Leve A, weg met M!

Als titel had ik eigenlijk willen plaatsen: “Leve Allah, weg met Mohammed!” Een Perzisch spreekwoord zegt echter: “Je mag grappen maken over God, maar wees voorzichtig met Mohammed!” Ik wil in vrede leven, dus schuw ik provocaties. Hout vasthoudend, meen ik stilaan te weten hoever ik kan gaan met uitspraken waardoor moslims zich beledigd voelen. In mijn ervaring kan je over de islam zonder gevaar eender wat schrijven en publiceren mits je het niet te opvallend doet. Mohammed een pedofiel of ene terrorist noemen, daar kan je veilig mee weg geraken mits je het wat discreet doet, in een aangepast medium. Weinig mensen lezen een tekst of geven een bal om zijn inhoud; maar beelden en titels trekken meer aandacht.

Zo ook de titel van Benno Barnards lezing: “Leve God, weg met Allah!” Die deed in bepaalde zenuwcentra van de islam het alarm afgaan, en de gevolgen kennen we inmiddels. Een klinkend vertoon van islamitische onverdraagzaamheid dat de media wegens de bekendheid van de auteur niet konden negeren. (Extreemlinks doet regelmatig zulke tussenkomsten tegen rechtse sprekers, maar daarover wordt nauwelijks gerapporteerd.)

Toen de studentenopstand op Tiananmen door de tanks gesmoord werd, blokletterde het maoïstische weekblad Solidair: “Euforie in de kapitalistische media”. En daar was iets van. Bij alle opzichtige verontwaardiging over het bloedbad waren de “kapitalistische” (waarmee bedoeld was: anticommunistische) opiniemakers eigenlijk maar wat blij dat het communisme nog eens zo duidelijk zijn ware gelaat getoond had. In stilte dachten sommigen: wat goed dat ze in Beijing zo stom zijn om tanks te gebruiken in plaats van waterkanonnen.

Iets dergelijks monkelden ook Vlaamse islamcritici na de poging van moslims opgetrommeld door de groep Sharia4Belgium om Benno Barnard de mond te snoeren en af te tuigen. Nu doet een hele meningsindustrie zó haar best om het “vooroordeel” van islamitische onverdraagzaamheid  de kop in te drukken, en dan komen uitgerekend de begunstigden van dat beleid, de moslims, dat mooie opzet verbrodden. Lachen, gieren, brullen.

De reacties van moslimzijde waren bijzonder leerrijk, en maken met één slag honderd campagnes tegen “vooroordelen” ongedaan. We konden bij Phara ondermeer kennismaken met Sharia4Belgium-woordvoerder Abu Imran. Noteer eerst even dat deze naam geen schuilnaam is, zoals aan de gastvrouw verteld was. Het element Abu wordt weliswaar vaak gebruikt in bijnamen, Abu X in de zin van “de X-kerel”, bv. toen de jonge Lucas Catherine met de camera in de ene en het machinegeweer in de andere hand deelnam aan aanvallen op Israëlische stellingen, noemden zijn Palestijnse kornuiten hem “Abu Kamera”. Maar in beginsel, en ook in dit geval, is het een konja, de typisch Arabische zoonsnaam: “vader van Imran”. Die naamgeving wordt door de Belgische wet niet erkend maar is in de Arabische cultuur legitiem. De profeet bijvoorbeeld heette zowel Mohammed ibn Abdullah, “zoon van Abdullah”, als Mohammed Abu Qâsim, “vader van Qâsim”, zijn vroeg gestorven zoon. De tweede vorm is beleefder, want erkent dat een man een zoon heeft en dus bewezen heeft een echte man te zijn.

In ieder geval, Abu Imran verdedigde de actie tegen Barnard zonder reserve. Hij legde uit hoe Europa volgens plan op geweldloze wijze de democratie door de islamwet (sjari’a) zal vervangen. De niet-terroristische meerderheid van moslims is dus niet ipso facto gematigd, zij omvat een grote groep radicalen die ingezien hebben dat bij de huidige machtsverhoudingen geen gewapende strijd nodig is (en veeleer contraproductief zou zijn) voor de islamisering van Europa. 

In Terzake ontmoetten we de welbespraakte sociologe Samira Azabar, leidster van de campagne pro hoofddoek. Ik beschouw mijn levenswerk als onvoltooid zolang verstandige moslims als Samira niet hebben leren lachen om hun jeugddwaasheid, in de begoochelingen van de Profeet geloofd te hebben. Inmiddels vermeed zij om de actie te veroordelen. Ze vond dat vrijdenkende intellectuelen zoals Barnard en Etienne Vermeersch zélf extremisten zijn. Welja, het is haar al zo vaak voorgezegd: islamkritiek is geen mening, het is een misdaad. Belangrijker was echter haar terechte opmerking dat we niet moeten leuteren over een incidentje, maar naar de grond van de zaak moeten gaan. Doen we.

De grond van de zaak is dat alle moslims zonder uitzondering regelmatig het Arabische equivalent (en origineel) van Barnards titel scanderen: Lâ ilâha illâ ‘llâhu, “er is geen god behalve dé God [= Allah]”, uit Koran 47:19/21. Deze leuze betekent dat behalve Allah alle wezens die aanbeden worden, vals zijn of alleszins niet vererenswaardig, en dat hun cultus een kwaad is. Zij betekent: “Leve Allah, weg met Hubal (de oorspronkelijke godheid van de Kaäba), weg met Sjiva, Ahura Mazda, Christus, Boeddha en de rest.” Barnard heeft niets gezegd dat moslims niet dagelijks zelf zeggen. Als hij moslims beledigd heeft, dan beledigen zij dagelijks alle mogelijke niet-moslims tegelijk. Zie, daarover zou ik eens met Samira willen debatteren. Het mag voor een aula vol moslims zijn.