N-VA Grootste Partij in Vlaanderen?

Vers l'Avenir publiceerde verleden week de resultaten van een nieuwe opiniepeiling. Die bevatte voor Vlaanderen een sensationeel resultaat: N-VA zou immers de grootste partij in Vlaanderen worden. In combinatie met de pas aangekondigde overstap van Siegfried Bracke kon moeilijker duidelijker geïllustreerd worden dat het de partij op dit ogenblik bijzonder goed voor de wind gaat. Maar wat zijn de resultaten van deze peiling eigenlijk waard?

Het is misschien goed de bespreking van deze peiling aan te vatten met enkele droge cijfers. Die cijfers zeggen immers dat voor het Vlaamse luik van deze peiling amper 700 mensen ondervraagd werden, en 27,3% van hen antwoordden dan nog dat zij nog niet wisten op welke partij zij zouden stemmen. Dit betekent dat de resultaten voor Vlaanderen gebaseerd zijn op de antwoorden van amper 500 ondervraagden, wat een foutenmarge van meer dan vier procent oplevert. Daaruit volgt dat enkel de spectaculaire vooruitgang van N-VA statistisch significant genoemd kan worden. Zelfs de dramatische achteruitgang van de CD&V met vier procent valt nog binnen de foutenmarge.

Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat in de huidige omstandigheden een spectaculaire vooruitgang voor N-VA en een dramatische achteruitgang voor CD&V niet helemaal ongeloofwaardig zijn. Voor de andere middelgrote partijen (Vlaams Belang, Open Vld en sp.a) houdt de peiling in feite een status quo in. Ook Groen! blijft in feite status quo, terwijl Lijst Dedecker praktisch zou halveren en onder de kiesdrempel terecht komt. Het is echter duidelijk dat die laatste partij het vandaag moeilijk heeft, en het aannemelijk lijkt dat een groot deel van haar aanhang opgeslokt zou worden door N-VA. De media-aandacht heeft zich de afgelopen jaren inderdaad verplaatst van Jean-Marie Dedecker naar Bart de Wever.

Een extrapolatie van de resultaten van deze peiling naar het Vlaams Parlement toont aan dat de machtsverhouding er met deze uitslag grondig gewijzigd zouden worden. De N-VA zou er met voorsprong de dominante partij worden, en met recht de post van minister-president in de Vlaamse regering kunnen opeisen. Het laat zich raden wat voor gevolgen dat zou hebben voor het «samenwerkingsfederalisme» waar CD&V de mond vol van heeft.

Misschien interessanter in het licht van de komende federale verkiezingen zijn de kansen voor een zogenaamde olijfboomcoalitie met CD&V, sp.a en Groen! om een regering te kunnen vormen. De extrapolatie geeft aan dat die coalitie in het Vlaams Parlement acht zetels te kort zou komen, en voorlopig dus maar weinig kans maakt. Merk op dat dit geen conclusie is die specifiek is voor de extrapolatie van deze opiniepeiling, maar al jaren zo is. Bovendien kan aangenomen worden dat ook in de federale Kamer aan Vlaamse zijde een olijfboomcoalitie ver verwijderd zal blijven van een meerderheid in zetels. De luide dagdromen van enkele Franstalige politici over een federale olijfboomcoalitie – de heftigheid waarmee afspraken daarover ontkend worden spreekt boekdelen – toont nogmaals aan dat zij absoluut geen voeling schijnen te hebben met de politieke realiteit in het andere deel van dat land waar zij toch zo sterk vast aan willen houden.

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en alle peilingen in Wallonië sedert 2006 (PDF).