Revisionisme in Absurdistan

De strijd voor de vrije meningsuiting is niet beperkt tot het tekenen van petities ten gunste van auteurs uit je vriendenkring. Talloze BVs steunden hun Herman Brusselmans toen hij moest afdokken wegens persoonlijke belediging van een mode-ontwerpster, en declameerden zelfs op z’n Voltaires: “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal strijden tot der dood voor uw recht om het te zeggen.” Maar wie van hen heeft ooit één vinger opgestoken voor de uitingsvrijheid van een opinie die hij écht verafschuwde? De test is juist dat je het ook opneemt voor mensen met wie je het helemaal niet eens bent. Ik heb mijn sporen verdiend in de argumentatie tegen de islam en tegen diverse vormen van geschiedvervalsing, maar vandaag zie ik mij verplicht om het op te nemen voor twee islamisten die na aanklacht door het CGKR veroordeeld zijn op basis van de revisionismewet.

“De 26-jarige Abdel Rahman Ayachi en de 30-jarige Raphaël Gendron zijn woensdag door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot tien maanden cel waarvan de helft met uitstel. Beide beklaagden zijn verantwoordelijk voor de website van het Centre Islamique Belge (CIB). Ze werden schuldig bevonden aan negationisme en het aanzetten tot rassenhaat.” Onze bron is het Belga-bericht “Medewerkers CIB krijgen 5 maanden cel voor negationisme” van 21 juni 2006. Als het CGKR en de islamisten mekaar te lijf gaan, dan is dat best grappig en schijnbaar goed voor hun gemeenschappelijk haatobject, namelijk de vrijheidslievende Vlamingen. De logische implicaties van dit vonnis zijn onthullend absurd, maar als vérstrekkend precedent is het verontrustend.

De nieuwe Hitler

“De beklaagden moesten voor de rechter verschijnen voor een videomontage van één minuut waarin de lichaamstaal van Adolf Hitler tijdens zijn toespraken wordt vergeleken met die van David Lévy, de gewezen Israëlische minister van Buitenlandse Zaken. Op de achtergrond is een grote davidster te zien die geleidelijk aan in een hakenkruis verandert. De beelden worden afgewisseld met teksten als ‘hetzelfde racisme, dezelfde criminaliteit, dezelfde geschiedenis’.”

Als we mensen gaan veroordelen omdat ze iemand “nazi!” genoemd hebben of met Hitler vergeleken, dan hebben we nog veel werk. Dan moeten we de volledige Linkse Kerk opsluiten, die routinematig rechtse tegenstanders in die hoek zet. Zij vergiftigt daarmee het debat, maar toch gunt een vrije samenleving haar het recht om met die extreme retoriek haar eigen extremisme te etaleren. Verder moet de hele machtskliek rond Bill Clinton en George Bush jr. de nor in, want zij hebben de aanvallen op Servië en Irak, met hun duizenden onschuldige slachtoffers, voorbereid door Slobodan Milosevic resp. Saddam Hoessein “de nieuwe Hitler” te noemen.

Merk ook op dat de CIB-mensen gestraft worden omdat zij iemands “lichaamstaal” als fascistisch afgeschilderd hebben. Allicht maken onze rechters nu een gevangeniscel klaar voor minister Patrick Dewael, die een VB-parlementslid van fascisme beschuldigde met als argument: “Typisch fascistische lichaamstaal!” (Wat niet wegneemt dat fascistische lichaamstaal bestaat: Fidel Castro leerde zijn oratorische gebaren door als tiener voor de spiegel Mussolini te imiteren.)

Is het “haat zaaien” als men Israël van “racisme” beschuldigt? Ja, dat is uiteraard de bedoeling van het scheldwoord “racisme”, maar de rechtbank had voor een goed perspectief wel in overweging moeten nemen dat een heuse VN-resolutie het zionisme als een vorm van racisme veroordeeld heeft. Die is later weer ingetrokken, maar zij vertegenwoordigt nog steeds de mening van ettelijke miljoenen. Allemaal maar opsluiten? Israël is een bij uitstek etnische staat, en dat vind ik niet racistisch en nog minder “crimineel”, maar met de huidige inflatie van het racismebegrip door toedoen van lobby’s als het CGKR gaat dat wél onder de definitie van racisme vallen. Een Vlaamse partij die hetzelfde wil voor Vlaanderen, zal door het CGKR alleszins van racisme beschuldigd worden. Als de CIB-mensen de cel in moeten, dan ook CGKR-directeur Jozef De Witte en zijn voogdijminister Guy Verhofstadt.

Het vonnis erkent dat een beschuldiging van racisme zélf een daad van “haat” en zelfs van racisme kan zijn. In de VS verklaren linkse politici en antiracismebureaucraten openlijk dat het begrip “racist” alleen blanken betreft, dat de antidiscriminatiewetgeving niet omwille van de blanken ingesteld is en dat die er bij betwistingen dus ook geen beroep op mogen doen. De Witte komt al aardig in de buurt van dit meta-racisme met zijn recente stelling (in de polemiek over zijn “vuile hetero”-campagne) dat “discriminatie alleen minderheden kan treffen, nooit de meerderheid”.

Laat dit ook een les zijn voor hen die voor racist uitgescholden zijn en vervolgens hun goede naam van niet-racist willen herstellen door weer anderen als racist af te doen, bv. de flaminganten die het FDF “een racistische partij” noemen. Pas op: anderen racist noemen weerlegt niet dat je het zelf bent, en kan voortaan juist als bewijs gelden dat je het wél bent. Eens als racist gebrandmerkt, ben je damned if you do, damned if you don’t.

Minimalisering

“De rechter volgde de argumenten van de advocaat van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Die meende dat de aanklacht van negationisme weerhouden moest worden omdat het Israëlisch-Palestijnse conflict vergelijken met de genocide op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog neerkomt op het minimaliseren van de misdaden van het naziregime. De wet van 23 maart 1995 over het negationisme verbiedt de ontkenning van die misdaden of hun minimalisering. Het is de eerste keer dat een rechter mensen veroordeelt voor het minimaliseren van de omvang van de nazimisdaden.”

Ook hier weer geldt dat de vergelijking van ieders eigen mensenrechtenschending met “de misdaden van het naziregime” zo gebanaliseerd is dat dit vonnis logisch tot talloze gelijkaardige vonnissen zou moeten leiden. Toen de Bosnische Serviërs de Moslims en Kroaten op treinen zetten naar hun etnisch kerngebied, dus weg uit hun verwoeste haardstede in de oorlogszone naar leven en vrijheid, bestond EU-commissaris Emma Bonino het om die treinen gelijk te stellen met de treinen naar Auschwitz, “die we allemaal gezien hebben in de film Schindler’s List”. In een lied omschrijft Robert Long het thuisland van uitgeprocedeerde asielzoekers (waar ze volgens het onderbouwde oordeel van onze overheid niets meer te vrezen hebben) als “hun Auschwitz”. Bonino en Long kunnen hier beter wegblijven, want er wacht hun een celstraf.

Een andere eigenaardigheid is dat de beklaagden veroordeeld worden wegens een meningsuiting over de holocaust terwijl zij daarover helemaal geen uitspraak gedaan hebben, wel over het Israëlisch beleid. De holocaust ontkennen hebben ze al helemaal niet gedaan, want als je iets als gruwelijk aan de kaak stelt door het met de holocaust gelijk te stellen, impliceer je natuurlijk dat de holocaust gebeurd is en iets gruwelijks was. Zoals iedereen tegenwoordig, hanteren de beklaagden de holocaust als maatstaf van het ergste kwaad.

We zijn met die hele holocaustretoriek en de revisionismewetgeving verregaand in irrationeel vaarwater terecht gekomen. Je hoeft volgens dit vonnis niet eens een uitspraak over de holocaust te doen om op grond van de holocaustwet strafbaar te zijn. Een andere misdaad even ernstig nemen als de holocaust is immers een “impliciete” minimalisering van laatstgenoemde.

Historisch versus hysterisch

Toen een aantal landen vanaf 1990 holocaustwetten begonnen te stemmen, waarschuwden critici dat we daarmee op een hellend vlak van opiniebreidels terecht kwamen. Niets van, zeiden de voorstanders, de holocaust en zijn ontkenning vormen zulk een uniek probleem dat dit los staat van al de rest. Wel, inmiddels zijn er in Frankrijk, naast het opinieverbod op “racisme”, al vier geschiedkundige onderwerpen waarover een wet de officiële versie vastlegt: de holocaust, de Armeense genocide (reeds één veroordeling wegens negationisme), de koloniale slavernij (waarbij het ter sprake brengen van de islamitische slavenhandel als “minimalisering” van de Europese schuld aan de slavernij geldt); en tenslotte het deels gunstige bilan van het Franse kolonialisme, waarover het onderwijs volgens een door antiracisten inhoudelijk gecontesteerde richtlijn niet langer eenzijdig negatief mag informeren. En we zijn nog lang niet aan het einde: in België zijn al voorstellen gelanceerd om de twijfel te verbieden inzake de Rwandese genocide en de vermeende “tien (of twintig?) miljoen genocideslachtoffers” van de Kongo-Vrijstaat.

Verder is er het hellend vlak in de interpretatie van de holocaustwet zelf. We zien dat hier, net als in het koortsige brein van een hystericus, allerlei onrechtstreekse “implicaties” met dezelfde dreigende kracht en schuld beladen worden als de eigenlijke holocaustontkenning. Vandaar de notie “impliciete minimalisering” in dit vonnis. In een aantal wettekstpreambules en vonnissen zien we hoe het verbod op holocaustontkenning aldus gerechtvaardigd wordt: zij zou “impliceren dat de joden over hun wedervaren in WO2 een leugen verspreiden”, dus een collectieve beschuldiging tegen het joodse ras inhouden. Hoewel de meeste revisionisten inderdaad jodenhaters zijn (maar niet allemaal, en een handvol zijn zelf joods), is die redenering gewoon fout. Beweren dat iemand iets onwaars zegt, impliceert niet dat je hem, laat staan zijn hele volk, als intrinsiek leugenachtig beschouwt. Je kan namelijk bedoelen dat hij zich vergist, dat hij zich een verhaaltje heeft laten aanpraten of zichzelf vanuit bepaalde emoties iets wijs gemaakt heeft. De geciteerde redenering leidt er eigenlijk toe dat je geen enkele kritiek op eender welke theorie mag uiten, want kritiek zou dan altijd de beschuldiging van leugens “impliceren”, dus demoniseren en “haat zaaien”.

In Frankrijk wordt prof. Bruno Gollnisch vervolgd omdat hij verklaard heeft dat hij de holocaust “niet in twijfel trekt” maar dat “historici dit onderwerp in alle vrijheid moeten kunnen onderzoeken”. Zo ver zijn we dus: de holocaust betwijfelen is strafbaar en het tegendeel ook. Zinvol (niet-triviaal) zeggen dat je iets “niet betwijfelt” impliceert immers dat zo’n twijfel mogelijk is. Tot het besluit komen dat iets gebeurd is, betekent dat je die gebeurtenis eerst aan twijfel onderworpen hebt. Welnu, volgens de opkomende maximalistische interpretatie van de holocaustwet is zelfs dit soort nadenken, vanuit de methodische twijfel die de basis is van elke wetenschap, als een soort van heiligschennis. De rechtspraak verzinkt hier in een moeras van irrationaliteit.

Terecht hebben 19 onverdachte Franse intellectuelen een petitie de wereld ingestuurd om komaf te maken met dit hele circus van muilkorfwetten en officieel gedicteerde geschiedschrijving: Liberté pour l’Histoire (Libération, 13-12-2005). Een democratie mag met niets minder genoegen nemen dan met volledige vrijheid van onderzoek en meningsuiting. Het Belgische parlement moet de revisionismewet van 1995 annuleren.

Karel De Gucht, Jean-Marie Dedecker en andere liberale politici hebben zich, Gollnisch achterna, al laten ontvallen dat de wetgever de geschiedschrijving aan de historici moet overlaten. Ik daag hen uit om de daad bij het woord te voegen en een wetsvoorstel in te dienen dat de vrijheid van onderzoek herstelt. Het was gemakkelijk om een vrijheid te verkwanselen, er zal moed voor nodig zijn om ze te herwinnen.

Tijdens de beroering over de Mohammed-cartoons ging liberaal partijvoorzitter Bart Somers dapper tegen de moslimeisen in, maar niet in naam van het universele mensenrecht op vrije meningsuiting. Hij veroordeelde alleen de privatisering van de censuur door de mollahs en verdedigde “ons” systeem van staatscensuur via muilkorfwetten. Nee, heer Somers, als u werkelijk een beleid wil dat “niet linkser, niet rechtser, maar liberaler” is, dan neemt u het initiatief om de staatscensuur af te schaffen en de intellectuele vrijheid te herstellen.

Koran-negationisme

 “De rechter volgde ook de argumentering van de raadsman van het collectief Dialogue et Partage die benadrukte dat de beklaagden zorgvuldig uittreksels uit de Koran uitkozen en een persoonlijke herschrijving voorstelden om op te roepen tot haat tegen de Joden. In de tekst La fin du peuple d'Israël werden de Joden ‘lafaards’, ‘apen’ en ‘varkens’ genoemd. Op een discussieforum ten slotte werden de Joden ‘honden die moeten branden in de hel’ genoemd. De rechter meende dat de beklaagden, als verantwoordelijken voor het forum, de plicht hadden daarover controle uit te oefenen.”

De geciteerde scheldpartij tegen de joden is afstotelijk en een gastheer heeft alle recht om een gast de deur te wijzen die zich tot zulk taaltje verlaagt. Maar dat is dan een toepassing van het private recht op discriminatie tegen onbeleefde medemensen. Tenzij er concreet tot geweld wordt opgeroepen, hoeft de overheid dit soort taalgebruik niet te bestraffen, zoals ze nu reeds de haatretoriek tegen de Vlamingen uit diverse hoeken (PS, AEL e.v.a.) ongemoeid laat. Pim Fortuyn vond het als homo aanvaardbaar dat imams verbaal de homo’s met honden en varkens gelijkstelden, zolang ze hem in hun daadwerkelijk gedrag maar gerust lieten.

Wat de uittreksels uit de Koran betreft, er is daar geen sprake van een “persoonlijke herschrijving”, want wie haat wil zaaien tegen joden heeft genoeg aan het origineel. De tekst van de Koran is ondubbelzinnig en hoeft niet door een bij het haar getrokken “interpretatie” verdraaid te worden. Dat de joden samen met andere niet-moslims moeten branden in de hel, en dat moslims hen moeten bestrijden, staat meermalen letterlijk in de Koran. Blijkbaar willen de aanklagers en de rechtbank niet dat moslims (of niet-moslims) de aandacht vestigen op de haatzaaiende elementen in de islam. Na de geschiedschrijving dicteren zij nu ook de Koranduiding.

Besluit

“De vrijheid van drukpers geldt alleen voor wie een drukpers bezit”, maar het internet heeft de vrijheid van drukpers gedemocratiseerd. Dat mag niet, dus tracht de machtselite om dit medium onder controle te krijgen. Bij de eerste slachtoffers tellen we twee islamisten van het CIB, en sommige islamcritici zullen zich daarover verheugen. Wie echter de islam bekritiseert vanuit vrijheidsliefde, moet vaststellen dat de remedie, namelijk de toepassing van muilkorfwetten, van dezelfde onderdrukkende aard is als de kwaal.

Voltaire

Een schitterend artikel waarmee ik het volmondig mee eens ben, maar ik had toch wel een kleine bemerking i.v.m. de uitspraak van Voltaire. De uitspraak als ware het dat Voltaire tot de dood zou strijden voor de vrije meningsuiting - een citaat die door velen gebruikt en misbruikt wordt - ... heeft nooit bestaan!!

Wel had Voltaire in de jaren '30 van de 18de eeuw aan koning Frederik van Pruisen (Voltaire heeft namelijk enkele jaren verbleven aan het koninklijk Pruisische hof) het volgende gezegd: "Ik ben verdraagzaam. Ik heb er dus niets op tegen dat iemand een andere mening deelt dan ik."

Dat is uiteraard iets minder scherp gesteld dan dat hij zou strijden tot de dood...

staatscensuur

Weer een uitstekend artikel van Elst, dat getuigt van intellectuele eerlijkheid en inzicht in contemporele 'belgische toestanden'. 

De intellectuele eerlijkheid kan men zien in zijn besluit, i.e. de erkenning dat men niet tegelijkertijd de islam kan bekritiseren en muilkorfwetten accepteren.  Het zou overbodig moeten zijn om er op te wijzen dat de meeste islamieten niet van een gelijkaardige intellectuele eerlijkheid getuigen. 

Veertig jaar geleden, toen ik nog student was in Leuven, dan kon men in Belgie nog vrijelijk zijn mening uiten over eender wat (als men het op vreedzame wijze deed).  Vandaag is dat duidelijk niet meer het geval.  Ondanks het feit dat de naoorlogse 'pax americana', in combinatie met (relatieve) economische liberalisering in west-Europa, een grote welvaart heeft mogelijk gemaakt, leeft men vandaag onder arbitraire staatscensuur in Belgie.  Er is geen zwaardere aanklacht denkbaar ten aanzien van de faling van mijn generatie van de 1960ers.