Nepnieuws Steekt Peiling Voorbij

‘N-VA steekt Open VLD en SP.A voorbij’, zo titelde het originele bericht van Belga op 20 december 2009 over de jongste resultaten van de electorale peiling die La Libre Belgique traditioneel voor het kerstreces bekend maakt. Zulke wijziging van de stand en vooral de volgorde van de politieke hemellichamen zorgt  uiteraard meteen voor ‘nieuws’: nepnieuws, in dit geval!

Koppen 

Het Laatste Nieuws kopte op maandag, 21 december 2009) zuinigjes op de voorpagina: ‘N-VA groter dan Open VLD en SP.A’. Bij De Morgen werd dat binnenin de krant postzegelgroot ‘N-VA derde grootste’, terwijl de Gazet van Antwerpen  in een minuscuul bericht trouw de Belga-kop overnam. De Standaard stak het nieuws weg in de rubriek ‘Kreten en Gefluister’ en Het Belang van Limburg deed iets gelijkaardigs met het bericht in de rubriek ‘snelnieuws’. 

Eigen peiling eerst

Niet alleen heeft Vlaanderen immers z’n eigen peiling (VRT/De Standaard), bovendien spreken de marktaandelen en ‘trends’ die La Libre en De Standaard sedert de verkiezingen van juni 2009 lieten optekenen, elkaar op verschillende punten nogal flagrant tegen: in de eerste politieke peiling na de verkiezingen zakte het Vlaams Belang in De Standaard bijvoorbeeld “significant” weg tot 12,8 %, terwijl dezelfde partij in de recentste La Libre-peiling haar verkiezingsresultaat van juni 2009 met 1.8% ‘verbetert’ en afklokt op 17,1%. Op 10 oktober, vertaalde De Standaard deze na de verkiezingen ingezette ‘trend’ als volgt: “Vlaams Belang zakt steeds dieper weg en Open VLD wordt opnieuw de tweede partij.” Journalistiek kan je natuurlijk geen kant meer uit met resultaten die tegen deze ingezette journalistieke verhaallijn indruisen. 

Verder is deze Franstalige landelijke peiling van Ipsos beduidend minder nieuwswaardig. Om een idee te geven: de laatste peiling van VRT/De Standaard (10 oktober 2009) werd door de eigen krant nog drie-en-een-halve pagina’s breed uitgesmeerd. De landelijke peiling van La Libre Belgique werd afgehaspeld op nauwelijks drie-en-een-halve regel. Nergens als bij politieke peilingen wordt zo duidelijk dat nieuws en de uitvergroting van ‘nieuwsfeiten’, maar datgene is wat men er redactioneel zelf van maakt. 

Flat earth news

Dat belet niet dat de neerslag die er in zowel de Franstalige als Nederlandstalige pers was terug te vinden, neerkwam op stuitende onzin: flat earth news van het zuiverste soort. Het enige relevante dat je immers uit deze peiling kon puren is dat er sedert de verkiezingen geen veranderingen zijn opgetreden, zelfs niet trendmatig, want álle netto-verschuivingen spelen zich - het kan moeilijk anders - netjes af binnen de aangegeven foutenmarge van 3.6%. We hebben het al zo vaak geschreven dat het in een meerpartijenlandschap zoals het onze, volstrekt onzinnig is met de huidige methoden en op de huidige schaal (La Libre berekende het resultaat online o.b.v. 2.000 volgens socio-demografische kenmerken geselecteerde stemgerechtigde Belgen) aan de slag te gaan om betekenisvol te peilen naar de veranderingen in de kiesintenties. 

Zelfs de grootteorde van de opgemeten resultaten zeggen nauwelijks iets over de reële marktaandelen waarop de partijen momenteel (bij nieuwe verkiezingen) zouden kunnen rekenen: wat men meet (en weergeeft) is immers hoofdzakelijk het product van een uiterst ‘conservatieve’ methode die vooral stabiliteit meet en slechts in beperkte mate in staat is om veranderlijkheid in de kiesintenties op te pikken. Dat verschijnsel is inherent aan de gehanteerde bevragingstechniek en berekeningsmethode en die is wat de klassieke politieke peilingen in ons land betreft de laatste decennia ongewijzigd gebleven. Behalve dan dat men in het geval van La Libre omwille van kostenbesparingen, de klassieke tijdsslopende en dure face-to-face-bevraging geruisloos overhevelde naar het internet, waar ze wordt mismeesterd door het gebruik van een bevragingstechniek die in geen enkel opzicht is aangepast aan het internet. 

Volksverlakkerij

Deze resultaten voorstellen als ‘representatief’ of de vastgestelde verschillen als ‘significant’ betitelen komt dus neer op pure volksverlakkerij. Als men de moeite had gedaan om binnen deze ‘representatieve steekproef’ te polsen naar het stemgedrag bij de regionale verkiezingen van juni 2009, dan zou men trouwens meteen hebben vastgesteld hoe weinig representatief deze resultaten wel waren.

Volatiel

Deze nieuwe uitslagen vormen nog maar eens een perfecte illustratie van de ‘stabiliteitshypothese’ waarbij telkens opnieuw het stabiele deel van het electoraat met vaste, onveranderlijke voorkeuren in de statistieken oververtegenwoordigd is, terwijl net het veranderlijk kiesgedrag bij verkiezingen het verschil maakt. Klassieke peilingsmethoden op basis van steekproeven (zoals La Libre en De Standaard die hanteren) laten die electorale dynamiek volkomen links liggen: reden trouwens waarom zulke technieken in een sterk volatiele kiesmarkt nog zelden in staat blijken om verkiezingsresultaten of zelfs trends juist in te schatten. Reden ook waarom in juni 2009 de peilers (nog maar eens) tot de grote verliezers van de verkiezingen werden uitgeroepen.

Onbeslisten

Om een elementaire inschatting te maken van die veranderlijkheid onder de kiezers helpt het alvast om te kijken naar de evolutie van de weigeraars i.c. de gepolsten die niet reageren op de uitnodiging om aan dergelijke peiling deel te nemen. Maar vooral dient men onbeslisten (of deelnemers die hun huidige electorale voorkeur weigeren kenbaar te maken) zoveel mogelijk te koppelen aan hun stemgedrag bij vorige verkiezingen. Uitgerekend over deze twee cruciale kengetallen (weigeraars en onbeslisten) vinden we geen spoor terug in de berichtgeving. Bovendien is het volstrekt onduidelijk welk niveau (federaal of regionaal) niveau de deelnemers aan de peiling nu voor ogen hadden toen ze hun voorkeur kenbaar maakten? Maar blijkbaar maakte dat noch voor de pollsters, noch voor de redacteurs enig verschil.

Nepnieuws

Conclusie: peilers blijven ploeteren in het moeras van de volslagen statistische en methodologische onkunde en de  opdrachtgevende kranten blijven zich van hun meest incompetente zijde tonen als rapporteurs van kunstmatig en onbetrouwbaar politiek nepnieuws. Deze peiling drilt, zoals alle andere, hoofdzakelijk in de stabiele bovenlaag van het electoraat en haalt dus telkens grosso modo dezelfde staal (met min of meer dezelfde afwijking) naar boven: reden waarom de cijfers behalve stabiel ook volstrekt betekenisloos zijn. De gehanteerde methode (de rechtstreeks bevraging van telkens eenmalige ‘representatieve steekproeven’ - lees: steekproeven waarin de representatieve verhoudingen van een aantal kenmerken zoals leeftijd en geslacht keurig overeenstemmen met de kiesgerechtigde bevolking, maar in geen enkel opzicht representatief zijn voor hun kiesgedrag) reikt niet tot aan de onderstromen waar onbesliste en volatiele kiezers bewegen. Ondertussen hebben de partijhoofdkwartieren zich ongetwijfeld weer uitvoerig uitgeput in analyses en beschouwingen over de betekenis en de verklaringen van de ingeschatte marktaandelen en de vermeende opwaartse of neerwaartse trends: het doet denken aan een tafereel uit het schilderij ‘De parabel van de blinden‘ van Pieter Bruegel waar pollsters, media en partijen hand in hand elkaar in de gracht met kunstmatig nepnieuws loodsen. 

Het verkorte Belga-bericht op de website van De Standaard stond de dag na de bekendmaking van de resultaten een tijdje in de top vijf van de meest gelezen stukken. Het bericht lokt op de website van De Standaard ruim 200 reacties uit. Hoopgevend daarbij is dat sommige lezers - zo blijkt uit de reacties, zij het nog met mondjesmaat - stilaan doorhebben dat er een loopje wordt genomen met de politieke realiteit door de flagrante schending van elementaire, statistische regels.  Statistische begrippen als ‘foutenmarge’ (in de laatste rapportering van De Standaard-peiling niet eens meer vermeldt door de krant) doen blijkbaar bij steeds meer lezers een belletje rinkelen. Reden genoeg om te blijven hameren op de kwaliteitsloos nieuws waarmee media ons over peilingen blijven berichten.