De Nuttige Idioot in een Marginaal Partijtje
From the desk of Filip van Laenen on Sat, 2014-09-20 11:25
Drie verkiezingsoverwinningen op rij, de nu ex-Groen-voorzitter in spe Wouter van Besien is geen klein beetje fier op de puike resultaten die hij in de voorbije vijf jaar behaalde. Alleen, zijn die scores van 8,5% (Kamer) en 8,7% (Vlaams Parlement) in tijden van globale opwarming, scheurtjes in kerncentrales en financiële crisissen dan werkelijk zo'n fenomenale resultaten voor een links-ecologische partij als Groen? En heeft Groen vandaag eigenlijk nog wel iets te betekenen in de Vlaamse of Belgische politiek?
Wouter van Besien werd voorzitter van Groen op 25 oktober 2009. Een half jaar eerder, op 7 juni 2009, haalde de partij 6,8% van de stemmen voor het Vlaams Parlement, en 7,9% voor het Europees Parlement. Een half jaar later, op 13 juni 2010, zit de partij aan 7,1% van de stemmen voor de federale Kamer. Katsjing, eerste verkiezingsoverwinning binnen, rekent Wouter van Besien. Want ja, vergeleken met de verkiezingen van 2007 gaat de partij bijna een hele procent vooruit: van 6,3% naar 7,1%.
Verkiezingsoverwinningen van een halve procent
Diezelfde dag haalde Groen 6,3% voor de Senaat. Niet echt denderend vergeleken met de 6,8% van een jaar eerder, maar opnieuw: in de rekenkunde van Wouter van Besien is ook dit een verkiezingsoverwinning. Inderdaad, op 10 juni 2007 zat de partij voor de Senaat slechts aan 5,9% van de stemmen, en is ze dus bijna een halve procent vooruitgegaan. Of hoe hoogspringen voor Wouter van Besien vooral de kunst is om de vorige lat zo laag mogelijk gelegd te krijgen.
De tweede verkiezingsoverwinning volgt in 2012, bij de provincieraadsverkiezingen. Groen haalt 8,1% van de stemmen, één procentje vooruit vergeleken met 2010 dus. Of als we alleen verkiezingen op dezelfde niveaus mogen vergelijken, slechts een half procentje vooruit, want op 8 oktober 2006 zat Groen al aan 7,6% van de stemmen.
Tien procent
Derde verkiezingsoverwinning: 25 mei 2014. Groen haalt 8,5% van de stemmen voor de Kamer, bijna anderhalve procent vooruit vergeleken met 2010. Voor het Vlaams Parlement haalt de partij 8,7%, bijna twee procent vooruit. Voor het Europees Parlement stijgt de partij zelfs boven de magische grens van de tien procent uit: 10,6%, zelfs bijna drie procent vooruit vergeleken met 2009. Maar niet genoeg voor een tweede Europese zetel, en dus maakt die drie procent al bij al niet veel uit, behalve voor het zelfvertrouwen.
Strikt genomen klopt het dus dat Groen onder Wouter van Besien drie verkiezingsoverwinningen op rij heeft geboekt. Maar zoomen we even uit, dan valt de vooruitgang toch maar magertjes uit: van 7 juni 2009 naar 25 mei 2014 ging de partij uiteindelijk niet meer dan anderhalve procent vooruit. Let wel: dit is een gouden anderhalve procent, want daarmee raakt de partij veilig uit de buurt van de kiesdrempel, en met een verdubbeling van het aantal mandatarissen als resultaat.
Ongerealiseerd potentieel
Maar is een resultaat van acht tot negen procent zo'n schitterend resultaat voor een links-ecologische partij? Met de globale opwarming die zich meer en meer laat voelen (nou ja, als het eens niet regent), Fukushima en scheurtjes in Doel en Tihange, en daar bovenop de gevolgen van een globale financiële crisis, zou je toch denken dat er voor een partij als Groen veel meer zou kunnen inzitten. De enige verkiezingsoverwinning die naam waardig –die van 25 mei 2014 dus– viel trouwens samen met een historisch lage score voor directe concurrent sp.a. Sta ons toe dat zelfs van die ene verkiezingsoverwinning onze mond niet helemaal tot op de grond openvalt.
Uit Brusselse Regering verdreven
Blijft nog dat Wouter van Besien dankzij de vooruitgang het aantal mandatarissen sterk wist uit te breiden. Alleen, wat koop je daarmee? Regeringsmacht? Sommige commentatoren wijzen erop dat Groen in een behoorlijk aantal gemeenten mee in het bestuur zit. Maar op regionaal en federaal vlak staat daar toch een zeer negatieve balans tegenover.
In Brussel zat Groen in de vorige bestuursperiode nog in de Hoofdstedelijk Regering. Niet onmiddellijk met de zwaarste portefeuille, want Bruno de Lille was niet eens minister, maar slechts staatssecretaris. Deze keer werd voor zover we weten zelfs nog niet ernstig overwogen Groen bij de regeringsvorming te betrekken.
Marginaliteit
Ook op Vlaams of federaal niveau kwam Groen er deze keer niet bij te pas, behalve dan voor enkele obligate beleefdheidsgesprekjes. Vóór de verkiezingen droomde Wouter van Besien nog luidop van een regenboogcoalitie van CD&V, sp.a en Groen. Vandaag heeft niemand het daar nog over, zelfs niet als niet alleen een centrum-rechts maar ook een tripartite niet mogelijk zou blijken.
Het heet dat Wouter van Besien Groen omgevormd heeft van een wereldvreemde betweterige geitenwollensokkenfietsbakpartij naar een professionele partij waarmee te regeren valt, maar veel uiterlijke tekenen zien wij daar toch niet van. De kans dat Groen morgen toch in een Vlaamse of federale regering terecht komt is kleiner dan dat Elio di Rupo spontaan de Vlaamse Leeuw zou beginnen zingen in vlekkeloos Nederlands.
Het zal voor Groen trouwens boksen worden om de komende vijf jaar nog in beeld te komen naast de sp.a. Groen heeft altijd op veel sympathie kunnen rekenen in de bevriende pers (buiten 't Pallieterke heeft ze geen andere), maar met een sp.a in zware nood zou het wel eens kunnen dat die sympathie even op een lager pitje gezet zal worden.
En dat Groen geen partij van milieudogma's en linkse fetisjen meer zou zijn? Spreek gewoon nog maar het woordje «kernenergie» uit in de buurt van een Kristof Calvo, en elke vorm van rationele discussie wordt ogenblikkelijk volkomen onmogelijk.
Nuttige idioot
Heeft Wouter van Besien dan niets verwezenlijkt? Toch wel. Als nuttige idioot in dienst van la Belgique zorgde hij ervoor dat er aan Vlaamse zijde toch een meerderheid gevonden kon worden om de zesde staatshervorming goed te keuren. Daarmee redde hij het hachje van Elio di Rupo, want zo konden de CD&V-snoeshanen Eric van Rompuy, Servais Verherstraeten en Wouter Beke snoeven dat ze hun verkiezingsbeloften gehouden hadden en Brussel-Halle-Vilvoorde «eindelijk» «gesplitst» hadden. In ruil bekwam Groen echter… niets. Zelfs geen ecotaksje. Behalve dan dat Wouter van Besien straks –uiterst terecht– wellicht tot Belgisch Minister van Staat zal benoemd worden. We gunnen het hem van harte.
Dit artikel verscheen op 3 september 2014 in 't Pallieterke.