Indépendance Cha Cha
From the desk of Koenraad Elst on Sat, 2010-04-03 08:56
Regelmatig
zendt de staatsomroep herdenkingsprogramma’s uit rond diverse aspecten van de
Kongolese onafhankelijkheidsverklaring op 30 juni 1960. Meestal opent zo’n
uitzending met het aanstekelijke rumba-liedje Indépendence cha cha van Joseph Kabasele (Grand Kalé).
Dat is een vreugdezang over de Rondetafelconferenties van 1959-60, waar een erg
diverse groep Kongolese leiders van België de belofte van een spoedige
onafhankelijkheid loskreeg. Tegelijk is het een oproep tot diezelfde leiders
(bij naam opgesomd: Kalondji, Kasavubu, Lumumba, Tshombe…) om ter wille van het
nationale belang de eenheid te bewaren.
Die
Kongolese leidersgeneratie had minder managersgaven dan de gemiddelde Vlaamse
deelregering. Politiek en economisch maakten ze geen succesverhaal van hun
grondstoffenrijke jonge staat. Zij en hun opvolgers kunnen moeilijk zeggen:
“Wat we zelf doen, doen we beter.” Maar in één opzicht laten ze de Vlamingen
vér achter zich: hun problemen zijn helemaal hun eigen bevoegdheid. Als zij
bijvoorbeeld met China zaken willen doen, dan kan hun beleid niet door een
Belgische voogd gekortwiekt worden. Zij hebben twee generaties geleden al voor
mekaar gekregen waar de Vlamingen jaar na jaar naastgrijpen: los van België.
Af en toe
kondigt een buitenlandse krant het nakende einde van België aan. Wie het
Belgische “rien ne va plus” van dag tot dag moet aanzien, als onderdaan van Albert II of zelfs als
residerend perscorrespondent, krijgt de indruk dat het spoedige uiteenvallen
van deze staat onvermijdelijk is. Maar een politieke klasse die niet eens BHV
gesplitst krijgt, die ziet men niet gauw België ontbinden, hoezeer die
ontbinding ook in de lucht hangt. Het vak van de staatsman is wel eens
gekarakteriseerd als “het onvermijdelijke mogelijk maken”. Maar de Vlaamse
kanshebbers voor die rol missen telkens weer hun afspraak met de
geschiedenis.
Kongo heeft
wel geprofiteerd van de internationale conjunctuur. De VS zette de koloniale
mogendheden onder druk om de dekolonisering te bespoedigen. Vijftien Franse
kolonies in Afrika werden in datzelfde jaar onafhankelijk. Nederland won
militair de strijd tegen Indonesië om West-Nieuw-Guinea, maar liet het gebied
onder Amerikaanse druk toch los. Idem voor de Britten in Kenia: de politieke
wil om een militair best houdbare kolonisatie te bestendigen, ontbrak. In dat
klimaat legde België dus zijn vijftigjarenplan voor een stapsgewijze
voorbereiding op Kongolees zelfbestuur terzijde. De regering van Gaston Eyskens
haastte zich om de postbeambte Patrice Lumumba tot premier van een
onafhankelijke republiek te maken.
Heeft het
Vlaamse streven naar zelfbestuur een gelijkaardige internationale wind in de zeilen?
Niet in diezelfde mate, maar toch meer dan belgicisten als een Paul Goossens of
een Guy Verhofstadt willen doen geloven. Wie de oogkleppen van de
Noord-Belgische kranten aflegt en de buitenlandse kwaliteitsmedia een beetje
volgt, weet dat België er een zeer slecht imago heeft, en dat niemand een traan
zal laten om de ontbinding van deze staat.
Is er een
Vlaamse Lumumba in zicht? Hopelijk niet, want de nationalistische leider was
ook een beetje een schurk. Hij stelde zijn volgelingen een Belgische vrouw als
buit in het vooruitzicht, wat stevig bijdroeg tot de golf van verkrachtingen
die op de machtsoverdracht volgde. Maar iemand met Lumumba’s redenaarstalent,
die komt wel van pas bij een onafhankelijkheidsverklaring. In zijn
verrassingsrede, gericht tot de Afrikaanse bevolking over het hoofd van koning
Boudewijn en premier Eyskens, duwde Lumumba België flink het hele dossier van
koloniaal onrecht onder de neus. Hij besloot: “Wij die in ons
lijf en in ons hart onder de koloniale verdrukking geleden hebben, wij zeggen
het u: dat alles is vanaf nu beëindigd. De Republiek Kongo is uitgeroepen en
ons dierbaar land is nu in handen van zijn eigen kinderen.”
Iets
dergelijks zal onze nationale woordvoerder ook zeggen wanneer de Belgische
koning en regeringsleider naar de hoofdstad van de Vlaamse republiek komen,
bijvoorbeeld recht na hun terugkeer van het Halfeeuwfeest in Kinshasa, om er
formeel onze onafhankelijkheid te erkennen.
NB: Bij de
spellinghervorming van rond 1995 werd de algemeen ingeburgerde spelling “Kongo”
vervangen door de Franse spelling “Congo”. Hiervoor bestond geen enkele
taalkundige rechtvaardiging, het was (net als het schrappen van de
AVV-VVK-spelling “Kristus”) alleen bedoeld als belgicistische stamp in het
gezicht van de Vlaamsgezinden. Het Noord-Nederlandse spellingconservatisme had
er niets mee te maken, want juist inzake de term “Kongo” lieten de Hollanders
graag het laatste woord aan hun nauwer betrokken zuiderburen. De
UNESCO-richtlijn over de transcriptie van vreemde talen beveelt het behoud van
de inheemse spelling aan, en die is in de Kongolese talen wel degelijk en
uitsluitend “Kongo”, als in “Bakongo”, “Kikongo”. In de legitieme spelling
“Kongo” maken Kongolezen en Zuid-Nederlanders gemene zaak tegen Franstalig
kolonialisme en belgicisme. Vive l’authenticité!