Be Careful What You Wish For
From the desk of Filip van Laenen on Mon, 2010-07-05 21:52
Op het ogenblik dat ik dit artikel schrijf, probeert informateur Bart de Wever een akkoord te smeden met Elio di Rupo van de PS over een nieuwe federale regering. Het wordt echter hoe langer hoe meer duidelijk dat Bart de Wever met zijn succes van 13 juni in een behoorlijk lastig parket verzeild is geraakt. Dat hij als anti-royalist informateur voor de koning moet spelen, is daarbij waarschijnlijk nog de minste van zijn zorgen.
Wat voor akkoord Bart de Wever precies nastreeft is voorlopig voor de buitenwereld niet helemaal duidelijk. Eén of andere oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde – van een splitsing is eigenlijk al lang geen sprake meer – is voor alle Vlaamse partijen op dit moment een conditio sine qua non om in een nieuwe federale regering te stappen. Dat het echter wel eens fout durft te lopen met de beginselvastheid in het Vlaamse kamp eens de contouren van een nieuwe federale regering zichtbaar worden, mochten we al eens ontdekken in 2007. Het zal dus afwachten worden hoe het deze keer zal aflopen, en vooral, als er een oplossing zou gevonden worden, hoe die oplossing er precies uit zal zien. In Sint-Genesius-Rode schijnt men er alvast niet bepaald gerust in te zijn…
Is het al koffiedik kijken wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, dan is het een volledig mysterie voor de rest van België hoe Bart de Wever erin zal slagen de rest van het communautaire programma van de N-VA te verzoenen met dat van de PS, of eender welke andere Franstalige partij. Op dat punt heeft hij zichzelf in ieder geval behoorlijk vastgereden. Opgeven en zich aan de kant zetten is geen optie, want dan geeft hij Vlaams Belang impliciet gelijk, precies die partij die hij al jaren met grote gretigheid beschuldigt van eeuwige maagdelijkheid. Anderzijds was de enorme verkiezingsoverwinning van 13 juni voor hem geen cadeau. Op dat punt ben ik het alvast eens met wat Ivan de Vadder gisteren in zijn analyse ook al schreef. Want uiteraard had Bart de Wever wel degelijk zin om deel te nemen aan de federale paringsdans na 13 juni, maar was het nooit de bedoeling dat hij die zelf zou moeten leiden. Straks zal misschien wel blijken dat ook N-VA aan de kant van de verliezers van 13 juni zit!
Want als opgeven voor Bart de Wever geen optie is, is hij genoodzaakt om in iets te slagen. En aangezien de N-VA op dit ogenblik niet goed genoeg uitgerust is om aan de eigenlijke onderhandelingen voor een staatshervorming zelf te beginnen, zal men waarschijnlijk niet veel verder raken dan een akkoord over een staatshervorming tegen een termijn, ver genoeg in de toekomst om de N-VA de kans te geven voorbereid aan de onderhandelingstafel te verschijnen. Misschien is het voor de N-VA al voldoende als er in dat verband tegen volgende zomer iets op tafel gelegd kan worden?
Want inderdaad, men kan toch niet verwachten dat de voltallige federale regering al zijn energie zou gebruiken om te onderhandelen over een communautair akkoord op een ogenblik dat België verondersteld wordt de Europese Unie voor te zitten? Als de N-VA bovendien een ministerpost toegeworpen krijgt waarmee het zich tijdens dat voorzitterschap ook wat kan profileren, zowel nationaal als internationaal, dan zal men dat argument in de partijraad ongetwijfeld wel kunnen aanvaarden, zelfs zonder de dood in het hart. Na het Europese voorzitterschap moet men natuurlijk even de tijd nemen om terug op adem te komen – en uitgebreid Nieuwjaar te vieren! Daarna is het al snel weer Pasen, en sinds Jean-Luc Dehaene er een begrip maakte dat nog rekbaarder is dan Congolees rubber, kan men niet meer verwachten serieus genomen te worden wanneer men die datum voorstelt als deadline voor nieuwe communautaire onderhandelingen. Het zal dus de zomer van 2011 moeten worden.
De vraag die zich dan stelt, is of de Franstaligen ondertussen hun les geleerd hebben. En zo ja, welke les dat precies zou zijn. Enerzijds blijkt immers uit de enorme verkiezingsoverwinning van de N-VA dat men aan de overzijde van de taalgrens gevaarlijk met vuur speelt als men zijn (haar?) Non blijft volhouden. Anderzijds leert de geschiedenis van 2007 tot 2010 de Franstaligen dat de strategie van het aangehouden Non wel degelijk zijn vruchten heeft afgeworpen: geen staatshervorming, en geen splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Lezen de Franstaligen een principeakkoord om tegen de zomer van 2011 tot een staatshervorming te komen in de eerste plaats als een belofte dat er vóór de zomer van 2011 voor geen staatshervorming gevreesd hoeft te worden, dan kan men in 2011 net zo goed met het argument afkomen dat men van hen toch geen toegevingen in de faciliteitengemeenten kan verwachten, zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012. En dat de Vlamingen dus maar wat meer geduld zullen moeten oefenen als ze een staatshervorming willen.
Bovendien: zal de N-VA zelf zich op dat ogenblik dan wél communautaire toegevingen kunnen veroorloven? Want daar zit je dan met een heleboel lokale mandatarissen en hoopvollen – ze zullen de komende maanden ongetwijfeld in trosjes tegelijk toegestroomd komen – die dachten in 2012 de slag van hun leven te kunnen slaan in hun eigenste gemeente, zo een beetje naar het voorbeeld van 13 juni. En dan nog wel met mandaten die zes jaar lang kunnen meegaan als men er zelf de brui niet aan geeft!
Wat is dan het andere alternatief voor de zomer van 2011? De federale regering laten vallen als andermaal blijkt dat een Franstalig gegeven woord om in de toekomst tot een communautair akkoord te komen minder waard is dan Griekse overheidsstatistieken? Dankzij het systeem van de overheidsdotaties zal er voor de N-VA zoveel op het spel staan dat Bart de Wever al zeer zeker van zijn stuk zal moeten zijn om het recente voorbeeld van Alexander de Croo te mogen volgen. En we hebben het dan nog niet gehad over alle mandatarissen die ervoor zullen moeten vrezen niet herverkozen te raken. Helemaal uitsluiten kunnen we natuurlijk niet, maar het zou ons sterk verbazen als de N-VA van na 13 juni 2010 uit eigen beweging vervroegd uit een federale regering zou stappen.
Daarmee ligt de conclusie dan ook voor de hand: stapt de N-VA vandaag (of morgen) in een federale regering met een Franstalige belofte over een staatshervorming in een niet al te nabije toekomst, dan zal ze naar alle waarschijnlijkheid in die regering gevangen zitten tot 2014. Bovendien loopt ze het risico dat een op wraak beluste CD&V in die regering dezelfde rol op zich zal nemen als die van de Open Vld in de opeenvolgende regeringen-Leterme I, -Van Rompuy I en -Leterme II. Weigert de N-VA echter toe te treden tot een regering, riskeert ze nog voor het jaar om is een aanzienlijk deel van haar mandaten en overheidsgeld kwijt te spelen, en dat dan nog bovenop het feit dat het daarmee haar aartsvijand Vlaams Belang impliciet gelijk heeft moeten geven. Je zou al voor minder beginnen wensen dat de verkiezingsoverwinning een beetje minder groot was geweest.