Toegeven Aan Het CGKR
From the desk of Koenraad Elst on Mon, 2006-05-15 06:00
Het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding heeft, dreigend met een strafklacht, van onze vriend Paul Beliën geëist dat hij zijn artikel “Geef ons wapens” van deze webstek zou halen. Hij heeft het nog gedaan ook. Daar heb ik alle begrip voor, want ik vind niet dat mensen voor het martelaarschap moeten kiezen, ook niet in dienst van een belangrijke zaak als de vrije meningsuiting. Tenslotte sta je als vrijheidslievend burger in een zwakke positie tegenover een overheidsinstelling, vooral financieel, want zij kan eindeloos belastinggeld opdoen om je met de duurste advocaten te vervolgen. Bovendien was dit artikel inderdaad minder geschikt om als symbooldossier in de strijd om de vrije meningsuiting te dienen.
Men kan van de moderne inquisitie-organen een karikatuur maken en doen alsof zij pakweg alle etnische moppen willen vervolgen, maar voorlopig beperken zij zich in ernst toch tot uitingen die aan bepaalde criteria voldoen. Zo is er in het criterium van de collectieve stigmatisering. Het lijdt bv. geen twijfel dat pro-islamitische organisaties al lang op de wat drammerige doch goed geïnformeerde islamkritiek van Père Samuel gebeten waren en dus naar een stok zochten om de hond te slaan, maar zij legden pas klacht neer toen hij zich aan een wilde veralgemening te buiten ging: “Elke moslim die in Europa geboren wordt, is een tijdbom.”
Het is niet alleen de MRAX (Mouvement contre le Racisme, l’Antisémitisme et la Xénophobie) die hierin een ongerechtvaardigde collectieve stigmatisering ziet. Zelf denk ik er ook zo over. Er zijn hier tal van geboren moslims die de islam ontgroeid zijn en zeker geen vijfde colonne van Al-Qaïda vormen. De beste ontmaskeraars van de islam zijn juist mensen die uit de islam afkomstig zijn, mensen als Ibn Warraq, Afshin Ellian, Ayaan Hirsi Magan, of dichter bij huis Mimount Bousakla (SP.a) en Hind Fraihi. Het is Nahima Lanjri (CD&V) die diverse initiatieven genomen heeft in de strijd tegen de schijnhuwelijken en het asielbedrog, zaken waarop haar autochtone partijgenoten zich niet durven profileren uit vrees voor het smeerwoord “racist”. Zelfs Fouad Ahidar (Spirit) heeft zijn loyauteit aan zijn nieuwe vaderland getoond door openlijk het anti-autochtone racisme in de Marokkaanse gemeenschap aan de kaak te stellen.
De islam is geen ras. Als katholieken zouden Père Samuel en Paul Beliën, net als kardinaal Danneels, meer voor ogen kunnen houden dat niemand van nature tot een bepaalde religie behoort. De apostelen, Paulus, Augustinus en zovele andere christenen waren bekeerlingen. Elke moslim is een potentiële bekeerling, hetzij tot het christendom, hetzij tot de seculiere moderniteit. Een katholiek die in zijn zaak gelooft, ziet in de moslim van vandaag de dopeling van morgen. Moslims zijn gewoon medemensen, die toevallig grootgebracht zijn met het bizarre geloof in Mohammeds aanspraak op het profeetschap, slechts één van de vele dwaalleringen onder de zon.
Natuurlijk stelt de islam een bijzonder probleem, ondermeer een buitengewoon scherp “wij/zij-gevoel” (volgens talloze commentatoren dé schuldige voor de huidige interetnische wrijvingen), maar dat valt niet gelijk te stellen met het gebruik van messen tijdens de rituele schapenslachting op het offerfeest. Vlaamse buitenlui hebben evenzeer persoonlijke ervaring met kippen de keel over te snijden. Omgekeerd lopen de meeste moslims in Brussel heus niet met een mes op straat, laat staan tussen de tanden.
Men kan erover discuteren of Paul Beliën in het gewraakte artikel die veralgemening gemaakt of bedoeld heeft. Strikt genomen staat er niet: “De moslims zijn roofdieren”, maar de vluchtige en zeker de bevooroordeelde lezer kan het wel zo interpreteren. Ik dacht nochtans begrepen te hebben dat Beliën het islamprobleem herhaaldelijk als een probleem van de autochtonen geanalyseerd heeft, omdat die een demografisch en levensbeschouwelijk vacuum geschapen hebben dat de islam vanzelf opvult. In de beoordeling van een tekst zou elke ernstige rechter met die bredere context zeker rekening houden. De onder Paars bewind doorslaggevende perceptie is echter niet zo subtiel.
Bovendien poneren talloze commentatoren een onzichtbaar oorzakelijk verband tussen Beliëns roep om “wapens”, namelijk om het louter defensieve pepperspray, en de dodelijke schietpartij in Antwerpen. En tenslotte is er de gênante wetenschap achteraf dat de dader van de messenmoord op Joe, aanleiding tot het gewraakte artikel, geen moslim maar een zigeuner was. Yves Desmet of Fouad Ahidar kunnen natuurlijk weg geraken met zulke vergissing, maar quod licet Jovi non licet bovi: linkse opiniehegemonen zijn boven criteria van waarheidsgehalte verheven, een rechts auteur daarentegen moet onberispelijk zijn. Tegen die achtergrond is het wel verstandig om niet aan te dringen wanneer het CGKR de terugtrekking van het artikel eist.
Je kan natuurlijk stellen dat ook uitingen van collectieve stigmatisering meningsuitingen zijn en dus toegelaten moeten worden in een vrij land dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekend heeft, waarvan artikel 19 de vrije meningsuiting en informatiegaring garandeert. En dat zelfs meningen die ondubbelzinnig strijdig met de werkelijkheid bevonden worden (bv. “alle moslims zijn roofdieren”, of “de islam is verdraagzaam”), recht hebben op bescherming onder dat UVRM-artikel. Terecht. De Koran, de marxistische klassieken en vele andere druksels bevatten tal van haatboodschappen tegen mensengroepen, en toch zouden noch ik noch het CGKR of de MRAX die teksten willen verbieden.
De strafklacht waarmee het CGKR dreigt, is dus verwerpelijk. Maar daar tegenin gaan en de vrije verspreiding eisen van een tekst die inhoudelijk zo bekritiseerbaar is, is tactisch nu eenmaal niet verstandig. De reden voor het recht op vrije meningsuiting is dat zij de mensen toelaat om door woord en wederwoord, via geslaagde en minder geslaagde pogingen, tot de waarheid te komen. Als testcase voor de strijd over de meningvrijheid kan men dus beter geen gewraakte tekst kiezen waarvan men zelf bij nader toezien moet toegeven dat hij inhoudelijk tekort schiet. Daarvoor was de Deense cartoon die het individu Mohammed heel waarheidsgetrouw als een terrorist afschilderde, beter geschikt.