Suriname Onafhankelijk
From the desk of Koenraad Elst on Wed, 2010-08-18 14:33
Naast Nederland en Vlaanderen is Suriname het derde lid van de Nederlandse Taalunie. Suriname of Nederlands Guiana is tot onze cultuurkring gaan behoren toen het in de Tweede Engelse-Nederlandse Oorlog (1665-67) op de Engelsen veroverd werd. In het afsluitende vredesverdrag werd overeengekomen dat de Nederlanders het mochten houden; in ruil moesten de Engelsen zich tevreden stellen met hun verovering Nieuw Amsterdam, nu bekend als New York.
Het land werd specifiek door de Zeeuwen gekoloniseerd. Een bekend overheidsgebouw in hoofdstad Paramaribo heet dan ook Fort Zeelandia. Daar loopt momenteel nog een lang aanslepend proces tegen een zekere Desi Bouterse. Die daagt echter nooit op voor de zittingen, want hij heeft het te druk met politiek. Zonet is hij na een overtuigende verkiezingszege beëdigd als negende president.
In 1975 werd Suriname onafhankelijk gemaakt door de regering van Joop Den Uyl, tegen de wil van de meerderheid van de bevolking. Vooral de Hindoestanen als grootste etnische groep (>27%) waren tegen de onafhankelijkheid gekant. Recent heeft TV-presentator Prem Radhakishun met enige emotie uitgelegd waarom hij de beslissing van Den Uyl nog steeds verfoeilijk vindt. In een wereld van natiestaten was Suriname als etnisch samenraapsel volstrekt niet de staat van een samenhangende Surinaamse natie. Dat is een fatsoenlijk politologisch bezwaar, maar het echte bezwaar van de Aziatische bevolkingsgroepen (ook Javanen, >14%, en Chinezen) was van concretere aard: zij vreesden dat de afstammelingen van de negerslaven, de zogenaamde Creolen (>17%) en Bosnegers (>14%), het land in handen zouden nemen en alles verbrodden. In het bijzonder vreesden zij een herhaling van wat zich net de jaren voordien had afgespeeld in Tanzania (de progressieve modelstaat van Julius Nyerere, veelgeprezen in het parochieblad) en Oeganda, waar de zeer ondernemende Indiase immigrantengemeenschap het land was uitgezet.
Op termijn zou het allemaal meevallen, maar de periode rond de machtsoverdracht werd toch getekend door etnische rellen. De Surinamers hadden echter een Nederlands paspoort en konden ongehinderd naar Nederland migreren. Op enkele jaren tijd migreerde zo’n 40% van de bevolking naar Nederland, nu ruim 350.000 mensen. Het zou zinniger geweest zijn als zulk percentage uit het overbevolkte Nederland naar het grotere en nagenoeg lege Suriname gemigreerd was, en het land volledig in het Nederlandse rijksverband geïntegreerd . Mocht je je afvragen wat het effect zou zijn van een consequent doorgevoerd opengrenzenbeleid zoals Groen! en de Waalse partijen dat nastreven, wel, Nederland en Suriname hebben toen het experiment gedaan: bijna de helft van de bevolking kwam over. Reken maar uit wat dat geeft als Turkije lid wordt van de EU.
Onder de Nederlandse Surinamers hebben de Hindoestanen zich gunstig onderscheiden. De Randstad, vooral Den Haag, heeft er meer dan honderdduizend onder zijn bewoners. Zij hebben enkele hindoe scholen die in tegenstelling met de islamscholen heel goede resultaten kunnen voorleggen. Zij zijn veel ijveriger op school en veel succesvoller op de arbeidsmarkt dan de moslims, die dan ook niets van hen moeten hebben. In 2002 stemden de Hindoestanen massaal voor Pim Fortuyn, in 2010 in vrij groten getale voor Geert Wilders, want velen hebben een hekel aan het allochtonengepamper. Een oudere Hindoestaanse immigrante zei me: “Ik ben al mijn hele leven Nederlander, en nou komen ze me zeggen dat ik ‘allochtoon’ ben!”
Inmiddels ging in Suriname het leven verder. De nachtmerrie leek werkelijkheid te worden toen in 1980 de Creoolse sergeant Desi Bouterse een staatsgreep pleegde. Zijn dictatuur werd getekend door strijd met het Junglecommando van de Bosneger Ronnie Brunswijk (met de Moiwana-moord op 50 Bosneger-burgers in 1986), en vooral door de onopgehelderde moord op vijftien opposanten in december 1982, en duurde tot 1990. Na vervolgens een tijdje in “zaken” bedrijvig geweest te zijn, ging Bouterse in de parlementaire politiek, waar hij recent een alliantie wist op te bouwen met ondermeer Brunswijk. Ondanks een veroordeling in Nederland in 1999 tot 11 jaar cel wegens drugshandel en een nog lopend proces wegens de decembermoorden, won hij de verkiezingen voor het parlement, dat hem nu in de machtige functie van president verkozen heeft. In de eerste rede na zijn ambtsaanvaarding, voor de verzamelde menigte op het Onafhankelijkheidsplein, verklaarde Bouterse laconiek: “Wij hebben mee de rommel gemaakt, nu moeten wij samen die rommel opruimen.”
Nederlands buitenlandminister Maxim Verhagen heeft verklaard dat Bouterse in Nederland enkel welkom is om zijn celstraf wegens drugshandel uit te zitten. Hij wil hem, binnen de perken van het diplomatiek mogelijke, boycotten. Deze tegenwerking van de vroegere kolonisator maakt dat de Surinamers zich nu rond Bouterse scharen in een affirmatie van hun onafhankelijkheid. De ambassadeur van grote broer Brazilië stelt dat Bouterse zich nu met bekwame mensen omringd heeft, en dat hij gewoon zijn kans moet krijgen. Albert Ramdin, de Hindoestaanse loco-secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, merkt op dat Verhagen eerbied moet hebben voor de keuze van een soevereine natie: “Als je dat niet voluit accepteert, beledig je het Surinaamse volk”, aldus Ramdin (NRC, 14-8-2010).
Verhagen heeft wel vaker bezwaren tegen de stem des volks, getuige zijn obstructie tegen regeringsdeelname van de verkiezingswinnaar Wilders. Ook daarmee beledigt hij een volk.