De Wonderbaarlijke Bekering van Paul De Grauwe
From the desk of Martin De Vlieghere on Tue, 2009-11-03 16:08
Het
Keynesiaans relancebeleid van de overheden wordt steeds brutaler en is
nauwelijks effectief. De Duitse schrootpremie was een groteske
manier om mensen nog
eenmaal te snel van auto te doen veranderen en heeft autofabri-kanten
nog langer doen treuzelen met hun onafwendbare
saneringen. Ook de ongeziene expansie van de monetaire basis in de
euro- en dollarzone helpt niet meer om het krediet aan
de nijverheid te
versoepelen, maar leidt er alleen toe dat de insolvabele banken in
een poging om zichzelf overeind te houden, staatsobligaties kopen en
nog meer krediet
verschaffen aan noodlijdende ondernemingen waaraan ze al veel te
veel krediet hebben verschaft...
Door telkens voor de
snelle Keynesiaanse uitweg uit een recessie te
kiezen, wordt de volgende crisis alleen maar
onbeheersbaarder. Duurzaam herstel kan maar komen nadat
deflatie de
buitensporige prijzen voldoende heeft verlaagd en de ‘spread’ tussen
productiekosten en verkoopsprijzen
danig is hersteld en zulkdanig winstpotentieel is geschapen, dat
ondernemers het niet meer
kunnen laten aan te werven.
De comeback van John
Maynard Keynes is opmerkelijk. Prof. De Grauwe zit er zelf mee
verveeld dat daardoor de discussies van de jaren dertig van de vorige
eeuw zich helemaal herhalen. 'Eigenlijk is dat ontmoedigend' zegt
hij
in De Standaard van 31 oktober. Maar wie is hier hardleers? Degenen
die
Keynes uit de handboeken hebben verbannen of degenen die volharden in
het politiek en monetair manipuleren van individueel consumptie- en
investeringsgedrag?
Paul
De Grauwe
was zelf de luidste roeper om tijdens de hoogconjunctuur
de geldkraan nog meer open te draaien. De centrale banken mochten zich
niet blindstaren op de inflatie. Een beetje meer inflatie was in
sommige gevallen geen te hoge prijs voor meer jobs en groei. Door dit
te zeggen tijdens de laatste hoogconjunctuur, heeft De Grauwe elk gezag
verloren om ons nu de weg uit de crisis te wijzen. Je kunt niet
tegelijk beweren dat de laatste hoogconjunctuur op een consumptie- en
kredietzeepbel was gebaseerd en dat we tijdens die hoogconjunctuur nog
kwistiger met krediet moesten omspringen.
Sociale
zekerheid op krediet
Die tegenspraak is zo flagrant, dat die zelfs De Grauwe niet kan
ontgaan. Daarom probeert hij zichzelf wijs te maken dat de Amerikaanse
economie op een consumptie- en kredietzeepbel was gebaseerd en de
Europese niet. Destijds gaf hij inderdaad alleen aan de Europese
Centrale Bank de raad om een lossere monetaire politiek te voeren, zij
het wel naar het voorbeeld van…de Amerikaanse Fed. Dit lost dus de
contradictie niet op en er komt er meteen een tweede bij. In hetzelfde
interview van zaterdag herhaalt hij dat hij naar aanleiding van de
crisis heeft ontdekt dat de Europese sociale zekerheidsstelsels een
stabiliserende werking hebben door de consumptie op peil te houden. Net
alsof de uitkeringen in ons stelsel en de daaruit voortvloeiende
consumptie ook niet op krediet was en meer dan ooit is gebaseerd.
De sociale zekerheid is in de eerste fase van de crisis een buffer
geweest door… de consumptiezeepbel nog meer op te blazen. De Belgische
federale overheid moet daartoe elke dag meer lenen om haar sociale
zekerheidsverplichtingen te kunnen nakomen. Het ‘businessplan’ van de
N.V. België is dus gebaseerd op ongebreideld en permanent goedkoop
krediet. Het is een kwestie van tijd vooraleer de Belgische staatsbons
de status van ‘rommel’ krijgen.
http://info.worldbank.org/etools/docs/library/
Er is misschien nog
een uitweg door drastisch op andere overheidsuitgaven te besparen en zo
de kredietbehoefte van de Belgische staat te verminderen. Maar daar is
De Grauwe dan weer mordicus tegen omdat hij inmiddels als bekeerde
Keynesiaan vindt dat als de mensen besparen, de overheid meer moet
uitgeven. Anders worden we het slachtoffer van de ‘spaarparadox’ waar
De Grauwe ons de laatste tijd voortdurend mee om de oren slaat. Het is
inderdaad ‘vermoeiend’ dat men nu al sinds de jaren dertig steeds
opnieuw moet uitleggen dat de spaarparadox niet bestaat. We kunnen ons
geen uitweg uit de schuldencrisis consumeren. Of nog: als je in de put
zit, moet je stoppen met graven.
Onhoudbaar
Bestedingspatroon
Een recessie of
zelfs een Grote Depressie ontstaat niet zozeer omdat
mensen minder consumeren, maar omdat hun consumptiepatroon zodanig
verandert, dat de ondernemingen bijna allemaal tegelijk moeten
herstructureren. De daaruit voortvloeiende crisis is beangstigend en
lijkt uit de hand te lopen, waardoor de roep om overheidsinterventies
luider klinkt. En machtswellustige politici gaan daar graag op in. Nu
weet ik ook wel dat de crisis sinds vorig jaar zo gevaarlijk is, dat
zelfs goedmenende politici geen alternatief zagen voor de redding van
de slechte banken. Maar hoe zijn we in een dergelijke situatie
terechtgekomen? Door de perverse bonussenpolitiek bij de banken, zegt
iedereen. Maar indien hetzelfde klaarblijkelijke marktfalen zich
eerder in de geschiedenis had voorgedaan, dan zou de daaruit
voortvloeiende kredietcrisis geen systeemcrisis zijn geweest.
Zelfs in de jaren
dertig was het systeem sterker dan nu. De ultieme
redders van falende banken – de overheden – zaten toen nog niet zelf
tot over hun oren in de schulden. Maar vooral, zelfs indien de
overheden in de jaren dertig in staking van betalingen zouden zijn
gegaan, raakte dat slechts weinig mensen. Toen was 10% van de bevolking
voor zijn inkomen afhankelijk van de overheid en de door de overheid
noodzakelijk gemaakte bureaucratische privé-industrie, vandaag
is dat 80%. Juist door telkens voor een snelle uitweg uit een
recessie te kiezen, zijn steeds meer inkomens afhankelijk van
uitkeringen, subsidies en monetaire groei, waardoor elke volgende
crisis onbeheersbaarder wordt.
Het relancebeleid van de overheden wordt steeds brutaler en is
nauwelijks effectief. De schrootpremie in Duitsland is een groteske
manier om mensen nog eenmaal te snel van auto te doen veranderen zodat
de autofabrikanten nog een paar maand langer kunnen treuzelen met hun
noodzakelijke saneringen. De ongeziene expansie van de monetaire basis
in de dollar- en eurozones helpt zelfs niet meer om het krediet aan de
nijverheid te versoepelen, maar leidt er alleen toe dat de insolvabele
banken in een laatste poging om zichzelf overeind te houden, verder
krediet verschaffen aan de noodlijdende ondernemingen waaraan ze al
veel te veel krediet hebben verschaft.
Heilzame
Deflatoire Correcties
Helemaal hallucinant is, dat de allerslechtste bedrijven – de
overheden – bij de banken moeten lenen om de banken overeind te houden.
Dat is wat De Grauwe wil als hij zegt dat hij gewonnen is voor meer
overheidsingrijpen. En waarom? Allemaal om deflatie
te vermijden.
Een deflatoire spiraal van afdankingen, dalende vraag en nog meer
afdankingen hoeft helemaal niet uit de hand te lopen. Indien De Grauwe
werkelijk nog enig vertrouwen in een markteconomie heeft, zoals hij
beweert, dan zou hij toch minstens de wetten van vraag en aanbod moeten
begrijpen. Die wetten zeggen dat de verhouding tussen vraag en aanbod
de marktprijs bepaalt, maar dat impliceert natuurlijk ook dat prijzen
ten opzichte van elkaar zullen fluctueren.
Zelfs tijdens een ‘helse deflatierit’, dalen niet alle prijzen even
snel. Omdat er geen theoretisch standpunt is van waaruit men goede van
slechte producten kan onderscheiden, hebben we marktwerking en
ondernemerschap nodig. Maar we weten wel dat er altijd goede producten
zullen zijn. Er is nooit een algehele overproductiecapaciteit. Er zijn
dus altijd producten waarvan de prijzen sneller zullen stijgen of
minder snel zullen dalen dan hun productiekosten. Het duurzaam herstel
komt er wanneer de slechte producten voldoende uit het systeem
weggewerkt zijn. Of nog: algeheel consumentenpessimisme kan niet
tegenhouden en werkt zelfs in de hand dat voor sommige producenten de
‘spread’ tussen hun productiekosten en hun verkoopsprijzen en dus hun
winstpotentieel zo groot wordt, dat ze wel terug zullen aanwerven.