Arbitragehof Breidt Bronnengeheim uit tot Bloggers

Het Arbitragehof heeft gisteren (7 juni) in een arrest (PDF) de discriminatie tussen bezoldigde en onbezoldigde journalisten inzake de bescherming van het bronnengeheim geschrapt.

De titel van "beroepsjournalist" is beschermd, en voorbehouden voor mensen voor wie journalistiek de voornaamste bron van inkomsten is. De wet op de bronnenbescherming, die op 17 maart vorig jaar werd goedgekeurd, beschermde echter niet alleen die beroepsjournalisten in hoofdberoep, maar iedereen die één of andere vorm van bezoldigde journalistieke activiteit uitoefent, als loontrekkende, als zelfstandige of via een rechtspersoon. Maar daarmee bleven mensen die onbezoldigde journalistieke activiteiten uitoefenen, zoals bijvoorbeeld sommige bloggers, uitgesloten van de bronnenbescherming. Op 5 maart vorig jaar schreef ik dan ook "geen bronnenbescherming voor Belgische bloggers". Ik opperde daarin dat de politieke wereld gedwee op de eisen van de lobby van de beroepsjournalisten was ingegaan. Ik schreef toen eveneens dat de wet voorbijging aan de realiteit van de nieuwe media. Het arrest van het Arbitragehof komt volledig tegemoet aan mijn bezwaren.

De vraag tot vernietiging van de discriminerende bepaling kwam van Maurice Elincx, voorzitter van de Herentse afdeling van Vlaams Belang. Elincx schrijft, aldus de tekst van het arrest, "af en toe artikelen, voornamelijk over milieuproblemen, die worden gepubliceerd in kranten of op het internet. Hij maakt daarbij soms gebruik van informatie afkomstig van bronnen die anoniem wensen te blijven. Hij meent dat hij belang heeft bij de vernietiging van artikel 2 van de bestreden wet, aangezien die bepaling hem uitsluit van een voordeel dat aan anderen wordt toegekend. Hij oordeelt dat het recht op geheimhouding van de journalistieke bronnen ook aan hem zou moeten toekomen". Hij voert verder aan dat "die bepaling ertoe leidt dat de bescherming van de journalistieke bronnen wordt ontzegd aan natuurlijke personen die geen zelfstandige of loontrekkende zijn. Hij bekritiseert eveneens het feit dat personen die niet op regelmatige wijze, maar slechts af en toe in een krant schrijven, van het toepassingsgebied van de wet worden uitgesloten, zelfs wanneer zij die artikelen schrijven om met meer succes te kunnen deelnemen aan verkiezingen".

De regering voerde ter verdediging aan dat de bronnenbescherming opzettelijk werd beperkt tot personen "die gebonden zijn door deontologische regels" en die daardoor "minder ondoordacht omgaan met informatie verstrekt door bepaalde personen". De regering meende verder dat "de bescherming van het bronnengeheim voor niet-beroepsjournalisten niet onmisbaar is om hun activiteiten te kunnen uitoefenen".

Het Arbitragehof vindt echter dat de bronnenbescherming een essentieel onderdeel vormt van de vrijheid van meningsuiting en van de persvrijheid, en dat ze dus niet beperkt mag blijven tot beroepsjournalisten. Om die reden is het Arbitragehof ingegaan op het verzoek van Elincx tot vernietiging van delen van artikel 2 van de wet op de bronnenbescherming.

Uit het arrest:

Het recht op geheimhouding van de journalistieke bronnen dient dus te worden gewaarborgd, niet zozeer ter bescherming van de belangen van de journalisten als beroepsgroep, maar wel om het de pers mogelijk te maken zijn rol van « waakhond » te spelen en het publiek in te lichten over kwesties van algemeen belang. Om die reden maakt het recht deel uit van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, zoals gewaarborgd in de [...] grondwets- en verdragsbepalingen. Daaruit volgt dat eenieder die journalistieke activiteiten uitoefent, uit de aangehaalde grondwets- en verdragsbepalingen een recht op geheimhouding van zijn informatiebronnen put. Door dat recht te ontzeggen aan bepaalde personen, namelijk diegenen die hun journalistieke activiteiten niet als zelfstandige of loontrekkende uitoefenen en diegenen die die activiteiten niet op regelmatige wijze uitoefenen, schendt artikel 2, 1°, van de bestreden wet de artikelen 19 en 25 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 19.2 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten..

In artikel 2, 1°, van de bestreden wet dienen de woorden « journalisten, dus » en « als zelfstandige of loontrekkende werkzaam is, alsook iedere rechtspersoon, en die regelmatig » te worden vernietigd.

Artikel 2 van de wet luidt na dit arrest van het Arbitragehof als volgt:

De bescherming van de bronnen als bepaald in artikel 3, genieten de volgende personen : 1° eenieder die een rechtstreekse bijdrage levert tot het verzamelen, redigeren, produceren of verspreiden van informatie voor het publiek via een medium; 2° redactiemedewerkers, dus eenieder die door de uitoefening van zijn functie ertoe gebracht wordt kennis te nemen van informatie die tot de onthulling van een bron kan leiden, ongeacht of dat verloopt via het verzamelen, de redactionele verwerking, de productie of de verspreiding van die informatie.

En wat houdt de bronnenbescherming precies in?

Art. 3. De personen bedoeld in artikel 2 hebben het recht hun informatiebronnen te verzwijgen. Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 4, kunnen zij er niet toe worden gedwongen hun informatiebronnen vrij te geven en inlichtingen, opnames en documenten te verstrekken die onder meer : 1° de identiteit van hun informanten kunnen bekendmaken; 2° de aard of de herkomst van hun informatie kunnen prijsgeven; 3° de identiteit van de auteur van een tekst of audiovisuele productie kunnen bekendmaken; 4° de inhoud van de informatie en van de documenten zelf kunnen bekendmaken, indien daarmee de informant kan worden geïdentificeerd.

Art. 4. De personen bedoeld in artikel 2 kunnen enkel op vordering van de rechter ertoe gedwongen worden de informatiebronnen bedoeld in artikel 3 vrij te geven, indien die van aard zijn misdrijven te voorkomen die een ernstige bedreiging opleveren voor de fysieke integriteit van één of meer personen, daarin begrepen de misdrijven bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek, in de mate zij de fysieke integriteit in het gedrang brengen, en indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn : 1° de gevraagde informatie is van cruciaal belang voor het voorkomen van deze misdrijven; 2° de gevraagde informatie kan op geen enkele andere wijze verkregen worden.

Art. 5. Opsporings- of onderzoeksmaatregelen zoals fouilleringen, huiszoekingen, inbeslagnemingen, het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken mogen niet slaan op gegevens die betrekking hebben op de informatiebronnen van de personen bedoeld in artikel 2, tenzij die gegevens kunnen voorkomen dat de in artikel 4 bedoelde misdrijven worden gepleegd, en met naleving van de daarin bepaalde voorwaarden.

Art. 6. De personen bedoeld in artikel 2 kunnen niet op grond van artikel 505 van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen.

Art. 7. Ingeval het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek wordt geschonden, kunnen de personen bedoeld in artikel 2 niet op grond van artikel 67, vierde lid, van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen ».

Twee andere verzoekschriften, afkomstig van professor Luc Lamine en zijn echtgenote, die de volledige wet op de bronnenbescherming wilden laten vernietigen, werden verworpen.

In een eerste reactie laat Godelieve Vaesen, voorzitster van de Vlaamse Journalisten Vereniging, die vooral journalisten in bijberoep en amateurjournalisten verenigt, zich positief uit over het arrest van het Arbitragehof. Zij wijst erop dat ook de Raad van State er nog voor de goedkeuring van de wet in het parlement op had gewezen dat de bewuste bepaling in strijd was met artikel 25 van de Grondwet.

Enkele schrijnende gevallen uit de tijd toen de journalistieke bronnen nog niet beschermd waren: in 1985 zat Humo-journalist Martin Coenen vier dagen in de gevangenis omdat hij weigerde de identiteit van zijn tipgevers bekend te maken over een milieumisdrijf in de Antwerpse haven. In 2004 valt de politie tot twee keer toe binnen bij de Duitse journalist Hans-Martin Tillack, correspondent in Brussel voor het Duitse magazine Stern. Tillack had wanpraktijken rond zitpenningen in het Europees Parlement aan het licht gebracht. Bij Belgische bloggers is het bronnengeheim tot nu toe nog niet aan de orde geweest. In de VS was dat wel al een aantal keren het geval, o.a. toen bloggers interne bedrijfsinformatie van computerfabrikant Apple lieten uitlekken. Pas twee weken geleden besliste een hof van beroep in Californië dat de bloggers ook van de journalistieke bronnenbescherming konden genieten.