Chevron Koopt Unocal, tegen China en tegen de Vrije Markt
From the desk of Luc Van Braekel on Wed, 2005-08-03 23:44
De Amerikaanse oliegigant Chevron en het Chinese staatsoliebedrijf Cnooc streden de voorbije maanden om de overname van het Amerikaanse oliebedrijf Unocal. Hoewel de Chinezen een hogere prijs (67 dollar per aandeel) boden dan Chevron (dat 63,01 per aandeel biedt), geven de aandeelhouders en de directie toch de voorkeur aan Chevron. Op 10 augustus wordt de finale beslissing bekrachtigd op een aandeelhoudersvergadering, maar omdat Cnooc inmiddels zijn bod terug ingetrokken heeft, ligt de uitslag al vast.
Dat aandeelhouders de keuze geven aan een nominaal lager bod, hoeft niet noodzakelijk op irrationeel gedrag te wijzen. Indien de overname niet zou betaald worden in cash, maar geheel of gedeeltelijk in aandelen van de overnemer, dan kan men zich voorstellen dat de Amerikaanse aandeelhouders liever makkelijk verhandelbare aandelen krijgen van het beursgenoteerde Chevron, dan illiquide aandelen van een Chinees staatsbedrijf. Maar die verklaring gaat hier niet op. De Chinezen waren immers bereid de volledige overnameprijs, 18,5 miljard dollar, handje contantje te betalen, terwijl het voorstel van Chevron bestond uit 40% cash en 60% aandelen.
Politieke tegenstand vanuit Washington, en stemmingmakerij in het Congres en in de pers, vormen de oorzaak van het irrationele en anti-kapitalistische gedrag van de Unocal-aandeelhouders. Het klinkt ironisch, maar kiezen tegen het hogere overnamebod van het officieel nog steeds marxistische China, en voor het lagere bod van de kapitalistische oliegigant Chevron, is wel degelijk een irrationele keuze die indruist tegen de beginselen van de vrije markt en van het kapitalisme.
Unocal heeft olievelden in de Golf van Mexico, in Nederland, in Congo en in Zuid-Oost Azië. Het zijn vooral die laatste olievelden die China interesseren. Politici in Washington sloegen echter alarm: olie is immers een 'strategisch bezit', en de verkoop van een Amerikaans oliebedrijf aan China zou een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. En omdat Cnooc rechtstreeks gesubsidieerd wordt door de Chinese staat, zouden de regels van de Wereld Handels Organisatie geschonden worden door de overname.
Politiek heeft het hier gehaald van normale, rationele, kapitalistische logica, en dat kunnen we alleen maar betreuren. Ook The Wall Street Journal, het vlaggeschip van het VS-kapitalisme, is allerminst opgetogen over de overwinning van Chevron. "China Paranoia", titelde de krant gisteren. Niet de Chinezen zijn hier de verliezers, maar de Amerikaanse aandeelhouders van Unocal, aldus de WSJ, die stelt dat de protectionisten in deze zaak hun slag hebben thuisgehaald.
Dat aandeelhouders de keuze geven aan een nominaal lager bod, hoeft niet noodzakelijk op irrationeel gedrag te wijzen. Indien de overname niet zou betaald worden in cash, maar geheel of gedeeltelijk in aandelen van de overnemer, dan kan men zich voorstellen dat de Amerikaanse aandeelhouders liever makkelijk verhandelbare aandelen krijgen van het beursgenoteerde Chevron, dan illiquide aandelen van een Chinees staatsbedrijf. Maar die verklaring gaat hier niet op. De Chinezen waren immers bereid de volledige overnameprijs, 18,5 miljard dollar, handje contantje te betalen, terwijl het voorstel van Chevron bestond uit 40% cash en 60% aandelen.
Politieke tegenstand vanuit Washington, en stemmingmakerij in het Congres en in de pers, vormen de oorzaak van het irrationele en anti-kapitalistische gedrag van de Unocal-aandeelhouders. Het klinkt ironisch, maar kiezen tegen het hogere overnamebod van het officieel nog steeds marxistische China, en voor het lagere bod van de kapitalistische oliegigant Chevron, is wel degelijk een irrationele keuze die indruist tegen de beginselen van de vrije markt en van het kapitalisme.
Unocal heeft olievelden in de Golf van Mexico, in Nederland, in Congo en in Zuid-Oost Azië. Het zijn vooral die laatste olievelden die China interesseren. Politici in Washington sloegen echter alarm: olie is immers een 'strategisch bezit', en de verkoop van een Amerikaans oliebedrijf aan China zou een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. En omdat Cnooc rechtstreeks gesubsidieerd wordt door de Chinese staat, zouden de regels van de Wereld Handels Organisatie geschonden worden door de overname.
Politiek heeft het hier gehaald van normale, rationele, kapitalistische logica, en dat kunnen we alleen maar betreuren. Ook The Wall Street Journal, het vlaggeschip van het VS-kapitalisme, is allerminst opgetogen over de overwinning van Chevron. "China Paranoia", titelde de krant gisteren. Niet de Chinezen zijn hier de verliezers, maar de Amerikaanse aandeelhouders van Unocal, aldus de WSJ, die stelt dat de protectionisten in deze zaak hun slag hebben thuisgehaald.
Had het Congres geen zes weken moeilijk gedaan over de transactie, dan had Cnooc zijn bod wellicht nog wat kunnen verhogen. [...] Er woedt een zero-sum neurose op Capitol Hill: men vreest [ten onrechte] dat als de Chinezen te snel groeien en te veel rijkdom creëren, dat ten koste gaat van Amerika. De echte les van China's economisch mirakel is dat het kapitalisme werkt. De les die we uit het mislukte Cnooc-bod moeten trekken, is dat er nog te veel mercantilisten rondlopen in Washington".
Twee weken geleden sprak ik met de Amerikaanse freelance-journalist Richard Miniter over deze transactie. Miniter was even in Brussel, net voor hij naar Afganistan vertrok. Ook hij had een vernietigend oordeel over de houding van de regering-Bush in deze zaak (audio: MP3, 64kbps, 1MB)
Als de regering van de Verenigde Staten de verkoop van privé-bedrijven blokkeert, dan is dat een grotere bedreiging voor de nationale veiligheid, dan de verkoop van een Amerikaans oliebedrijf aan China. De markt voor potentiële bedrijfsovernames wordt hierdoor versmald. [...] Unocal is geen eigendom van de Amerikaanse regering, maar van Amerikaanse beleggers, en ik zie niet in waarom die niet de beste prijs voor hun aandelen zouden mogen krijgen. [...] Unocal staat in voor slechts 1% van de oliebevoorrading van de VS. De enige economie die belang heeft, is de wereldeconomie. Olie wordt verhandeld op de wereldmarkt tegen een globale prijs. Of Unocal nu in Amerikaanse of in Chinese handen is, het zal de prijs waaraan de olie verkocht wordt niet veranderen.De aandeelhouders van Unocal hebben vooral in hun eigen beurs gesneden, en dat moeten ze zelf maar weten. Maar irrationeel gedrag werkt ook marktverstorend, en dat aspect heeft een invloed die verder reikt dan de context van de transactie zelf. Net zoals de verkoop van de Generale Bank aan de laagste bieder, Fortis, ten nadele van de hoogste bieder, ABN Amro, geen goede zaak was voor de werking, de transparantie en de aantrekkelijkheid van de Belgische bedrijfsovernamemarkt. In België werd dat irrationele en marktverstorende gedrag nadien beloond met enkele adellijke titels.