To Bomb or Not to Bomb
From the desk of Jan Neckers on Sat, 2006-09-02 15:01
Waarschijnlijk hebt u een maand geleden alweer de nodige herdenkingsverklaringen gelezen, gekruid met veel krokodillentranen, over de Amerikaanse ‘oorlogsmisdaad’ in Hiroshima op 6 augustus 1945. Uiteraard ontbreekt ook de referentie niet naar 9 augustus, de dag van Nagasaki. Impliciet is natuurlijk de boodschap dat de Amerikanen per definitie schurken zijn die zich later niet veel beter hebben gedragen in Vietnam of Irak. Wel waren het vooral Amerikaanse historici die vanaf de jaren 70 die Amerikaanse massamoord op onschuldige Japanners aan de kaak hebben gesteld.
Deze ‘revisionisten’ (dezelfden die de koude oorlog ook op het conto van de US schreven) beweerden dat de Japanners allang bereid waren zich over te geven en dat de bommen alleen bedoeld waren om Stalin af te schrikken. Natuurlijk namen de Europese media graag en onmiddellijk die thesis over en de Japanse politici zagen ook direct de voordelen: ze konden de vorige generaties als slachtoffers in plaats van als agressieve moordenaars voorstellen en de Japanse beestigheden in China, Maleisië en de Filippijnen naar de achtergrond duwen.
Verscheidene burgemeesters van Hiroshima hebben in de loop der jaren met een uitgestreken gezicht de betuigingen van medeleven van de hele wereld in ontvangst genomen. Als ik me goed herinner deed een nitwit als Verhofstadt ook zijn duit in het zakje. Die historische legende was inmiddels zo sterk verankerd dat het populaire Smithsonian Air and Space Museum in Washington in 1995 de schuld van de Verenigde Staten erkende bij een tentoonstelling over het vliegtuig dat 50 jaar tevoren de eerste bom had geworpen.
Datzelfde jaar werd het einde van de oorlog herdacht met een ontmoeting van Amerikaanse en Japanse historici in Tokio. De Amerikanen bogen diep in het stof om zich te excuseren en konden toen hun oren even niet geloven. De Japanners, die in tegenstelling tot de meeste Amerikanen natuurlijk de bronnen in het Japans konden lezen, of die nog met de laatste Japanse getuigen hadden gepraat, repliceerden dat minstens één atoombom noodzakelijk was geweest om de oorlog te stoppen en dan nog. Het gevolg was een nog intensievere bestudering van de gebeurtenissen.
Sadao Asada publiceerde vervolgens Japanse documenten die niets aan de verbeelding overlieten en in 1999 verscheen “Downfall” van Richard Frank, gebaseerd op alle bronnen van de twee partijen. En daarmee werd de revisionistische thesis volledig van de tafel geveegd.
Na de capitulatie van de Duitsers was het duidelijk dat de Amerikanen oorlogsmoe waren. ‘Bring the boys home’ was de slogan en de Amerikaanse opperbevelhebber George Marshall dacht dat het niet mogelijk zou zijn om de troepen van Europa naar de Stille Oceaan te zenden om daar het taaie Japanse verzet te breken. President Truman gaf hem gelijk en wist dat de verkiezingskansen van zijn democratische partijgenoten er niet al te best voorstonden als de oorlog niet zo vlug mogelijk eindigde.
En dan was er nog Okinawa. Het eiland van 30 op 90 kilometer lag dan wel 600 kilometer ten zuiden van het feitelijke Japan en het was nog maar 70 jaar een volledig onderdeel van het keizerrijk, maar het was wel het eerste Japanse grondgebied (afgezien van wat piepkleine eilandjes) waar de Amerikanen aan land gingen in april 1945. Resultaat: 95.000 Japanners gedood, nog eens 95.000 burgers overleden (velen door zelfmoord), 12.000 Amerikaanse gesneuvelden, 60.000 Amerikaanse gewonden.
Truman kreeg de boodschap dat de feitelijke invasie van Japan misschien 600.000 Amerikaanse levens en miljoenen Japanse doden zou kosten. Met veel geluk was de oorlog eind 1946 gedaan. De nieuwe Amerikaanse president (Roosevelt stierf op 12 april 1945) was inmiddels op de hoogte van het bestaan van de bom en vroeg om ze zo vlug mogelijk operationeel te maken. Tezelfdertijd drong hij er bij Stalin op aan om Japan de oorlog te verklaren en een tweede front te openen. Natuurlijk was Truman niet gelukkig met de invloed die de Sovjets in de Stille Oceaan zouden krijgen maar veel keuze had hij niet.
Nog even dachten de Amerikanen eraan om de Japanners te verwittigen wat hen boven het hoofd hing, maar ze kenden de wreedheid van hun tegenstanders en waren bang dat de Jappen hun honderdduizenden gevangenen als gijzelaar zouden gebruiken. En dus viel de bom op 6 augustus en doodde 130.000 mensen. Japan was in shock maar uit een recent verschenen boek (Tsuyoshi Hasegawa: Racing the Enemy) blijkt dat die bom niet volstond. Twee dagen later verklaarde de Sovjet-Unie de oorlog aan Japan tot grote opluchting van Truman.
Het Japanse establishment was in shock want ze hadden gerekend op Sovjetbemiddeling, iets wat Stalin hen graag deed geloven. De Japanse ambassade in Moskou had Tokio nochtans meegedeeld dat men zich geen enkele illusie mocht maken. De inlichtingendiensten van het leger meldden dat de Sovjet-legers zich aan de grenzen met het door Japan gekoloniseerde Korea concentreerden maar de Japanse top wilde dat allemaal niet horen. Sommigen geloofden zelfs dat het nog mogelijk was om tezamen met de Sovjets de Amerikanen te beoorlogen; ongeveer zoals een idioot als Himmler dacht dat de Geallieerden misschien wel met de Duitsers tegen de Sovjets wilden oprukken. De Sovjet-aanval brak de andere helft van de ruggengraat van het Japanse verzet. Een dag later viel de bom op Nagasaki en zelfs keizer Hirohito had het begrepen.
Het behoort tot de revisionistische sprookjes om te vertellen dat Japan zich veel eerder had overgegeven als men het land beloofd had dat het een constitutionele monarchie mocht behouden. Hasegawa heeft bewezen dat de US die garanties al een tijd had aangeboden maar dat het Japanse leger daarmee geen genoegen nam en eiste dat het leger zijn dictatoriale macht in Japan zelf mocht behouden, wat uiteraard onaanvaardbaar was voor de Amerikanen. Hirohito was volgens Japanse bronnen na de bommen en de oorlogsverklaring van de Sovjets een vurig voorstander van de overgave omdat hij met de logica die nu eenmaal eigen is aan alle monarchaal gespuis daar de enige mogelijkheid in zag om zijn troon voor zichzelf en zijn dynastie te houden. Aan de gruwelijke misère die zijn bevolking leed, had hij tot dan toe nog geen gedachte gewijd. Hij kondigde zelf de overgave aan in een beroemde radiotoespraak: de eerste keer dat de Japanners ooit de stem van hun keizer hoorden. Zelfs dat was nog een dubbeltje op zijn kant want een aantal officieren had met een mislukte putsch geprobeerd om die toespraak te verhinderen.
De hele controverse rond de atoombommen bewijst nogmaals dat historici ondanks hun soms ronkende verklaringen ook maar kinderen van hun tijd zijn die meewaaien met de wind die hen de beste carrièremogelijkheden biedt. Vooral aan de universiteiten in de US en nog meer bij ons moet men politiekcorrect zijn en mag men zeker niet van de eerste wetenschappelijke leugen gebarsten zijn. Ook historici moeten eten en zijn daarenboven soms afhankelijk van politieke broodheren. En dus komen er doctoraten die bewijzen dat migratie zo verrijkend was voor Antwerpen (het ging wel over hooggeschoolde en kapitaalkrachtige Portugese kooplieden). En een andere doctor bewijst dan dat Antwerpen in de oorlog veel racistischer tegenover de Joden was dan Brussel (dat de Antwerpse Joden maar in één wijk woonden en dus veel gemakkelijker konden opgepakt worden en dat de Brusselaars na de oorlog waarschijnlijk opzettelijk hun oorlogsarchieven vernietigden werd er niet bijgezegd ).
Geschiedenis in het huidige Vlaanderen vertelt dus geen verhalen over wat “geschied is” maar is dikwijls herleid tot een middel om er als historicus zelf beter van te worden. En dus is het aan de oudere historicus die niets meer te vrezen of te winnen heeft om de bedenkelijke reputatie van het beroep te redden. In Vlaanderen heb ik nog geen voorbeelden ontmoet à la Stanley Payne die in een magistraal boek (The Spanish Civil War, the Soviet Union and Communism) bewees hoe de Spaanse socialisten (en niet de communisten) met plezier de Spaanse burgeroorlog uitlokten.
'Vlaamse beweging'
Submitted by marcfrans on Mon, 2006-09-04 22:11.
@ Chekvhv
Uw opmerking over de trend van sympathie voor Putin in de 'Vlaamse beweging' vond ik interessant. Omdat ik er niet van op de hoogte was. Het is weer een bevestiging dat alle totalitarismen, of anti-democratische ideologieeen, mekaar raken. Dat gold zeker voor het communisme en het nationaal-socialisme vroeger, en voor het 'ex-communisme' vandaag waarschijnlijk ook.
Het anti-amerikanisme van "lokale VB mensen" heeft vermoedelijk meer te maken met de naief-linkse media en onderwijs waar zij tussen leven, en weinig of niets met het fascisme van weleer. Met andere woorden, gewone mensen hebben geen intellectueel verweer tegen de ideologie van de 'elites', behalve wanneer het zeer dicht-bij-huis komt. Zij zullen zich wel gemakkelijker verzetten tegen de naief-linkse sprookjes wanneer het gaat om praktische problemen rondom hen, zoals criminaliteit, immigratie en francofone 'arrogantie' en afzetterij (transfers). Maar, wanneer het om verre problemen en geopolitiek gaat, dan zullen zij minder verweer hebben tegen de naief-linkse sprookjes van de heersende orthodoxie. Misschien zullen ze die zelfs gedeeltelijk 'parroteren' om meer 'sympathie' bij hun medeburgers te kunnen bekomen?
Even terzijde: Dat
Submitted by Chekvhv on Mon, 2006-09-04 21:44.
Even terzijde:
Dat anti-amerikanisme overheerst zelfs in de Vlaamse Beweging naar mijn gevoel. Als ik met lokale VB-mensen babbel dan is het vooral dat en solidarisme wat de klok slaat. De officiële VB-koers is daarin wel anders of alleszins veranderd. Ook die verheerlijking van iemand als Poetin is een trend.
Grammens
Submitted by marcfrans on Mon, 2006-09-04 21:04.
@ Knaepen
Het is al 35 jaar geleden dat ik nog iets van Mark Grammens heb gelezen. Dat is een erkenning dat ik enkel kan 'speculeren' over hem, en maar op weinig (of geen verdere) empirische observaties kan voortgaan.
Zijn Vlaams nationalisme kon ik vroeger wel lusten. Maar, zijn anti-amerikanisme was vroeger vrij algemeen in bepaalde 'rechtse' Europese kringen. Misschien berust dat op het feit dat de USA het Europese fascisme heeft vernietigd, ten minste in Duitsland en Italie, en dat werd nooit goed geapprecieerd in bepaalde rechtse kringen. Het anti-amerikanisme van Europees-links is recenter dan dat van een bepaald Europees-rechts. Ik durf er op wedden dat Grammens waarschijnlijk al even anti-Israel is als anti-amerikaans. Mogelijks is dat aan het veranderen onder druk van de moslem perikelen die de resultante zijn van het recente (en bijna voorbije) naief-linkse immigratiebeleid.
Misschien ligt het probleem hier finaal bij (1) een gebrek aan democratische ingesteldheid - niet te verwarren met populariteit, en nog minder met populisme - en ook bij (2) naiviteit omtrent de realiteit van oorlog. Er is een groot verschil tussen mensen die een strijd op leven en dood (moeten) voeren, en mensen die achteraf vanuit hun 'veilige' zetel 'salongeneraal' willen spelen.
To bomb or not to bomb #2
Submitted by Roger Knaepen on Sun, 2006-09-03 23:49.
Hier het citaat uit Grammens’ artikel:
“De reden waarom steeds naar Amerika verwezen wordt als het om kernwapens, en het inzetten ervan gaat, heeft niets te maken met enig anti-amerikanisme, maar alles met het onomstotelijke feit dat geen ander volk dan het Amerikaanse reeds leiders heeft voortgebracht die kernwapens hebben aangewend om politieke doelstellingen te bereiken en geen moreel bezwaar hadden tegen de genocide die met het gebruik van kernwapens gepaard gaat. (…)
Het is een door hedendaagse historici doorprikte leugen van de Amerikanen geweest, te beweren dat door de bommen die Hirosjima en drie dagen later Nagasaki verwoestten, .Japan op de knieën werd gedwongen en de levens van een miljoen Amerikanen gespaard bleven die gevallen zouden zijn bij de verovering van het Japanse kernland. De hele Tweede Wereldoorlog heeft aan slechts 300.000 Amerikanen het leven gekost; het aantal levens dat de verovering van Japan gekost zou hebben, wordt thans op 30.000 geschat. Bovendien hadden de Japanners reeds vredesboodschappen uitgestuurd en stonden zij op het punt te kapituleren. Maar er was iets helemaal anders in het geding: op 8 augustus was de Sovjetunie het door Japan bezette Mansjoerije binnengevallen en bleek Moskou zich aktief te gaan mengen in de oorlog in Azië. Precies zoals in Europa het ongelukkige Dresden werd uitgemoord (een kwart miljoen doden, in hoofdzaak vluchtelingen uit het oosten) om de Sovjetunie van de onoverwinnelijkheid van het westen te overtuigen, zo ook dienden de bombardementen van Hirosjima en Nagasaki het louter politieke doel de invloed van de Sovjetunie in Azië te beperken door een indikatie te geven van het vernuft en de amoraliteit van de Amerikanen, die – precies overigens zoals de Russen – op geen honderdduizend mensenlevens keken.”
To bomb or not to bomb #1
Submitted by Roger Knaepen on Sun, 2006-09-03 23:48.
Bij het lezen van dit artikel moest ik denken aan wat Mark Grammens in zijn “Journaal”, nr. 452 van 18/08/2005 (p. 3.585) schreef en waarvan ik verder een citaat geef.
Merk op dat Grammens, die van zichzelf beweert niet anti-Amerikaans te zijn er in zijn openingszin in slaagt dit onomstotelijk te refuteren: “…dat geen ander volk dan het Amerikaanse reeds leiders heeft voortgebracht die kernwapens hebben aangewend om politieke doelstellingen te bereiken”. Is dat niet duidelijk? Het Amerikaanse volk heeft dergelijke leiders voortgebracht! Men kan zich afvragen wat de commentaren van Grammens waard zijn als men zoiets leest.
Slechts 1 opmerking...
Submitted by marcfrans on Sat, 2006-09-02 18:08.
.....in reactie op dit zeer interessant en gedegen artikel.
De 'revisionistische' visie had natuurlijk wel ruime aanhang onder de perverse westerse zelfhaters in Academia, en gedeeltelijk mischien ook in de naief-linkse media, maar het heeft nooit een ruime aanhang gekregen onder het gewone amerikaanse publiek (dat van meer gezond verstand getuigde). Het is waar dat, bij de tentoonstelling van de 'Enola Gay' in de 'Smithsonian Air and Space Museum' in Washington in 1995, er pogingen ondernomen werden door bepaalde historici om een 'revisionistische' text naast het vliegtuig te plaatsen. Maar, de publieke reactie op die onnozeliteit was zo groot en sterk, dat het museum wel vlug bijzwaaide en zich beperkte tot de loutere 'feiten', niets meer en niets minder, zonder ideologische 'hogwash'.