Bankiers zijn Schurken!

Brief uit Amerika
Een eeuwenoude slogan, gebruikt door corrupte leiders, om de aandacht van hun eigen fouten af te leiden. Dergelijke populistische kreten werkten voor geld verspillende koningen, voor ambitieuze dictators, en voor democratisch verkozen demagogen. Het volk gelooft graag dat die rijke stinkerds de boel belazeren en de oorzaak zijn van elke crisis. De werkelijke oorzaak van de financiële instorting van 2008-2009, en de betrokkenheid van de overheid er in, is te ingewikkeld om in duidelijke verstaanbare taal om te zetten voor de gewone man in de straat. Ook Obama bespeelt dit ‘bankiers-zijn-schurken-thema’ deze week, want hij wil de financiële sector onder de controle van de overheid brengen.

De beide kamers van het Amerikaanse Congress bespreken momenteel een wetsvoorstel om dit te doen. Toevallig start dezelfde overheid ook deze week een gerechtelijke procedure wegens grootschalige fraude tegen de grootste private financiële instelling van het land, Goldman Sachs. Maar dit lijkt niet anders dan een luidruchtige show te zijn om Obama een air van Witte Ridder te geven. Commentatoren in de grootste kranten menen dat fraude niet bewezen kan worden. Zij verwachten dat Goldman Sachs, na het goedkeuren van de nieuwe wetten, tot een vergelijk zal komen met de overheid, en een symbolische vergoeding zal betalen. Van eventuele schuld zal niet meer gesproken worden.

De grootste spelers in een sector, financieel of andere, houden van nog meer gecompliceerde regels en onduidelijke wetten zodat de kleinere spelers het nog moeilijker hebben om met de groten te concurreren. Dat is een waarheid als een koe. De gebeurtenissen van de jongste jaren wijzen op een geheime verstandhouding tussen de politieke elite en de top van de grootste financiële bedrijven. Politici en medewerkers van politici verwisselen jobs tussen deze bedrijven en de politiek in een wip. Recente voorbeelden zijn de Democraten Rubin (financiën onder Clinton) en Corzine (ex-gouverneur van New Jersey), en Paulson (financiën onder Bush). Alle drie waren ze een top-dog in Goldman Sachs. Greg Craig, de belangrijkste raadgever in het Witte Huis van Obama, stapte onlangs over naar Goldman Sachs. Ex-politici van Democratische signatuur zoals Dick Gephardt, John Breaux en Tony Podesta lobbyen nu voor Goldman Sachs en andere banken. Niettegenstaande Obama tijdens zijn campagne, en tijdens zijn eerste maand in het Witte Huis, stelde dat politici of ambtenaren ten minste twee jaar moeten wachten na hun ontslag vooraleer lobbyist te worden voor een bedrijf. Nog een belofte van Obama die aan scherven ligt.

Warren Buffet, de rijkste speculant in de VS en adviseur van Obama, leende vijf miljard dollar aan Goldman Sachs tegen tien procent interest. Is het zo zot te denken dat hij van de Obama administratie wist dat het dit bedrijf tegen bankroet zou beschermen? Obama deed dit dan ook prompt in 2009. Obama kreeg bijna één miljoen dollar voor zijn campagne van Goldman Sachs. De directie verzamelde het bedrag bij haar personeel, aangezien het bedrijf zelf dit bedrag niet legaal kan geven. Dit miljoen is meer dan welke andere politicus ook ooit kreeg van gelijk welk bedrijf sedert de hervorming van de financiering van verkiezingen. Wat Obama kreeg van Goldman Sachs is meer dan wat alle Republikeinen tezamen kregen (President, Senaat en House gecombineerd!) van hetzelfde bedrijf in de jongste verkiezing-strijd! Goldman Sachs steunde hoofdzakelijk de Democraten.

Het wetsvoorstel in de Senaat creëert een nieuwe overheidsinstelling ter ‘bescherming van de consument’. Er zijn al zeven andere dergelijke federale bureaucratiën, en iedere Staat heeft er ook wel één of meerdere ter ‘bescherming van de consument’ maar dat is blijkbaar nog niet genoeg. Hoe meer ambtenaren, hoe meer geld in de pot van de vakbond.

Alle bestaande wetten en de vele controle-organismen verhinderden niet dat de financiële ontsporingen en fraudes (bijvoorbeeld Madoff) van de jongste jaren niet ontdekt werden. Integendeel, ze hebben de tekens aan de wand genegeerd, ze hebben de waarschuwers belachelijk gemaakt. Toen de Republikeinen in 2005 met voorstellen kwamen om de bron van alle financiële kwaad, het goedkope niet-gewaarborgde krediet voor onroerend goed, zoals het door Fannie May en Freddy Mac uitgestrooid werd in opdracht van hun Democratische broodheren, te hervormen, dan stonden Senatoren Obama en Chris Dodd en House-lid Barney Frank op de eerste rij om elke hervorming te blokkeren. De nieuwe wet, als die goedgekeurd wordt, maakt kleine banken en bedrijven, die krediet verstrekken aan hun klanten, het slachtoffer. Ze worden onderworpen aan een pak meer regels, en hun kans vergroot om ooit voor het gerecht gedaagd te worden.

Het nieuwe wetsvoorstel regelt ook de kredietwaardering van banken en andere financiële instellingen. Gespecialiseerde ‘rating’ bedrijven zoals “Moody’s” en “Standard & Poor’s” sloegen de bal mis tijdens de opstoot van de waarde van onroerend goed. Ze identificeren zich met de bedrijven, die ze verondersteld werden te controleren, of vrezen de politieke gevolgen van hun beslissingen. Twee dagen voordat de overheid 85 miljard dollar uitgaf om AIG te redden kreeg het bedrijf nog een AA rating. In de nieuwe plannen worden de rating-bedrijven als officiële scheidsrechter erkend door de overheid. Politici zullen bepalen welke financiële producten verkocht mogen worden, en aan welke voorwaarden. Competitie tussen banken wordt vakkundig aan banden gelegd. Door het controleren van een punten-systeem zullen politici bepalen welke bedrijven zaken kunnen doen.

Het voorliggende voorstel versterkt het idee van ‘te groot om kapot te gaan’. Door de collusie tussen hoge financiën en hoge politiek was het de jongste jaren duidelijk voor de financiële wereld dat de politiek het zich niet kon permitteren om de grootste bedrijven te laten kapot gaan. Ongebreidelde risico’s werden genomen. Als de handel positief uitdraaide dan betekende dit grote winsten voor de speculanten. Als de handel negatief uitdraaide dan slikten de belastingbetalers het verlies. In het jongste jaar heeft de overheid de grootste spelers nog groter gemaakt door hen fusies op te dringen. In plaats van meer spelers en dus meer concurrentie te stimuleren, deed Obama net het omgekeerde.

De overheid, niet langer de markt, zal de winnaars en de verliezers bepalen. De federale autoriteit (FDIC) krijgt de onbeperkte macht om te bepalen welke bedrijven te groot zijn om kapot te gaan, en wat nodig is om deze bedrijven boven water te houden. Het nieuwe wetsvoorstel garandeert aan grote financiële spelers goedkoop kapitaal, opgehoest door de belastingbetalers of simpelweg gedrukt door de Fed (inflatie!). Dus nog meer en gevaarlijker risico’s kunnen nu worden genomen. De volgende crisis wordt nog spectaculairder en zal nog meer waarde vernietigen.

Een recente studie van Dean Baker en Travis McArthur toont aan dat grote, door de overheid gewaarborgde financiële instellingen een voordeel hebben ten opzichte van kleinere banken bij het opnemen van geld. Hun kost was 0,29% goedkoper tijdens de periode 2000 en 2007. Sedert de crisis is dit percentage nu al gestegen tot 0,49%.  Dit betekent vele miljarden extra winst voor de groten! Dit veroorzaakt een grotere concentratie in de bankwereld, een druk om te fusioneren. Het gevolg van deze concurrentie-vermindering is minder vergoeding (interest) voor de gewone kleine spaarders.

Gary Gensler (werkte op het ministerie van financiën van 1997 tot 2001), en professoren Thomas Jackson en David Skeel stelden gisteren andere oplossingen voor in de Wall Street Journal. De complexe derivaten, de financiële producten waarmee op grote schaal gespeculeerd werd en wordt, werden door politici voorbehouden voor de grote financiële speculanten (banken en private fondsen). Hierdoor konden de vrienden grote winsten realiseren. Het voorstel van de genoemde heren is om het grootste deel van deze producten te verhandelen op een gespecialiseerde publieke beurs, zodat iedereen er toegang toe heeft, en iedereen een mening kan vormen (en schrijven) over elk product. Hoe meer mensen een product beoordelen, hoe beter de werkelijke waarde en het echte risico wordt ingeschat.

Een tweede idee in combinatie met het voorgaande is om de bankroet-wetten ook te laten spelen in deze sector. Tot nu toe werden deze grote bedrijven van deze wetten vrijgesteld!  Als een bedrijf het bankroet aanvraagt, wordt de handel in de schuldvorderingen stilgelegd tot een regeling is uitgewerkt door een rechtbank. De instorting van een markt door paniek wordt vermeden. De werkelijke oplossing om grootschalige financiële crises te vermijden is dus meer vrije markt en minder overheid.

Dergelijke eenvoudige oplossingen zijn totaal tegengesteld aan Obama’s bedoelingen, want ze beperken de macht van de politici, en ze verminderen de kans op fenomenale winst voor de grote financiële instellingen. De kleine man betaalt.

Als de Republikeinen solidair zijn in de Senaat kunnen ze de nieuwe wet tegenhouden. Sedert de verkiezing van Obama worden Republikeinse voorstellen in het Democratische Congress hooghartig van tafel geveegd. Ook nu. De regime-pers blijft ondertussen herhalen dat de Republikeinen de kant van ‘Wall Street’ kiezen.