Bolland Contra Mercier, Ook Vandaag
From the desk of Matthias Storme on Wed, 2011-03-30 13:53
Een eeuw geleden, in december 1911 en januari 1912, hield de Leidse hoogleraar, wijsgeer en filoloog, Gerard Bolland (1) een Ronde van Vlaanderen voor “Het Nederlands als taal voor hogere aangelegenheden des geestes” (2). Zo luidde de titel van de lezing die hij hield in Antwerpen, Brussel, Gent, Brugge en Mechelen. Dit geschiedde op uitnodiging van de Vlaamse Vooruitstrevende Studentenkring “Geen Taal, Geen Vrijheid”. In een vurig betoog bestreed hij “de beledigende en leugenachtige praatjes over de minderwaardigheid van het Nederlands als voertaal der wetenschap” – denken we aan de onzin die in die zin werd uitgekraamd door kardinaal Mercier (3) – en de duldzaamheid der Vlamingen die te weinig voor hun taal opkwamen. Hij zette uiteen, in de traditie van zestiende- en zeventiende-eeuwse taalkundigen, waarom het Nederlands juist bij uitstek, meer dan het Frans en Engels geschikt is voor wetenschap en wijsbegeerte. Amusant zijn zijn uiteenzettingen over de betere geschiktheid van het Frans voor de omgang met maîtresses en andere onzedelijkheden, maar de ongeschiktheid van die taal voor de waarheid. Dat alles werd overigens uitgesproken in het Stadhuis te Brussel; het is zeer de vraag of dit vandaag nog zou kunnen. Voor ons vandaag van belang is vooral zijn betoog over de de noodzaak om de volkstaal niet enkel voor schone letteren te eren, maar vooral ook voor de wetenschap.
Een eeuw geleden heeft ons volk zijn weerbaarheid verzameld en voor het Nederlands de plaats veroverd die noodzakelijk was voor zijn emancipatie – te beginnen met de Vlaamse Leergangen tot de volledige vernederlandsing van onderwijs en wetenschap.
Maar l’histoire se répète. De Merciers van vandaag, een deel van de rectoren van onze universiteiten op kop, vinden het Nederlands opnieuw ongeschikt voor de wetenschap – omdat het auditorium geen Nederlands zou lezen – en het onderwijs – omdat we niet genoeg buitenlandse studenten zouden aantrekken. Ook uit “Leiden” komen vandaag meer diatriben tegen dan voor het Nederlands in het hoger onderwijs. Nochtans is de bestaande taalregeling meer dan soepel genoeg: een Universiteit mag nu al zoveel ze wil in andere talen onderwijzen; enkel is vereist dat bij een basisopleiding deze ook in het Nederlands blijft bestaan.. Is dat nu echt teveel gevraagd ? De eerste verantwoordelijkheid van onze universiteiten is zorgen dat het Nederlands op alle gebieden zijn functie als wetenschapstaal behoudt en dat de jonge mensen die hier wonen in de taal van het land kunnen studeren. Andere doelstellingen, hoe lovenswaardig ook, mogen maar op de tweede plaats komen. De verdringing van het Nederlands in de wetenschap is enkel een verarming, niet alleen voor ons volk, maar ook voor de wetenschap zelf. Denken vereist taal en een andere denktaal houdt vaak ook andere klemtonen en inzichten in. Een extra inspanning om in het Nederlands beoefende wetenschap vervolgens ook te vertalen in het Engels levert dan ook meer op dan wetenschappers die niet meer in hun eigen taal denken en schrijven. Ook vandaag geldt “Geen Taal, geen Vrijheid”.
(deze tekst verscheen in Doorbraak april 2011, p. 15)
(1) Zie meer op http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/bolland
(2) Facsimile op http://storme.be/Bolland.Hoogerleven.pdf.
(3) "Les Flamands qui voudraient flandriciser une université, n’ ont pas assez réfléchi au rôle supérieur auquel
doit prétendre une université. Si leurs revendications étaient accueillies, la race flamande serait au coup réduite
à des conditions d’infériorité dans la concurrence universelle", in de instructions collectives van 1906. Tekst in. K. VAN ISACKER, Herderlijke brieven over politiek, nederlandsche Boekhandel Antwerpen 1969, p. 81-82; zie ook KOSSMANN, De Lage Landen 1780-1940, http://www.dbnl.org/tekst/koss002lage01_01/koss002lage01_01_0032.php; R. BOUDENS, Kardinaal Mercier en de Vlaamse Beweging, (Davidsfonds Leuven 1975) p. 53