Schimpen op Vlaanderen

René Lagrou (1904-1969) was in de late jaren dertig en begin jaren veertig één van de hevigste nazi’s in Vlaanderen. Lagrou, de leider van de algemene-SS-Vlaanderen, geloofde niet in België noch in Vlaanderen, maar bepleitte de annexatie van Vlaanderen door Duitsland. Men kan zo’n man onmogelijk een Vlaams-nationalist noemen. Lagrou was eveneens een overtuigde nationaal-socialist, met inbegrip van de verwerpelijke rassentheorie. Hij nam zelfs deel aan de pogroms op de joden. Het is begrijpelijk dat Lagrou’s kinderen zich van pa’s gedachtengoed distantiëren. Dat doen zowel zijn zonen Evert, de Brusselse professor in de sociologie, als Leo, de Leuvense professor emeritus in de psychologie.

Het stoort mij niet dat Evert en Leo een succesrijke academische carrière konden uitbouwen. Het stoort mij evenmin dat ze vaders ideologie verwerpen. Maar het stoort me wel dat ze geregeld het Vlaams-nationalisme aanvallen en daarbij insinueren dat vaders nationaal-socialisme en zijn verfoeilijke jodenhaat een gevolg waren van zijn Vlaamse overtuiging. Vader René begon weliswaar als Vlaamse nationalist, maar liet dit volledig achter zich toen hij in het misdadige nazisme stapte.

Gebrek aan persoonlijkheid

Zowel Leo als Evert hebben, zoals ze meermaals zelf getuigden, als zonen van een foute vader “het stigma van het verleden” moeten dragen. Het is onrechtvaardig als kind beoordeeld te worden op het gedrag van de man door wie men werd verwekt. Het is echter even onrechtvaardig wanneer zo’n kind vervolgens de schuld van zijn problemen niet in de eerste plaats op die vader steekt noch op de mensen die hem stigmatiseren, maar uitgerekend op de groep mensen waarmee vader gebroken had toen hij zijn misdadige weg insloeg: de Vlaams-nationalisten. Blijkbaar valt de appel dan toch niet zo ver van de boom, want de zonen zetten de anti-Vlaamse politiek van de nazi’s voort op een even leugenachtige wijze als de algemene-SS-Vlaanderen dat tijdens de oorlog deed.

In De Morgen van vandaag laat prof. em. Leo Lagrou zich weer eens gaan. “Nationalisten compenseren hun gebrek aan persoonlijkheid,” beweert Lagrou. Met “nationalisten” bedoelt hij Vlaams-nationalisten: mensen die “schuilen onder een Vlaamse vlag.” De SS deed destijds even schamper over die Vlaamse leeuw. Lagrou probeert de misdaden van zijn vader in de schoenen van de Vlaams-nationalisten te schuiven met de bewering dat deze nationalisten in hetzelfde bedje ziek zijn als racisten.

We krijgen ook te horen: “Mensen die niet tevreden zijn met zichzelf zijn duidelijk vaker nationalist dan mensen die dat wel zijn.” Het is best mogelijk dat vader René destijds zijn “gebrek aan persoonlijkheid” heeft willen compenseren met zijn nationaal-socialisme. Hij ging daarbij echter niet onder de Vlaamse vlag schuilen die zo prominent het artikel van De Morgen siert, maar onder een Duitse partijvlag. Zoon Leo heeft zich uit ontevredenheid met zijn afkomst en het stigma dat daarmee gepaard ging, gekeerd tegen het Vlaams-nationalisme. Daarmee geeft hij aan dat, althans wat hem betreft, de stelling niet opgaat dat Vlamingen die ontevreden zijn met zichzelf vaker nationalist zijn dan anderen.

Sociaal engagement

Valt het u ook op hoe de zonen van één van Vlaanderens meest infame nationaal-socialisten zich wél afkeren van vaders (Duitse) nationalisme maar niet van diens socialisme, dat nochtans, zoals de term “nationaal-socialisme” aangeeft, even verantwoordelijk gesteld kan worden voor de misdaden door de nazi’s begaan? Kan Leo Lagrou niet met evenveel recht schimpen op het socialisme als op het (Vlaams-)nationalisme. Waarom horen we Lagrou niet vertellen aan De Morgen dat “socialisten hun gebrek aan persoonlijkheid compenseren” en dat “socialisten vaker ontevreden zijn met zichzelf dan niet-socialisten”?

Het is inderdaad een pertinente vraag: hoe komt het dat Leo en Evert Lagrou voortdurend schimpen op het Vlaams-nationalisme, dat ook door hun vader zo bestreden werd tijdens de oorlog, maar nooit op het socialisme dat door vader beleden werd? Zijn de zonen het dan ten gronde toch eens met de vader? Toen Leo Lagrou in 2000 met emeritaat ging als docent sociale psychologie aan de KUL en directeur van het Hoger Instituut voor de Arbeid, vertelde hij aan het universitaire tijdschrift Campuskrant: “Ik ben langzaamaan weggeëvolueerd van een Vlaams engagement naar een sociaal engagement.” Het is alsof men de vader hoort spreken. Ook hij evolueerde van zijn Vlaamse engagement weg naar een “sociaal” engagement.

Collaborateurs

In hun schimpen op Vlaanderen lijken de gebroeders Lagrou op André Leysen. Ook Leysen groeide als kind op in een gezin dat tot de harde kern van de Algemene-SS hoorde. Die harde kern was anti-Vlaams en pro-Duits. Die anti-Vlaamse traditie heeft Leysen als volwassen man voortgezet. Alleen werd het pro-Duitse engagement van de ouders vervangen door het pro-Belgische engagement van de zoon.

Daarmee raken we de kern van de zaak. Vlaams-nationalisten hullen zich niet in de Vlaamse vlag, zoals de Lagrou’s en de Leysens in hun lijfbladen De Morgen en De Standaard insinueren, omdat ze “ontevreden met zichzelf” zijn en daarom een “groepsidentificatie” nodig hebben. Wij zijn niet ontevreden met onszelf maar met de staat waarin wij leven omdat de Vlamingen, net zoals elk ander volk, het recht hebben op vrijheid en democratie. Het Vlaams-nationalisme is geen nationalistische ideologie, maar een zaak van vaderlandsliefde of patriotisme. Wij zijn Vlaams-nationalisten (met een streepje), geen Vlaamse nationalisten. Het Vlaams-nationalisme heeft niets gemeen met de nationalistische partijen die men in Frankrijk, Duitsland of Groot-Brittannië vindt: de FN’s, NPD’s of BNP’s.

Ons patriotisme is een deugd. Het is de bereidheid om een offer te brengen voor de vrijheid en de democratie van het volk waartoe we behoren. Vlaams-nationalisten zijn bijgevolg niet bereid hun verlangen naar vrijheid te verkopen voor de materiële voordelen die het heersende regime, het weze Duits of Belgisch, biedt aan zijn collaborateurs.