Boudewijn Bouckaert en het Democratisch Deficit
From the desk of Paul Belien on Fri, 2005-07-08 18:30
Van Paul-Henri Spaak zei men ooit dat hij een windhaan was waaraan je kon zien uit welke ideologische richting de wind in Europa waaide. Guy Verhofstadt is ook zo’n windhaan. In de jaren tachtig, toen Ronald Reagan en Margaret Thatcher de leidinggevende figuren in de wereld waren, deed Verhofstadt zich voor als een neo-conservatief. Hij werd de “baby Thatcher” genoemd en ging daar zelfs prat op. Dat veranderde in de jaren negentig, toen Bill Clinton (1993) en later (1997) ook Tony Blair aantraden. Kameleon Verhofstadt ontpopte zich tot een sociaal-liberaal en een voorstander van de zogenaamde “derde weg.” De dioxinecrisis van 1999 bracht Verhofstadt in de regering. Doordat het een anti-CVP-regering was, zat Verhofstadt vast in een coalitie met de socialisten, zodat het ideologisch met de wind heen-en-weer zwenken niet meer mogelijk was. En intussen was de wind opnieuw gedraaid. Vanaf 2000 stak een nieuwe conservatieve golf op, die George Bush, Jan-Peter Balkenende (en straks ook Angela Merkel) aan de macht bracht, terwijl Tony Blair intussen de nieuwe “baby Thatcher” is geworden.
Verhofstadt kennende ben ik ervan overtuigd dat als hij in 1999 niet in de regering was gekomen, hij ongetwijfeld mee naar rechts geschoven zou zijn. In dat geval zou niet de VLD vandaag in de problemen zitten, maar wèl CD&V. Het zou dan de VLD geweest zijn die een kartel had gesloten met de N-VA. Overigens heeft het in 1999 niet zo veel gescheeld of CVP was effectief aan de macht gebleven. Enkele maanden voor de verkiezingen werd de VLD immers door de CVP-top nog meesmuilend als “geknakt riet” afgedaan. Het zijn toen echter de kiekens geweest die Dehaene hebben gepakt. En het zijn in feite diezelfde dioxine-kiekens geweest die ook Boudewijn Bouckaert hebben gepakt.
Boudewijn was, toen Verhofstadt in 1991-92 zijn grote plannen smeedde om rond de PVV een rechts kartel te vormen van Vlaams-nationalisten, conservatieven en liberalen, zowat de ideologische vader van dit project. Omdat Boudewijn geen windhaan was maar bij zijn principes bleef, geraakte hij in de tweede helft van de jaren negentig in de zwenkende VLD gemarginaliseerd. Indien de VLD in 1999 niet in de regering was gestapt, zou vandaag het grote ogenblik voor hem zijn aangebroken. Hij had dan misschien zelfs met zijn vriend Matthias Storme in dezelfde partij gezeten, samen met al wie eveneens gelooft in het idee van een politiek tweestromenland.
Bouckaert heeft gelijk. Het democratisch deficit in ons land wordt, afgezien van de specifiek Belgische situatie dat wij voornamelijk bestuurd worden door franstalige politici waarover wij als kiezers geen zeggenschap hebben, vooral veroorzaakt door het feit dat ons land geen democratie is. Wij leven in een particratie, waarin de machtscenakels aan de partijtop (dikwijls triumviraten), de dienst uitmaken. Die cenakels beslissen alles. Niet alleen partijleden zoals Bouckaert, maar zelfs verkozen parlementsleden, hebben binnen ons systeem niets te zeggen. Ze moeten hun mond houden en zijn onderworpen aan de partijtucht. Hun politiek overleven hangt niet af van de kiezers, maar van de partijleiding. In een tweepartijensysteem, zoals het Britse en Amerikaanse, heeft men een kiesstelsel met districten die elk één verkozene naar het parlement sturen, namelijk de kandidaat met de meeste stemmen. Die verkozene kan alléén door zijn kiezers worden gesanctioneerd.
In ons stelsel moeten niet alleen mensen zoals Bouckaert en Storme zwijgen, maar ook de verkozenen des volks. De sanctie voor de meningsvrijheid is zeer reëel: men vliegt buiten. Voor een mandataris betekent dit een gewisse politieke dood. Ik weet dat het tweepartijenstelsel ook nadelen heeft, maar men krijgt in plaats van een particratie tenminste een democratie. Indien men een dergelijk stelsel combineert met een systeem waarin men politici niet al te veel macht geeft, maar die macht via referenda en burgerinitiatieven zoveel mogelijk rechtstreeks bij de burgers legt, komt men tot een politiek bestel waarin de fameuze “kloof met de burger” kan worden overbrugd.