Hoe Zou Het Nog Zijn Met… Het VB?

De Gentse professor Helmut Gaus voorspelde in 2004 dat de rechtsradicale partijen, die toen een hoogconjunctuur beleefden, spoedig aan een neergang zouden beginnen. Hij baseerde die prognose op een beweerde correlatie tussen de fortuin van zulke partijen en de vijftig jaar durende Kondratiëv-cyclus. In 1925 lanceerde Sovjet-econoom Nikolai Kondratiëv het idee van regelmatige welvaartscycli in de kapitalistische economie. Gezien de algemene skepsis jegens deze quasi-astrologische theorie genoot Gaus’ voorspelling niet veel bijval. Toch scoort hij op korte termijn goede punten. Het Franse Front National beleefde zijn hoogtepunt in 2002, het VB in 2004, om dan verrassend snel terrein te verliezen en intern in een knoop te geraken. Hun remonte zou pas vanaf 2024 beginnen.

Bij het VB verlaten partijtenoren het huis, gemeenteraadsfracties raken ontvolkt, de militanten zijn gedemoraliseerd. De situatie van voortdurende blootstelling aan uitsluiting en genadeloze haat vanwege overheden en medeburgers leidt tot kleinmenselijk falen en noodlottige politieke fouten. Partijgetrouwen gaan betwijfelen of de partijlijn wel de juiste was, nu landen zonder dergelijke sterke nationalistische partij wél in staat blijken tot het soort maatregelen dat het VB hier tevergeefs bepleit. De partij verkeert in een existentiële crisis net nu zij inzake haar voornaamste strijdpunten gelijk lijkt te krijgen. Zeer velen in binnen- en buitenland erkennen nu dat België vierkant draait, maar vooral: het geloof in de multicultuur stuikt ineen. Het wordt verlaten door zijn mondigste pleitbezorgers (genre Luckas Vandertaelen) en steunt nu alleen nog op repressieve wetten en de traagheid van de conformisten. Zelfs Femke Halsema bezweert haar Groenlinkse achterban dat de islam een kritischer benadering verdient. Angela Merkel verklaart nu dat "het multiculproject volledig mislukt" is.

Maar behalve Benno Barnard geeft geen enkele bekeerling het VB krediet voor zijn pioniersrol in die stellingname. Tijdens de voorstelling van het islamboek van Wim en Sam Van Rooy, Islam: kritische opstellen over een politieke religie, zat voorzitter Bruno Valkeniers er eenzaam bij. Niemand van de sprekers maakte enig gebaar van erkenning in zijn richting. Tijdens het informele gedeelte wees kamerlid Tanguy Veys de hoofdauteurs erop dat zij eigenlijk oogsten waar het VB gezaaid heeft.

Daar is iets van aan, maar niet alles. Islamkritiek als politiek thema is door het VB in de loop van de jaren 90 geadopteerd en behoort niet tot de oorspronkelijke kern van het partijprogramma. Een nostalgische fractie van de achterban en het partijkader (nu deels gehergroepeerd in het Nieuw-Solidaristisch Alternatief) kon er zich niet in herkennen. Zij sympathiseert met de anti-moderne, anti-Amerikaanse en anti-zionistische agenda van de islam. Het VB heeft het islamprobleem nooit op de brede politieke agenda kunnen plaatsen zoals Pim Fortuyn en Geert Wilders gedaan hebben, omdat het ballast uit een ander domein meevoerde. Gezaghebbende islamcritici contrasteren de islam met de Verlichting en de mensenrechten; maar juist deze verworvenheden van de moderniteit zijn in sommige Vlaamse rechtse kringen nog omstreden.

Zolang het VB geassocieerd wordt met de erfenis van WO2 (en kán het die afschudden?), is het niet helemaal geloofwaardig als voorvechter van de vrijheden tegen de islam. Het blijft dan niet alleen de antifa-fantasten tot koortsdromen over een dreigende nazi-herleving prikkelen, maar ook de gemiddelde Vlaamse kiezer afstoten. Het enige scenario waarin het VB die kiezer kan (terug)winnen, is als de situatie zo grimmig wordt dat die zijn twijfels bij het aangebrande imago van de partij opzijschuift om in haar het enige alternatief voor de ondergang te verwelkomen. Daarom kwam de VB-propaganda in de jaren 90 hierop neer: we staan op het punt om overspoeld en weggevaagd te worden, en alleen het VB bepleit ondubbelzinnig een beleid dat het tij kan keren.

Vandaag schijnt de bevolking er, terecht of ten onrechte, van overtuigd dat het niet zo’n vaart zal lopen. Men is nu veel meer gewend aan de aanwezigheid van allochtonen dan in de beginjaren van de partij. Zij ziener ook niet zo vervaarlijk uit. Ondanks hun militante taal lijken moslimagitatoren toch maar papieren tijgers te zijn, die bv. het hoofddoekverbod niet kunnen verhinderen. Hun projecten voor een islamitische zuil met eigen banken en scholen, of voor een aparte moslimpartij, hebben weinig succes. Maatregelen tegen de hoofddoekprovocaties blijken bovendien uit te gaan van mainstream-politici als Nicolas Sarkozy en Patrick Janssens, dus de nood aan een radicaal nationalistische partij is minder evident.

Als deze nieuwe marsrichting van de gevestigde partijen uiteindelijk slechts een oefening in “perceptie” blijkt te zijn, een onoprechte imitatie, kan het VB als origineel een tweede adem vinden. Maar onder het motto: “optimisme is een plicht”, kan men zich ook voorstellen dat zij onder druk van de feiten en de kiezers echt de problemen van de multicultuur ernstig gaan nemen en zo het VB overbodig maken.