Staatshervorming Plan Z
From the desk of Paul Vreymans on Thu, 2010-09-30 09:21
Di Rupo en De Wever raken het maar niet eens over een nieuwe financieringswet. De mate van fiscale autonomie van deelstaten is immers ook dé cruciale vraag in de komende staatshervorming. Het antwoord op die keuze wordt bepalend voor de welvaart van ons land en zijn deelstaten voor de komende decennia.
In De Tijd van Zaterdag 25/9 pleit Prof. Paul De Grauwe voor een beperking van de fiscale autonomie op het huidig niveau. Hij vindt dat de bestaande financieringswet al voldoende mechanismen van financiële verantwoordelijkheid bevat. De Grauwe vreest namelijk dat méér fiscale autonomie belastingsconcurrentie tussen regio’s zou doen ontstaan en beschouwt dat blijkbaar als erg schadelijk. Voor het politiek establishment zou fiscale concurrentie inderdaad het ongemak meebrengen zorgvuldiger met het belastinggeld te moeten omspringen, maar voor ons allen onderdanen ware dat een zegening.
De voordelen voor de consument van een concurrentiële omgeving zijn alom bekend uit het bedrijfsleven. Concurrentie zorgt niet alleen voor lage prijzen en gunstige voorwaarden voor de consument maar leidt op het macro-niveau bovendien tot optimale allocatie van de productiefactoren en tot hogere welvaart. Diezelfde voordelen gelden evenzeer als ook de publieke dienstverleners in een concurrentiële omgeving zouden opereren. Daarom moeten burgers fiscale autonomie en de heilzame kracht van fiscale concurrentie toejuichen en helemaal niet vrezen.
Een staatshervorming waarin deelstaten alleen bij naam autonomie verwerven maar waarbij het regionaal beleid aan handen en voeten gebonden blijft aan interregionale kartelafspraken over hoge belastingen en burgeronvriendelijke voorwaarden van de publieke dienstverlening zou onze vele inefficiënties die ons land rijk is alleen bestendigen.
Zwitsers Model
De fiscale autonomie is in België uitermate beperkt. Het aandeel autonome middelen van de regio’s bedraagt amper 5,8%. In andere federale staten zoals loopt dat aandeel op tot 79%.
In Zwitserland met zijn 7,5 miljoen inwoners, zijn vier landstalen en vier religies ligt het leeuwenaandeel van de budgetten, bevoegdheden en fiscale politiek bij de 26 autonome kantons. Daarbij varieert de marginale belastingvoet in de personenbelasting per kanton tussen 2 en 20 procent terwijl het overheidsbeslag er tot 35% beperkt blijft.
Beter dan belastingsconcurrentie te verijdelen in een unitair belastingsstelsel kan ook België beter belastingsconcurrentie stimuleren. Dit kan door de fiscale en sociale bevoegdheden maximaal te decentraliseren naar een laag bestuursniveau; bij voorkeur naar het provinciaal niveau. Het grote voordeel van kleine bestuurseenheden zoals onze Belgische provincies of de Zwitserse Kantons is dat het bestuur zeer dicht bij de burgers ligt. Lokale overheden kunnen een adequaat beleid voeren aangepast aan de lokale noden en kunnen hun burgers ook nauw bij het bestuur betrekken via referenda.
Bovendien telt het Zwitsers staatsmodel twee bestuursniveaus minder dan België. In Zwitserland ontbreekt zowel de alomtegenwoordige bevoogding van de EU als het al even overbodige bestuursniveau van Regio’s en Gemeenschappen. Zo’n eenvoudige beleidstructuur houdt niet alleen de communicatielijnen kort en de bevoegdheden gescheiden, maar beperkt vooral ook de parasitaire overheidssector tot het minimum.
Maar veruit het belangrijkste voordeel van kleine bestuurseenheden is dat burgers en bedrijven vrij makkelijk kunnen verhuizen als blijkt dat een naburig kanton merkelijke betere publieke dienstverlening levert tegen gunstigere belastingsvoorwaarden. Deze ultieme democratische controle door de basis houdt de groei van het staatsapparaat binnen redelijke perken en werkt zorgvuldig bestuur alleen maar in de hand. In twee generaties is Zwitserland zo uitgegroeid van een agrarisch land zonder natuurlijke rijkdommen tot de vierde welvarendste natie ter wereld. Dit tot meerdere levenstevredenheid en geluk van alle Zwitsers.
Overzichtelijke bevoegdheden
Onze staatshervormers kunnen maar beter niet voortborduren op het onwerkbaar geworden centralistisch misbaksel van de vorige staatshervorming. Onze vijf bestuursniveaus met hun overlappende en ondoorzichtige bevoegdheidsverdeling heeft ons nu al opgezadeld met het inefficiëntste staatsapparaat van Europa. Juist in deze veel te complexe structuur ligt de oorzaak van het immobilisme waarbij politici twee jaar redetwisten over de kleur van nummerplaten en minstens tien jaar over een tunnel.
Als onze politici daadwerkelijk méér begaan zijn om het welzijn van burgers dan om de vele lucratieve mandaten dat het Belgisch systeem rijk is, kunnen ze zich beter inspireren op het Zwitsers model. Ook België kan een eenvoudige Bondsstructuur krijgen op basis van 10, 11 of 12 provincies. Minstens één bovenstructuur is dan overbodig; ofwel het Unitaire België ofwel de Gewesten en Gemeenschappen. Of wellicht zelfs beide: tenslotte presteert ook het onafhankelijk Groothertogdom Luxemburg allerminst slecht. Dat zijn 490.000 inwoners de allerhoogste levensstandaard kennen ter wereld lijkt de algemene regel alleen maar te bevestigen dat kleine staten significant betere economische prestaties voorleggen.
Zwitserland heeft bewezen dat een zeer gedecentraliseerd bestuur uitstekend functioneert en welvaart brengt. Ons land zou met zo’n moderne decentrale staatsstructuur wel eens het Hongkong aan de Noordzee kunnen worden.