Waarom Heeft de Politie Geen Gezag over Marokkaanse Jongeren?
From the desk of Marij Uijt den Bogaard on Mon, 2007-04-16 08:18
Als er iets is wat binnen een grootstedelijk beleid in Vlaanderen aandacht verdient dan is het wel de relatie tussen de politie en Marokkaanse jongeren.
Hoe dringend dit is blijkt wel uit de gebeurtenissen in Brussel waar zondag 3 agenten van de spoorwegpolitie door allochtone jongeren in elkaar werden geslagen. Woensdag was het al de beurt aan agent Faysal Boussada, die door leden van een jongerenbende eerst bedreigd en daarna in elkaar geslagen werd.
Van de daders werd de 18-jarige Bilal en minderjarige kompaan aangehouden.
Jongeren die eigenlijk elkaar op straat “opvoeden” gedragen zich steeds vaker agressief en provocerend naar politie, tram of bus bestuurder, leerkracht of jongerenwerker.
Steeds meer minderjarigen worden op straat klaargestoomd als nieuwe onderklasse. Geen van hen lijkt ouders te hebben die tot opvoeden in staat zijn. Deze jongeren zijn niet bezig met te zorgen dat ze ooit enige bijdrage leveren aan de samenleving, in tegendeel, ze kosten klauwen vol met geld.
Het is zorgwekkend dat deze groep steeds minder gezag accepteert, en het bewaren van de openbare orde vaak in Antwerpse wijken afhangt van woordvoerders van allerlei pluimage die deze jongeren in toom houden, voorbij het gezag van politie zelf.
Daarbij zie ik twee aandachtspunten: Het gezag van politie hoort door iedereen, ongeacht origine te worden nageleefd en het is volkomen fout dat woordvoerders meer impact hebben bij de groep dan politie.
Het optreden van woordvoerders gebeurt vaak na een seintje van jongeren. Onderling woedt tussen die woordvoerders, volgens dezelfde jongeren, een regelrechte strijd om als eerste op de hoogte te worden gebracht.
Dat is regelrechte Kafka. Jongeren trommelen elkaar op bij ieder opstootje per gsm. Als door hun massale aanwezigheid de zaak uit de hand dreigt te lopen, komt een woordvoerder aandraven om hen tot rede aan te manen.
Daarbij onderzoekt niemand waarom die jongeren massaal steeds aanwezig zijn en waarom woordvoerders het van belang vinden om als eerste op de hoogte te zijn. En niet onbelangrijk, waarom is er steeds bij dezelfde groepen, eigenlijk een woordvoerder nodig?
Waarom werkt dit zo?
Ik was nieuwsgierig naar beide standpunten. Hoe keken jongeren en politie zelf hier
tegenaan?
Ik begon bij de jongeren, waarom komen ze massaal toestromen bij ieder incident tussen politie en “nieuwe Vlamingen.”
“Omdat dit moet,” werd er gezegd. “We moeten elkaar verdedigen.” Dat is een plicht. Daarom kun je als Antwerpenaar van Marokkaanse origine ook niet bij de politie gaan werken, want dan moet je optreden tegenover je eigen mensen. Dat wordt gezien als verraad. Je moet elkaar altijd steunen. Daarom komen ze allemaal als iemand “van ons” last heeft met politie op straat. Wie van Marokkaanse origine is en bij de politie werkt, wordt daarom ook niet vertrouwd.
Het is dus niet zo dat meer agenten van Marokkaanse origine tot een betere verstandhouding leiden. Door de afwijzing van hun eigen doelgroep hebben zij het extra moeilijk. Mijn inziens zit hier mogelijk een verklaring waarom agent Bousadda werd aangevallen door “allochtone” jongeren.
“Wie wil nu ergens werken als al je vrienden je met de nek aankijken omdat je eigen mensen arresteert, bekeurt of ondervraagt?” redeneerden die jongeren. “Werken bij de politie? Mij niet gezien!”
Dat is jammer, want bij de overheid willen ze meer kleur, dus ook binnen het politiekorps. Dat is, gezien de weerstand om te werken binnen de spelregels voor een diverse samenleving, met deze jongeren nog een hele klus zoals regelmatig blijkt, vooral aan de Brusselse metrostations maar evengoed in Antwerpse wijken.
De agent op straat heeft een volkomen andere mening die binnen media zelden of nooit wordt weer gegeven. “Het is altijd hetzelfde.” wordt er gezucht. “Er gebeurt wat, maakt niet uit, en voor je het weet staan er massaal veel jongeren.” Waar is dat voor nodig, vraagt de agent op straat zich af. “En gegarandeerd zit er wel een relschopper of twee bij,” gaat hij verder. Dat is genoeg om de vlam in de pijp te krijgen en natuurlijk heeft volgens de media, de politie het steeds gedaan.
“Kijk, die jongens hoeven elkaar niet steeds op te trommelen, als er een massa mensen staat en er zijn wat jongeren die niet luisteren, en uit je blikveld achter je gaan staan, neem je het zekere voor het onzekere,” verklaart de agent de arrestatie bij opstootjes van ‘nieuwe Vlamingen’ die steevast zeggen het slachtoffer van racisme te zijn.
“Achter je hangt uiteindelijk je revolver,” zegt de politie op straat. “Dan pak je die jongere op, als we dit niet doen en er gebeuren ongelukken omdat iemand je revolver grijpt, ben je nog verder van huis,” licht de agent toe. “Op straat is de politie als ordehandhaver te respecteren, en doe je wat wij zeggen. Dat geldt ook voor die jongeren,” zegt de agent.
Rel met een ‘nieuwe Vlaming’? “Voor je het weet staan er honderd, dan nemen wij geen risico. Als wij buiten het boekje gaan, kunnen zij net als iedere andere burger klacht indienen, maar ze staan niet boven de wet, op straat maken wij en niet jongeren de dienst uit.”
Dat is maar ten dele waar. Mocht de politie in haar gezag door iedere doelgroep gerespecteerd worden, waren er geen woordvoerders nodig om zaken in aanvaardbare banen te leiden en zouden incidenten zoals in Brussel niet voorkomen.
Als ik in Brussel burgemeester was, riep ik alle imams eens op het matje. Tijd om vanuit iedere moskee luid de afkeuring voor dit gedrag te laten horen, en ouders aan te spreken: ‘Hou uw zonen van de straat en voedt ze behoorlijk op met respect voor iedereen!’
De doelgroep Marokkaanse jongeren van Antwerpse origine vindt niet alleen politie van Marokkaanse origine verraders die hun eigen mensen afvallen, ze luisteren ook enkel nog naar wie tot hun doelgroep behoort en geen “verraad” pleegt met de “christelijke vijand” of “het verdorven Westen.” Daarmee wordt een gevaarlijke situatie geschapen: niet politie maar “broeders” worden gehoorzaamd.
En vanuit die identificatie leeft de verwachting dat hun “broeders” onvoorwaardelijk zullen steunen vanwege die verwantschap. Dat wordt door de overheid niet als een probleem ervaren. Integendeel, de overheid neemt “broeders” en “zusters” als “woordvoerders” aan om toch maar vooral de doelgroep te bereiken. Er ontstaat “deskundigheid” op basis van louter origine. En enkel wie vanuit origine “deskundig” is, heeft over doelgroepen met verontrustend gedrag, nog invloed op die jongeren. Zo geeft men de “woordvoerders” gezag dat zich op crisismoment vaak boven het gezag van politie in wijken stelt.
Opstootjes die uitdraaien tot rellen vragen volgens de overheid niet meer om een goed plan van aanpak om zo snel mogelijk door politie opnieuw tot ordehandhaving te komen, maar om “discreet” optreden, zonder “provocatie.” Het is dus vaak eieren lopen voor politie in wijken, waar jongeren uit te kleine woningen, waar enkel primaire zorg geboden wordt, uit verveling naar ieder opstootje met politie rennen op zoek naar vermaak.
Niemand staat er bij stil dat dit absurd is. De politie hoort in de straten te bepalen wat en hoe. Dat gezag hoort iedere burger, ongeacht levensovertuiging of origine, te accepteren! Ook al zijn het vaak enkelingen die provoceren en hangt de rest er een beetje als ramptoeristen rond. Jongeren hebben dus actief een aandeel in de slechte relatie met politie, door hun massale opkomst waar steeds wel enkele jongeren provoceren naar een korps wat reeds onder stress komt te staan, en soms het rechtstreeks uitlokken van conflicten.
Dat mag vanuit politie nooit leiden tot wangedrag, maar verklaart wel waarom zij soms jongeren die de situatie naar hun beleving op de spits drijven, gewoon oppakken. Dat dit nodig is, die strijd van ordediensten om het gezag in wijken bij incidenten te behouden, blijkt immers uit conflicten tussen politie en jongeren van maar al te vaak overwegend Marokkaanse origine. Agenten worden gewoonweg in elkaar geslagen, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Niemand heeft echt kijk op hoe het systeem werkt.
Voor jongeren is rel gewoon afleiding. Je kunt erheen met je maten, beetje keet schoppen, politie is hoe dan ook de vijand. Jongeren verklaarden hun gedrag ook vaak als gevolg van het Joods-Palestijnse conflict waar ze zichzelf via internet uitgebreid over informeerden. De invloed van internet bij jongeren van Turkse of Marokkaanse afkomst is net als bij andere leeftijdgenoten groot, maar hun surfgedrag is verschillend.
Zowat iedere jongere die rondhangt op straat, surft ook naar religieuze of politieke Islamitische sites. Sommige verenigingen die deze jongeren van de straat houden, bieden gratis internet aan voor deze jongeren. Vaak wordt op die sites opgeroepen om de Palestijnen te steunen. Jongeren vergeleken vaak rel met politie met het Palestijns-Joods conflict. Ze vechten in Antwerpen, aldus de jongeren, eenzelfde strijd, een van onderdrukking door een kapitalistisch land wat uit de hand van Amerika eet.
11 september? “Leugens en bedrog en het zoveelste bewijs dat de wereld tegen moslims is,” hoorde ik menige Antwerpse moslim zeggen. Dat deden de Amerikanen zelf om moslims zwart te maken, klinkt het. Niet alleen jongeren verkondigen die mening, ook jonge dertigers, vaders met opgroeiende zonen, laten het zelfde geluid horen.
Die “jongeren” weten niet eens, zo bleek bij navraag, wie Patrick Janssens was, maar wisten alles over het Joods-Palestijnse conflict, wat volgens jongeren zelf leidde tot grotere agressie naar politie, in de straten van Antwerpen. Patrick Janssens is de Antwerpse burgemeester? “So what, who the fuck is... ah, diene magere zonder plastron.”
“De strijd van het broederschap overal ter wereld, daar zijn we mee bezig,” klinkt het vanuit de jongeren, “daar ligt onze politiek bewust zijn en onze identiteit waar we onvoorwaardelijk trouw aan zijn.”
Niet in Antwerpen? Nee, niet in Antwerpen. Die nefaste mentaliteit van de jongeren houden wij door subsidie te verlenen aan verenigingen die voordeel hebben bij deze situatie zelf mee in stand. Want ze hebben er voordeel bij. Wie als bemiddelaar bij rel op het goede moment aanwezig is, wordt gespot door de politiek en de media. Wie bovendien tot de doelgroep zelf behoort, is helemaal “hot” en wordt door politieke partijen zelfs gevraagd om op de kieslijsten te staan. Daarvan zijn woordvoerders van alle kleuren zich wel bewust. Daarom is het van belang om als eerste op de hoogte te zijn. En krijgen jongeren de opdracht, bij opstootjes te bellen, naar wie hun voorkeur heeft.
Ook het welzijnswerk praat mee. “Ze vervelen zich” of “er is geen jeugdhuis.” ze hebben “niets” te doen. Aan vergadertafels worden verstandige zaken gezegd waarna bij de koffie nog even wordt verder gekeuveld. Ondertussen verandert er niets, maar wordt de kloof tussen generaties ouders en kinderen steeds groter, waarbij jongeren een zorgwekkende groep vormen als toekomstige onderklasse.
Wie onderzoekt de invloed van internet en radicalisering bij jongeren die als economische en sociale onderklasse, zijn vorming haalt op straat? Wie legt verband tussen het gratis aangeboden internet bij verenigingen, het gedrag van jongeren bij opstootjes met politie en Islamitische websites die segregatie voeden vanuit de gedachte dat dit een juiste levenswandel is? Waarom stelt er niemand die vragen?
Waarom is ieder advies gebaseerd op aanpassing vanuit welzijnswerk, beleid en samenleving en waarom niet vanuit doelgroepen zelf? Wordt het niet eens tijd om met verenigingen die via internet en bijeenkomsten segregatie voeden, een open dialoog aan te gaan? Iedereen hoort gezag van politie te accepteren, ongeacht je origine of overtuiging.
herkenbaar.
Submitted by peter vanderheyden on Tue, 2007-04-17 16:00.
"Steeds meer minderjarigen worden op straat klaargestoomd als nieuwe onderklasse. Geen van hen lijkt ouders te hebben die tot opvoeden in staat zijn. Deze jongeren zijn niet bezig met te zorgen dat ze ooit enige bijdrage leveren aan de samenleving, in tegendeel, ze kosten klauwen vol met geld."
Dit is een probleem, maar het is geen nieuw exclusief allochtonen probleem. Een paar maanden geleden hoorde ik Nigel Williams over zijn jeugd in Bristol vertellen. Het was alsof ik de BJ over moslims bezig hoorde. De jeugdbendes hadden van wijk tot wijk enkel respect voor hun eigen leden. Diefstal en geweldplegingen tegenover ieder die niet tot de wijk behoorde was niet alleen toegestaan, maar gaf zelfs status. Alle broers en zussen waren wel ergens gelinkt aan de misdaad tot en met moord.
Werkloosheid, uitzichtloosheid (hier een klein verschil:) dronken en gewelddadige vaders, geen opvoeding anders dan de straat...
Ik denk niet dat het een oproep van de Imam is die hier iets aan zal veranderen.
De reden van baldadig en misdadig gedrag is niet primair godsdienstig. Het is de nood aan een eigen identiteit, een groep waar men kan bijhoren, een ersatz familie waarbinnen en waarvoor respect kan worden gevonden, die jongeren naar jongerenbendes leidt. Dit heeft zeker een etnisch aspect. Voor allochtonen is een identificatie met één van de mainstream jongeren culturen vanzelf moeilijker dan voor autochtonen. Werkende vaders die daaruit status en (zelf)respect halen lijkt mij een meer adequaat recept. Dat geeft een maatschappelijk succesvol rolpatroon binnen het gezin.
rol van godsdienst
Submitted by Nataraja on Tue, 2007-04-17 16:21.
"Ik denk niet dat het een oproep van de Imam is die hier iets aan zal veranderen"
Het hangt er nogal van af wie het is en wat die roept natuurlijk. Is het een oproep tot kalmte en respect voor anderen zie ik persoonlijk weinig bezwaar.
Voorts sluit ik aan bij het feit dat godsdienst niet steeds een relevante factor is in de discussie. We spreken toch ook niet over rondtrekkende Katholieke (Poolse) dievenbendes?
probleem of oplossing?
Submitted by Nataraja on Tue, 2007-04-17 14:56.
Scherpe analyse. Maar toch enigszins vreemd te lezen dat als u burgemeester was "riep ik alle imams eens op het matje. Tijd om vanuit iedere moskee luid de afkeuring voor dit gedrag te laten horen, en ouders aan te spreken: ‘Hou uw zonen van de straat en voedt ze behoorlijk op met respect voor iedereen!’"
Is islam en moslim-zijn een oorzaak van het probleem of een mogelijke oplossing ervan? Of beide?