Problemen met "Jongeren": Wat Helpt, Kan Niet.
From the desk of Jan Neckers on Fri, 2005-11-18 19:47
Het Centrum voor de bevordering van het anti-Vlaams racisme denkt er natuurlijk niet aan het mediageteisem dat drie weken lang loog over de oorzaken van de Franse ellende tot de orde te roepen. Het begint al bij die passe-partout “jongeren.” Meisjes en autochtone Franse pubers zijn ook jongeren en men zoekt nog altijd naar vertegenwoordigers van die stammen bij het gajes dat Frankrijk in brandt steekt. Jongens en geen jongeren van (Noord-)Afrikaanse oorsprong is de juiste en zoveel mogelijk vermeden definitie.
De Nederlander Hafid Bouazza heeft een jaar geleden de vinger op de wonde gelegd toen hij stelde dat een en ander veel beter zou gaan als “onze moeders er nu eens eindelijk zouden mee stoppen hun zoontjes als godjes op te voeden.” Die mediterrane mentaliteit maakt dat heerschapjes altijd hun zin krijgen, dat hun grilletjes ingewilligd worden en dat de godjes gewelddadig worden zodra autochtonen een opmerking maken over hun gedrag want dan is dat “een gebrek aan respect.” Wat kan je nu verwachten van jongelui die zoals er ooit eentje fier tegen mij zei: “Ik ben twaalf en mag nu mijn moeder slaan.”
Volgende permanente medialeugen is de klemtoon op de achtergestelde wijken, het gebrek aan subsidies voor de migrantenmaffia, de enorme werkloosheid als voedingsbodems voor de rellen alsof er geen individuele verantwoordelijkheid meer is en de politiek weer alles mismeesterd heeft. In Nederland heeft diezelfde politiek twintig jaar lang de minderheden gepamperd en de resultaten zijn er nog altijd ellendig; zij het bij altijd dezelfde minderheden (niet bij de Surinamers bijvoorbeeld). Ook vandaag haalt de helft van de Marokkaanse kinderen geen enkel diploma en bij de Turken is het getal van 35% zonder getuigschrift ook niet fraai. In de werkelijkheid vertellen die cijfers nog te weinig het trieste verhaal want uitgesplitst over jongens en meisjes blijkt dat de meisjes veel beter scoren en er een derde generatie jongens op straat loopt die voor een groot deel niets kan en niets kent en die dus ook bijna niet aan werk geraakt. Niet dat het bij de meisjes alles kits is. De tijd is voorbij dat leraars allochtonen direct naar het beroeps wegzonden. Maar goedmenende leraars klagen erover dat zoveel Turkse en Marokkaanse ouders weigeren hun dochters een goede opleiding te geven.
En die afkeer van studeren en van zelfstandig denken hangt nauw samen met de evolutie van de islam.
De massale migratie van moslims heeft ook de nek gebroken van de triomfantelijke multiculturalisten omdat Westerse wetenschappers zich over deze kwaadaardige ideologie bogen. Mensen als Hans Jansen (Utrecht), Urbain Vermeulen (Leuven) en de Amerikanen Bernard Lewis en Robert Spencer (u krijgt eerlang een bespreking van zijn Politically Incorrect Guide to Islam) hebben tijd noch moeite gespaard om de zoete islamsprookjes te weerleggen.
Volgens een bekende legende hebben we bijvoorbeeld onze Renaissance te danken aan de naar het Westen gewaaide Arabische vertalingen van de Griekse en Latijnse teksten. Het staat nu onomstotelijk vast dat al deze teksten vertaald zijn door Christenen en dat alleen een piepkleine islamitische elite er enige interesse voor had tot de mullah’s en ayatollah’s er in slaagden ook deze interesse uit te roeien.
Lezen en studeren is bijna onbestaand in de islamitische wereld. Harm Botje, NRC-correspondent, vertelt in zijn herinneringen dat er altijd vol meelij naar zijn gezondheid werd geïnformeerd als hij las, want hij moest wel ziek zijn om zoiets raars te doen. Zijn opvolger, Joris Luijendijk, noteert dat 3.000 exemplaren een absolute bestseller is in een wereld met 500 miljoen mensen. Een aantal dappere Arabische wetenschappers publiceren in hun laatste VN-rapport dat er jaarlijks evenveel boeken in het Grieks (12 miljoen sprekers) als in de diverse Arabische talen vertaald worden en dat zijn dan nog meestal vertalingen van islam-theologie.
Wat wil men dan schoolprestaties verwachten van kinderen die in zo’n omgeving opgroeien en die volslagen gehandicapt aan de school beginnen, want de ouders of grootouders lezen nooit een verhaaltje voor en kijken via de schotel alleen naar programma’s uit het moederland zodat hier geboren kinderen al met een zware achterstand aan de kleuterschool beginnen.
De islam is daarenboven geen ideologie die nederigheid of naastenliefde preekt. Zoals Rudi Rothier van De Morgen het stelde: “Ze denken allemaal dat ze een supergodsdienst belijden.” Jonge heren die thuis god zijn en die denken dat hun god hen boven alle anderen verheft, zien natuurlijk ook de materiële achterstand van hun wereld en trekken daar de voor hen logische conclusie uit. Uiteraard is het nooit “eigen schuld, dikke bult,” maar schiet de westerse overheid, de racistische baas of leraar tekort, want godenzonen hebben geen fouten. De Nederlandse Volkskrant vroeg een paar jaar geleden aan sociologen van Turkse of Marokkaanse origine naar hun mening over de integratiebereidheid van deze minderheden. Ze concludeerden dat ongeveer 30% van de migranten zich integreert, en dat 70% daar in de verste verte niet aan denkt. Hun advies: stop de gelegaliseerde slavernij die het kopen en verkopen van kinderen is en die men “gezinshereniging” noemt, want men dweilt met de kraan open.
De Nederlandse socioloog Frank bovenkerk heeft het eens als volgt geformuleerd: “Dat wat helpt, kan niet (wegzenden van jonge criminelen); dat wat kan, helpt niet (subsidies).” En toch gaat men ook in Frankrijk de geldkraan maar weer wat meer openzetten.
De jaren 50 en 60 waren de veiligste uit onze geschiedenis en toen was er geen frank subsidie voor “jongeren;” die moesten zichzelf bezig houden. Gaat de politiek migranten verplichten om verhaaltjes voor te lezen? Hun schotelantennes af te breken? Hun huwelijkspartner terug te zenden? Gaat men de bedrijven verplichten halve analfabeten te rekruteren voor baantjes die een hoge opleiding vereisen? Gaat men deze werklozen verplichten minder geschoolde en minder betaalde baantjes aan te nemen i.p.v. iedere maand het handje open te houden zelfs als men weet dat in de VS 95% van de migranten wel werkt omdat daar geen steun is?
Die 30% die geslaagd zijn in hun integratie hebben dat voor elkaar gekregen met bloed, zweet en tranen en bijna altijd in conflict met hun “cultuur” (een eufemistische omschrijving voor mentaliteit). Mijn vroegere VRT-collega’s bij de migrantenprogramma’s hebben me dikwijls schrijnende verhalen verteld. Mo (Marokkaanse origine en flamingant) wees me op de onverbiddelijke uitstoting uit de zo belangrijke groep wanneer jongeren van Marokkaanse oorsprong wel willen studeren. Mehmet (Turkse Antwerpenaar) zei altijd dat hij zonder de Vlaamse buren nooit universiteit had gevolgd. Abdel kon zich razend maken over hoofddoeken en djellabah’s. Zij vertelden ook over de obsessies van vele ouderen. Het kindergeld wordt opzij gezet om in het thuisland een mooi huis of appartement te kopen om daar de grote Mohammed uit te hangen tijdens de vakantie.
Het is een van de vele klachten van de “jongeren” dat ze ook willen consumeren, maar ze zeggen er nooit bij dat de meesten onder hen nooit een zakcent krijgen. Zelfs in mijn eigen dorp zie je ’s zaterdags migranten het prullenmarktje bezoeken met stuurse kinderen in het getouw die zich afvragen waarom zij nooit eens iets anders dan een afdankertje krijgen.
Kortom, er zijn natuurlijk keiharde ingrepen mogelijk om “jongeren” te integreren, maar die kan de politiek nooit meer nemen omdat ze niet wil discrimineren, omdat ze dan echt in het privé-leven van sommige groepen moet inbreken en zal teruggefloten worden door alle mogelijke rechtscolleges. De multiculturele vrijheid heeft dus geleid tot het multiculturele drama ondanks de wijze woorden van Anatole France: “Entre la loi et la liberté, c’est la loi qui libère et la liberté qui opprime.”