderangstheater dat de laatste weken opgevoerd werd rond het dossier-Brussel-Halle-Vilvoorde. Inderdaad, zowel aan Vlaamse als aan Duits–Franstalige zijde waren de acteerprestaties ondermaats. Wat bijvoorbeeld te denken van CD&V-voorzitster Marianne Thyssen, die pleitte voor een onderhandelde oplossing van het dossier, waarop Karl-Heinz Lambertz een week later inpikte door een signaal van de Vlamingen te verlangen om al dan niet een belangenconflict in te dienen. Achter de schermen bad Eerste Minister Herman van Rompuy ondertussen rustig vast op zijn knieën om het belangenconflict toch maar in te dienen, en dat was meteen het enige signaal dat Karl-Heinz Lambertz veinsde gehoord te hebben – dat, en de toewijzing dat het Kehrweg Stadion van Eupen één van de oefenstadions zal zijn indien de Belgisch-Nederlandse kandidatuur voor het WK-voetbal in 2018 of 2022 aanvaard zou worden. Alhoewel, officieel heeft dat laatste natuurlijk niets met het eerste te maken, maar voor de volledigheid wil ik toch ook even vermelden dat Karl-Heinz Lambertz een lidkaart van de PS heeft, en laat de rest aan het oordeel van de lezer over. Voor de argumenten van N-VA-voorzitter Bart de Wever en een delegatie van de burgemeesters uit Halle-Vilvoorde bleef de man in ieder geval oostindisch doof, om nog maar over die van de «griezels» van VVB, TAK en HaViKo te zwijgen.

Wat staat ons nu verder te wachten in dit dossier? Opvallend is in ieder geval dat de Duitstalige Gemeenschap bij de vorige ronde nog optrad als reserve voor het geval het Waalse Parlement zou nalaten een belangenconflict in te roepen. De tijd die met het Waalse belangenconflict gewonnen werd –120 dagen, maar in de Belgische praktijk al gauw bijna een half jaar– werd zoals bij alle andere vorige belangenconflicten vooral gebruikt om niets te doen. Verwacht kan dus worden dat het ook deze keer niet anders zal gaan. Bovendien werd al aangeduid wat over meer dan 120 dagen te gebeuren zal staan. Het Brussels Parlement trad immers op als reserve indien Eupen zou nalaten een belangenconflict in te roepen, en zal in de lente van 2010 de eer hebben de hoofdrol te mogen spelen in het volgende rondje van de BHV-carrousel. Absurd? Indien de Duitstalige Gemeenschap zich deze keer genoodzaakt zag een belangenconflict in te roepen om de federale regering te redden en het land bij mekaar te houden, waarom zou de Belgische en Europese hoofdstad dan niet precies hetzelfde mogen doen om te vermijden dat het Belgische EU-voorzitterschap in het honderd zou lopen? Is onze dierbare hoofdstad dat niet aan zichzelf, het land en de Europese Unie verplicht? Als het moet zullen de Brusselse CD&V- en Open Vld-leden dat belangenconflict desnoods zelfs mee goedkeuren. De respectievelijke achterbannen werden in ieder geval de afgelopen week al eens goed voorbereid op dit scenario.

En wat dan na het Brusselse belangenconflict? In het Belgische leugenfederalisme kunnen 120 dagen misschien wel lang duren, maar niet lang genoeg om het BHV-splitsingsvoorstel tot in 2011 uit de Kamer te houden. Als ik een gokje mag wagen, dan zullen CD&V en Open Vld vrijwillig afzien van een onmiddellijke stemming eens het Brusselse belangenconflict afgelopen zal zijn, om heel het zaakje te verdagen tot in 2011. Een belangenconflict door het Vlaams Parlement lijkt zelfs voor Open Vld en CD&V een brug te ver. Bovendien hebben de twee partijen er geen meerderheid, en lijkt het me onwaarschijnlijk dat sp.a de federale meerderheid zou willen helpen depanneren. Daarna zijn we al zo dicht bij de volgende federale verkiezingen, dat het voor zowel de Franstalige als de Vlaamse partijen geen onnoemelijk grote nadelen meer zal opleveren om de federale regering vervroegd te laten vallen, zodat het voorstel eenvoudigweg niet meer gestemd kan worden. Meer zelfs, het zou voor iedereen alleen maar voordelen opleveren: de Franstaligen kunnen aan hun kiezers vertellen dat ze de belangen van de Franstaligen hebben kunnen verdedigen door een vroegtijdige val van de federale regering te veroorzaken, terwijl CD&V en Open Vld zullen verklaren dat ze hun best gedaan hebben, maar dat een eenzijdige splitsing nu eenmaal niet mogelijk was. En dat een onderhandelde oplossing, dat wil zeggen één met Vlaamse toegevingen, de enige mogelijke is, ook al is het eigenlijke probleem vooral de onnoemelijke lafheid en het verraad van de twee partijen. (Maar laat er geen twijfel over bestaan: sp.a is geen haar beter.) Dat de Franstaligen hun belangenconflicten in serie mochten inroepen was immers helemaal geen hinder om Brussel-Halle-Vilvoorde onverwijld –wie herinnert zich het woord nog– en met vijf minuten politieke moed te splitsen. De «Vlaamse» partijen CD&V en Open Vld, in het begin trouwens aangevuld met N-VA, lieten de Franstaligen toe hun belangenconflicten in serie in te roepen. Meer zelfs, ze smeekten en smeken hen daar nog steeds om, en rekken actief de wettelijke termijnen met alle mogelijke en onmogelijke officiële en officieuze vakantiedagen.

Bestaat er dan geen alternatief? Dat de Franstaligen zouden toegeven, lijkt me onwaarschijnlijk: zij zullen nog eerder een Brussels belangenconflict indienen of de federale regering laten vallen, desnoods zelfs tijdens het Belgische EU-voorzitterschap, dan hun «rechten» op Halle-Vilvoorde zomaar op te geven. Wie de Franstalige media een beetje volgt –de Vlaamse media berichten hier niet over, een schuldig verzuim overigens– weet dat men aan de overzijde goed weet wat op het spel staat. Er wordt daar niet gedacht in termen van solidariteit, verdraagzaamheid, flexibiliteit, wettelijkheid of zelfs nog maar grondwettelijkheid, maar territorium, en PS-voorzitter Elio di Rupo heeft dat al meer dan eens duidelijk laten blijken in interviews. De Franstalige «rechten» op Halle-Vilvoorde zullen dan ook een pak zwaarder doorwegen dan de glorie en glitter rond het Belgische EU-voorzitterschap, zeker als die glorie en glitter toch alleen maar CD&V'er Herman van Rompuy te beurt zullen vallen. Als Brussel-Halle-Vilvoorde dus gesplitst zal raken voor de volgende federale verkiezingen, zal dat alleen maar kunnen omdat CD&V en Open Vld zware toegevingen doen aan de Franstaligen. De vraag is dan of dat nog mogelijk is.

Indien CD&V van plan is zware toegevingen te doen, en zowel Marianne Thyssen als Herman van Rompuy geven sterk die indruk, dan was er eigenlijk geen beter moment geweest dan nu. Begin 2010 zullen de voorbereidingen voor het EU-voorzitterschap al volop aan de gang zijn, en lijkt het weinig waarschijnlijk dat CD&V en Open Vld veel tijd en energie over zullen hebben om een reeks Vlaamse toegevingen samen te stellen waarmee ze de Franstaligen zullen kunnen paaien. Minder dan wat hen aangeboden werd ten tijde van de regering-Verhofstadt II is voor hen waarschijnlijk hoe dan ook niet aanvaardbaar, en tegelijkertijd voor CD&V een brug te ver zolang er nog altijd een mogelijkheid is om het Brusselse Parlement een belangenconflict te laten indienen. Alsnog een Brussels belangenconflict inroepen zal dan ook de gemakkelijkste uitweg zijn, desnoods met de steun van CD&V en Open Vld dus. Nà het EU-voorzitterschap zullen we dan weer al zo dicht bij de volgende federale verkiezingen zitten, dat CD&V ervoor zal terugschrikken Halle-Vilvoorde openlijk aan de Franstaligen uit te verkopen. Dan nog liever de federale regering laten vallen in onderling overleg met de Franstaligen –al dan niet met wat theater voor de galerij– en achteraf de ongrondwettelijke verkiezingen toch maar goedkeuren in de Kamer. Het zou trouwens niet de eerste keer zijn dat men daar ongrondwettelijke verkiezingen zou goedkeuren.