Doodsbedreigingen

Lang geleden, toen ik de zachte gevechtskunst aikido beoefende, woonde ik regelmatig internationale stages bij met Japanse meesters. De meesten waren al jaren in één of ander Westers land gevestigd, en je hoefde niet te vragen welk. De Jap die in Spanje woonde, kwam de tatami op met de air van een matador. Die uit Noorwegen was net een viking. Genetica is wel belangrijk, een Japanner neemt zijn genen mee en voelt zich overal Japanner, maar de omgeving heeft ook een sterke impact.

Hetzelfde geldt voor moslims. Onwillekeurig aarden zij naar de typische zeden van hun gastland. Zo is België een erg gemoedelijk land.  Hier wordt al eens sterke taal gesproken, maar zelden geweld gebruikt. Navenant zijn ook de moslims hier minder gewelddadig. Professor Urbain Vermeulen neemt inzake de islam geen blad voor de mond, maar hij heeft al meer last gehad met Yves Desmet en de KUL-rector dan met de islamitische bommenleggers.

En mijn ervaring is niet anders, al zal ik maar hout vasthouden terwijl ik dit schrijf. Ik heb de profeet al “beledigd” voor aula’s vol moslims, en er is mij geen haar gekrenkt. Goed, je krijgt wel eens schreeuwerige e-mails met dreigende taal, maar dat heeft niets te betekenen. De enige ernstige doodsbedreiging die ik ooit gekregen heb, kwam van getulbande sikhs, namelijk wegens belediging van hun goeroe Govind Singh. (Ik had ergens geschreven dat die zogenaamde vrijheidsstrijder tegen de Mogol-bezetter in feite alleen wegens misdaden van gemeen recht met de Mogols in conflict was gekomen en dat hij na zijn nederlaag een gewillige hoveling van de Mogolkeizer werd. Wie één keer de smaak van het spel “profeetje neerhalen” te pakken heeft, zoekt al gauw interessanter doelwitten dan Mohammed.) Maar ook dat bleek loos alarm.

Zodoende, het zijn vooralsnog niet de moslims die de boel hier onveilig maken voor islamcritici. De censuur en zelfcensuur inzake de islam zijn hier alleen het gevolg van de institutionele en mediatieke bestraffing van dissidente meningen door onze eigen Linkse Kerk en de door haar geïntimideerde en tot medeplichtige gemaakte burgerij.

Nederland daarentegen is een erg hard land, de heimat van de Rara-terroristen, van de antifa’s die de vrouw van Hans Janmaat de rolstoel in bombardeerden, en van Volkert van de Graaf wiens kogel Pim Fortuyn van links trof. De cultuur van geweld die bij moslims in hun thuislanden goed gedijt, komt ook daar tot haar recht. Zij vormen daar een Hofstadgroep, kelen Theo van Gogh, en sturen doodsbedreigingen naar al wie de islam zou beledigd hebben, ondermeer Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders. Recent was er beroering rond een vermeende veroordeling van cabaretier Ewout Jansen; het betrokken moskeebestuur legde echter uit dat het alleen het algemene beginsel van doodstraf voor blasfemie bevestigd had, en dat dit specifieke geval eerst onder islamitische rechtsgeleerden besproken moest worden. Inmiddels had een Marokkaanse webstek al wel een rondvraag gehouden waarin 30% vond dat hij dood moet.

Ewouts vader, de toonaangevende arabist Hans Jansen, heeft zopas in het nieuwe weekblad Opinio nog gewaarschuwd voor de smorende greep van doodsbedreigingen. Die dienen als schot voor de boeg van de geadresseerde, maar vooral voor de talloze anderen die islamkritische gedachten hebben. Grootschalige zelfcensuur is het gevolg. Temeer daar de bedreigingen er volgens hem veel talrijker zijn dan we uit de media kunnen vernemen. 

Prof. Jansen onthult dat hij weet heeft van nog een aantal personaliteiten die rondlopen met een doodvonnis op hun voorhoofd. Blijkbaar is tussen de politie en de mediamagnaten afgesproken om hieraan geen onnodige ruchtbaarheid te geven. Het zou immers twee soorten mensen op verkeerde ideeën kunnen brengen: enerzijds de gewone onevenwichtigen die op misdaadnieuws reageren met pogingen tot imitatie; anderzijds islamitische jongeren die, hoewel niet bij het dreigement betrokken, het als een erezaak zouden beschouwen om te zorgen dat een “terdoodveroordeelde” ook daadwerkelijk de dood vindt.

Deze discretie is zeker gerechtvaardigd, maar ze heeft een nadeel. Nu lijkt het alsof mensen die bedreigd zijn, in de eerste plaats Geert Wilders, grote uitzonderingen zijn. Op zijn beurt wekt of versterkt dit bij het publiek de indruk dat die zeldzame mikpunten van de moslimtoorn het wel aan zichzelf zullen te wijten hebben.

Een opmerkelijk effect van dit dreigend klimaat is dat islamcritici hun toevlucht beginnen te nemen tot het gebruik van een schuilnaam. Die tactiek is welbekend bij vervolgde groepen, bv. in klein-rechtse blaadjes waarvan de medewerkers de sociale en professionele gevolgen vrezen van de intellectuele terreur die de Linkse Kerk uitoefent. Maar hier is de nood aan zulke zelfbescherming nog groter, want hier gaat het om fysieke terreur. Islamcritici uit de moslimwereld verbergen al langer hun identiteit achter een schuilnaam, bv. Bat Ye’or, Ibn Warraq, Christoph Luxenberg. In Nederland hadden we in 1990 al het geval Mohamed Rasoel, een Pakistani die de Nederlanders tegen de islam wilde waarschuwen, en die in 1992 voor zijn diensten bedankt werd met een gerechtelijke veroordeling wegens racisme. 

En nu brengt het blad Liberaal Réveil een ophefmakend artikel “De Koran getoetst aan de Westerse beschaving en rechtsorde”, pseudoniem ondertekend: “M.S.H. Frankenvrij”. Ja, in het land van vrijheid-blijheid durft men niet meer openlijk, “vrank en vrij”, zijn gedacht te zeggen. Het artikel geeft een degelijk overzicht van de talrijke punten waarop de Koran in tegenspraak is met onze rechtsorde, en weerlegt terloops ook de dooddoener dat de Bijbel geen haar beter zou zijn. Jammer genoeg bevat het ook een onnozel voorstel om een gekuiste, geweldloze Koran op de markt te brengen en het gebruik van die witwasversie in de moskeeën op te leggen (welbeschouwd een variant op Wilders’ ideetje om de helft uit de Koran uit te scheuren). Wij hebben recht op het boek zoals de auteur het ons nagelaten heeft, en als daar verwerpelijke dingen in staan, dan willen we dat met eigen ogen kunnen vaststellen. 

Maar goed, dit minder gelukkige voorstel heeft met de gedegen ontleding van de Koran-barbarismen gemeen dat het bij moslims aanstoot zal geven. Zoals er aan de lopende band kunstwerken, reclames, films en boeken het licht zien die bij christenen aanstoot geven. Maar de auteurs daarvan kunnen rustig met hun eigen naam tekenen, want zij hoeven geen doodvonnis of moordaanslag te vrezen.

gevoelens kwetsen versus beledigen

Geachte,

U schrijft: Ik heb de profeet al "beledigd" enzovoort. Terecht zet u het woord "beledigd" tussen aanhalingstekens. Wat u doet is evenzeer beledigend als iemand die steelt een "dief" noemen. Maw een kritische reconstructie van het leven van de profeet is geen belediging, je kan er wel de gevoelens mee kwetsen van mohammedanen die vertrouwd zijn met de locale, hedendaagse waarden en normen. De waarheid kwetst is een gekende dooddoener. De waarheid zal echter nog meer kwetsen als we ons laten meeslepen door de media die met de regelmaat van de klok eufemistische nieuwspraaktermen lanceren en die zo de eigenlijke discussie bemoeilijken.

Blijft de vraag, is die waarheid relevant? Het zou best kunnen dat de Sikhs waarvan u spreekt, extremer zijn dan moslims, toch zijn ze zowel numeriek en geografisch heel wat minder aanwezig waardoor ze relatief minder een bedreiging vormen. Het leven en de woorden van Mohammed echter, of toch datgene wat schriftelijk opgetekend werd in de koran en de -niet zo betrouwbare- hadith. Vormen in allerlei opzichten een bedreiging voor andersdenkenden, ook voor de moslims zelf. Vandaar de maatschappelijke relevantie om de waarheid te onderrichten.

Wijlen Van Gogh omscheef de moslims als geitenneukers, onmiskenbaar een belediging. In het kader van vrije meningsuiting staat het moslims vrij om mondeling weerwerk te bieden. Moet kunnen vind ik. De grenzen van de vrije meningsuiting stoppen echter daar waar het gaat om fysieke bedreigingen.

Met excuses omdat ik van het eigenlijk onderwerp afwijk.