Wanneer Geeft Bruno Hollande Er de Brui Aan?
From the desk of Filip van Laenen on Sat, 2014-10-11 17:47
Bruno Tobback en François Hollande, twee socialisten die zich hardnekkig vastklampen aan hun postje. Beiden zetten het ene laagterecord na het andere neer in de opiniepeilingen, en zelfs binnen hun eigen partij willen steeds minder mensen met hen geassocieerd worden. Wat bezielt hen om te blijven zitten, in plaats van liever vandaag nog dan morgen de handdoek in de ring te smijten?
Men vergeet het nogal gemakkelijk, maar eigenlijk maakte François Hollande geen kans om zelfs nog maar kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2012 te worden. Zijn ex-vrouw Ségolène Royal likte nog haar wonden na haar nederlaag tegen Nicolas Sarkozy in 2007. Dé gedoodverfde kandidaat van de PS was echter Dominique Strauss-Kahn, toen nog voorzitter van het IMF. De man was zo populair, zowel in de pers, in de partij als bij de Franse kiezers, dat zijn verkiezing eigenlijk amper nog een formaliteit was. En toen barstte het schandaal los…
Un président normal…
Het zwakke punt van François Hollande was dat hij nogal saai was. Maar in de beste judotraditie gebruikte hij zijn zwakke punt als een sterkte. De Franse kiezers waren de sterallures van Nicolas Sarkozy moe, en dus zou er eindelijk «een normale president» («un président normal») komen met François Hollande. Stel je voor: geen geflirt meer met rijkelui, of gedoe met filmsterren in het holst van de nacht. Alleen nog nuchtere politiek en een degelijk socialistisch beleid. Voor de mensen, je weet wel. Bij links kon het geluk niet op, en de hoerastemming was in de «kwaliteits»-media duidelijk voelbaar.
Maar dat was toen. Vandaag wil niemand nog geassocieerd worden met François Hollande. Zelfs de voortrekkers van de TSS-campagne (Tous Sauf Sarkozy) drukken vandaag hun spijt uit dat ze toen voor François Hollande gestemd hebben. In de peilingen zit de Franse president op een absoluut dieptepunt. Met als ultieme vernedering voor een socialist: een peiling in Le Figaro, uitgevoerd door TNS Sofres, die aangaf dat hij in 2017 niet eens de tweede ronde zou halen. En haalt hij die tóch, dan verliest hij gegarandeerd van Marine Le Pen. Zelfs al zou hij tegen een hond met een hoed op verliezen, dan nog zou dat een minder affront zijn dan in de tweede ronde te sneuvelen tegenover iemand van het FN.
Prins Charles-syndroom van de sp.a
Over naar Bruno Tobback. Zijn positie als sp.a-voorzitter was al lang vóór 25 mei behoorlijk omstreden, maar na nog maar eens een nieuwe verkiezingsnederlaag werd de roep om zijn ontslag steeds luider. Bruno Tobback doet echter of zijn neus bloedt. In 2011 werd hij nog verkozen met een monsterscore van 96,6% tijdens een partijcongres in Nieuwpoort. Zou hij zich vandaag kandidaat stellen om zichzelf op te volgen, dan valt een uitslag van 96,6% tegen niet uit te sluiten.
Waarom Bruno Tobback niet aftreedt? Volgens hemzelf omdat nieuwe voorzittersverkiezingen uitschrijven geen sinecure is bij de sp.a, maar een logge procedure waarbij vele stationnetjes doorlopen dienen te worden. Bij Groen en Vlaams Belang gaat dat blijkbaar een heel pak vlotter, waardoor de sp.a met een soort prins Charles-syndroom achterblijft. Want ja, als het bij die twee partijen wel kan, waarom dan niet bij de sp.a?
2011: Sp.a-voorzitter neemt ontslag na verkiezingsnederlaag
Geen journalist ook die Bruno Tobback durft tegen te spreken. Of weten ze niet beter? Wat in 2014 blijkbaar niet kan, kon in 2011, toen Bruno Tobback zélf verkozen werd, immers wel. Inderdaad: Caroline Gennez bood op 28 juni 2011 haar ontslag aan, na, alweer een verkiezingsnederlaag voor de partij. Minder dan drie maanden later, op 18 september, was Bruno Tobback reeds verkozen als de nieuwe voorzitter van de partij. Dat er ondertussen parallel ook federale regeringsonderhandelingen gevoerd dienden te worden was toen trouwens geen beletsel. Met dit verschil: de sp.a zat toen wél mee aan de onderhandelingstafel, deze keer niet. Het blijft verbazen dat tot nog toe niemand Bruno Tobback heeft willen confronteren met de snelle manier waarop hijzelf in 2011 sp.a-voorzitter werd.
Hopen op beterschap
Waarom blijven de twee heren vasthouden aan hun postje? Het antwoord is eenvoudig: zij hopen beiden op beterschap, zodat zij hun gezicht toch nog enigszins zouden kunnen redden. Dat zij zelf voor die beterschap zouden kunnen zorgen, is waarschijnlijk een hoop die zij allang niet meer koesteren. François Hollande heeft van de Franse economie een potje gemaakt, en de weinige maatregelen die hij genomen heeft, zoals de fetisj van de rijkeluistaks, hebben de zaken alleen maar erger gemaakt. Bruno Tobback wijt de recente verkiezingsnederlaag aan de slechte «conjunctuur» die socialistische partijen in Europa overal treft, maar dat is nog geen verklaring waarom uitgerekend de sp.a het slechtst van allemaal scoort.
Bruno Tobback heeft eigenlijk maar één externe factor die hem kan redden: een federale centrum-rechtse regering. Als die er snel komt, en erin slaagt om snel één of andere maatregel te nemen waartegen de (socialistische) vakbonden massaal kunnen mobiliseren, dan zou hij zich op de valreep alsnog kunnen opwerpen als sterke oppositieleider. Ook een snelle desintegratie van die centrum-rechtse regering, of als de onderhandelingen toch nog strop zouden lopen op een regeling voor ARCO of de verdeling van de postjes, kunnen hem helpen zijn vel te redden. Maar verder zit er voor Bruno Tobback eigenlijk niet veel meer in dan zijn voorzitterschap verder uit te spartelen, en hopen dat hij niet al te smadelijk het toneel zal moeten verlaten.
Gevangen in een gouden kooi
François Hollande zit echter gevangen in een gouden kooi in het Élysée. Dat de economie snel weer zou aantrekken is onwaarschijnlijk. Er moet al een nationale ramp gebeuren of een oorlog uitbreken opdat hij zich zou kunnen opwerpen als een vader des vaderlands die Frankrijk in moeilijke tijden bijeen kan houden. Maar in tegenstelling tot Bruno Tobback is aftreden voor hem geen optie: het zou alleen maar een rechtse president aan de macht brengen. En dat dan zelfs nog maar in het beste geval. Zijn regering naar huis sturen? Dat heeft hij al eens gedaan, met als voornaamste gevolg dat de tot voor kort enigszins populaire Manuel Valls nu ook in de problemen zit. Het Franse parlement naar huis sturen? Dan zit hij straks misschien wel met een rechtse regering geplaagd, ook al geen prettig vooruitzicht.
François Hollande zal zijn presidentschap dus gewoon moeten uitzweten. Misschien kan hij zich troosten met de gedachte dat het niet veel slechter meer kan gaan—voor zover hij dat gisteren ook al niet deed. En anders kan hij Bruno Tobback altijd nog op het Élysée uitnodigen voor een therapeutisch gesprek.
Dit artikel verscheen op 17 september 2014 in 't Pallieterke.