Bah! Wat een Geboefte!

Is de spontane reactie bij de lectuur van Guido van Liefferinge's herinneringen aan zijn samenwerking en contacten met de bazen en baasjes van De Persgroep (Het Laatste Nieuws en De Morgen), VTM, Humo, enz. (Glamour en glitter, geld en macht; 349 pp., Uitgeverij van Halewijck). Vijftig bladzijden gaat het zachtjes bergop als hij vertelt over zijn harde jeugd en zijn vlugge, maar moeilijke klim naar de uitgeverstop met zijn bekende “boekskes” (hij werd purper als iemand dat woord gebruikte) als Joepie, Dag Allemaal, Goed Gevoel, enz. Maar dan trekt hij de handschoenen uit en noemt hij man en paard tot je de eigen ogen niet gelooft.

Want dit boek is zo on-Vlaams-recht-door-zee en zo keihard in de beschrijvingen en conclusies dat ik me niet herinner ooit iets dergelijks over onze media- of andere ondernemingen gelezen te hebben. Zelfs in de Angelsaksische wereld verschijnt zo’n boek alleen maar nadat de auteur eigenhandig alle juristen van de uitgeverij keelt. Hoe is het dan mogelijk dat in ons bange Vlaanderen iemand zo zijn nek uitsteekt? Omdat Guido van Liefferinge in Thailand woont en al jaren… de Monegaskische nationaliteit heeft. Begin dan maar eens met een proces wegens smaad. Christian van Thillo, Christophe Convent, Yves Desmet, Guy Mortier, Eric Claeys, Koen Clement en tutti quanti die hier alle details van hun affairisme mogen lezen (soms met hun mails als bewijs) vermoeden daarenboven dat de auteur nog wel wat moois achter de hand houdt en ze hebben er dus belang bij om het potje gedekt te houden.

 

Vernietigend

Het lijkt me geen toeval dat de bevriende en zelfs minder bevriende pers zich gestort heeft op het detail van de aandelen van Verhofstadt bij de oprichting van VTM. Dat is een formidabele bliksemafleider om de echt belangrijke onthullingen van Van Liefferinge onder het tapijt te vegen. Die overstijgen ver het belang van de “boekskes” die de auteur ooit op de markt bracht. Je leest gefascineerd zijn relaas, al heb je nooit bij de kapper Dag Allemaal of Joepie doorbladerd. Het boek helpt de al bijster geschonden reputatie van vroegere persbaronnen als Maertens van Het Laatste Nieuws of Van Tongerloo van Gazet van Antwerpen nog wat dieper de kelder in.

Maar het is vernietigend voor zowel de zaken- als persoonlijke reputatie van Christian van Thillo en zijn schoonbroer Christophe Convent: de huidige bazen van de Persgroep en VTM. Ze zijn erin geslaagd Van Liefferinge uit de uitgeverij Sparta te werken en het proces tussen beide partijen loopt nog. De auteur vermeldt terloops hoe hij al 750.000 euro aan advocatenkosten heeft betaald, al is dat geen verloren geld want daarmee zijn nogal wat tegels gelicht. We krijgen met alle mogelijke details te lezen hoe Van Thillo en Co alleen van geld en nog meer geld dromen en daarbij geen enkele methode schuwen. En hoe zij zich omringen met medewerkers die het vuile werk doen en dan zonder de minste schroom aan de deur geschopt worden “in gezamenlijk overleg” “omdat zij hun carrière een nieuwe wending willen geven” zoals de perscommuniqués onveranderlijk luiden.

Marcel Wilmet, hoofdredacteur van het succesrijke Het Laatste Nieuws krijgt de ene dag de hartelijkste gelukwensen en staat de dag daarna op straat. Eric Claeys, die zichzelf de profeet van Van Thillo noemt, zorgt ervoor dat VTM de dieperik ingaat door de programmabudgetten te halveren. De kijkcijfers dalen vreselijk, maar de kosten ook en dus stijgen de dividenden van de twee grote aandeelhouders (De Persgroep van de Van Thillo’s en Roularta van De Nolf). Van Thillo geeft zijn profeet in het openbaar de sleutels van een Porsche en 6 maand later mag Claeys ziek worden en zijn “loopbaan een andere wending geven.”

Van Thillo moeit zich niet met de redactionele inhoud, want dat is niet nodig omdat zijn knechtjes-hoofdredacteurs plus politiek commentator Luc van der Kelen perfect aanvoelen wat de baas wil en vooral niet wil lezen of zien: bv. geen enkele kritiek op het De Nolf imperium, want in ruil krijgt Van Thillo de vrije hand bij VTM. Ontluisterend zijn de voorbeelden die Van Liefferinge geeft over het gedrag van Yves Desmet, de hoofdredacteur van De Morgen, onafhankelijk (ahahaha!!!) dagblad. In ruil voor zijn kruiperigheid mag Smetje mee met het yacht van de baas op cruise in de Stille Zuidzee. Hilarisch is een afgedrukte mail van Koen Clement, directeur van De Morgen, over de rotzooi die men in de maag van de “weldenkenden” (hij gebruikt dat woord echt) moet splitten.

Gevaarlijke hoofdstukken

Dat is dus allemaal heel leuk en het boek wemelt van de anekdotes over de omkoopbaarheid en het geritsel van BV’s, met naam en toenaam en het bedrag erbij. Maar dat zal Van Thillo een zorg wezen. Het zal alleen zijn reputatie versterken van keiharde zakenman die voor niets terugdeinst en in sommige zakenkringen is dat eerder een pluspunt.

Waar de familie Van Thillo echter niet zal mee lachen zijn de uitgebreide analyses van hun financieel gesjoemel aan en feitelijk over de rand van het legale. Van Liefferinge toont aan dat een reeks financiële constructies de grote bedrijfswinsten zodanig spreiden dat men er verscheidene keren in slaagt langs de kas van de overheid te passeren en honderden miljoenen overheidssteun binnen te rijven. Dat zijn de gevaarlijke hoofdstukken die de politici ertoe kunnen brengen om in de toekomst geen belastingsgeld naar deze schatrijke financiers te dragen. En je weet maar nooit dat Strihou dit leest zodat le roi de Wallonie zijn trouwe dienaar Christian – de belgicistische kleinzoon van de flamingant Bill – de fel gesmaakte barontitel onthoudt.

Overigens zijn zelfs deze hoofdstukken bijzonder goed geschreven. De vlotte stijl van het boek valt op en past niet helemaal bij Van Liefferinge. Ik wil er vergif op innemen dat het boek voor een goed deel geschreven is in samenwerking met Mathias Danneels, de lievelingsmedewerker van de auteur; iemand die exact één dag later de ezelsstamp kreeg bij de uitgeverij Sparta nadat Van Liefferinge was buitengewerkt. Maar Danneels zal er zich wel voor hoeden om zijn naam op het titelblad te zetten. Hij is Van Liefferinge gevolgd toen die een tijdje hoofdredacteur van Het Nieuwsblad werd en hij zit er nog; maar je weet maar nooit.

Hoewel hij niet beu wordt de perfiditeit van zijn tegenstanders te hekelen is zelfkritiek niet Van Liefferinges sterkste punt. Hij heeft inderdaad veel jonge journalisten goed opgeleid maar vergeet zijn methodes uit te spellen. Twee “godvers” en één keer “en ’k stamp u met uw kl.. buiten als ge nog ’s durft,” enz., waren vaste prik in iedere zin die hij sprak. Opbouwende kritiek bestond erin om een woeste streep door een bladzijde te trekken, ze eruit te scheuren en als een prop in het gezicht van de journalist te werpen. Dan moet je niet te veel op loyaliteit rekenen. Hij geeft toe dat hij nogal eens uithuizig was, maar zelfs met de huidige communicatie leid je geen uitgeverij als je drie weken per maand in de villa’s of appartementen in Marbella, Monaco en Thailand zit.

Van Liefferinge wordt niet moe om te beklemtonen dat niet zozeer zijn financieel geschil met de Van Thillo’s het motief voor dit boek is, maar wel zijn vrees voor onze democratie wegens de persconcentratie. Komaan Guido. Als je nog altijd de baas bij Sparta was geweest had hier geen letter het daglicht van gezien. Maar de moeite om te lezen is het wel.