Nieuwe Open brief aan Patrick Janssens

Beste Burgemeester,

Gisteren, vrijdag 20 april, ontving ik in de morgen een telefoontje van een gemeenteraadslid uit uw stadhuis. Ze belde in verband met de problemen in Borgerhout, waar fundamentalisten op broeders druk uitoefenen om geen alcohol meer te schenken. Haar vraag was eenvoudig: Kon ik toelichten wat daar nu aan de hand is?

Burgemeester, dat kan ik zeker. Ik zou u de mails kunnen laten zien die ik enkele maanden geleden reeds verstuurde omdat ik me zorgen maakte over de situatie in Borgerhout. Ik herkende die omdat ze zich reeds eerder voordeed in Berchem waar ik gedurende drie jaar werkte rond beeldvorming en dialoog. Het is een aangestuurd vast patroon wat een stuk verder reikt dan wat u af en toe waarneemt en uw gemeenteraadsleden ineens naar mijn telefoonnummer doet grijpen.

Blijkbaar is er binnen het leger welzijnswerkers in Borgerhout en de Antwerpse integratiedienst niemand die over de opkomende radicalisering in uw stad wat kan vertellen. Die dienst houdt toch de vinger aan de pols?

Burgemeester, ik verwijs naar mijn schrijven in december vorig jaar aan de voltallige gemeenteraad. Daarin klaagde ik, in een verklaring na beslissing van de commissie voor ongewenst gedrag op het werk, aan dat ik ontslagen was omdat ik wees op de invloed van radicale stromingen in wijken. Een beslissing in mijn voordeel, burgemeester, die uw college gewoon in de prullenmand gooide, “omdat de stad altijd gelijk heeft”.

Het is geen kwestie van “opinie” dat dit de oorzaak was van mijn ontslag, burgemeester. Bij uw preventieambtenaar ligt een dossier waarmee dit glashard aan te tonen valt. De “zaken waarmee ik niet mocht bezig zijn” vanuit mijn dienst gaan over mijn meldingen betreffende radicalisering en de invloed hiervan binnen het samenleven en dat maakte me “verdacht” ook bij uw integratiedienst. Ik hoop nog steeds op opheldering over rol van die van de dienst in mijn ontslag.

Mijn inzichten en ervaring op dit terrein werd dus oorzaak om me van inkomen en goede reputatie te beroven. Niemand heeft dit onrecht willen rechtzetten of zelfs maar ooit mijn vragen willen beantwoorden. U ook niet. U zwijgt hooghartig vanuit uit prachtig stadhuis.

Weet u wel dat naar schatting 10.000 Antwerpenaren mijn vorige open brief aan u lazen? We zijn langzamerhand met velen benieuwd naar uw reactie.

Maar ondertussen word ik wel gebeld door uw gemeenteraadsleden, en dit was niet de eerste keer, om het licht te laten schijnen als u ineens merkt dat ik dus geen sprookje vertelde wanneer ik de aandacht vestigde op de groeiende macht van radicale moslimgroepen in Antwerpen. Ik ben anders communicatief genoeg naar u geweest, leest u dan geen Standaard, Volkskrant, Trends en heeft u geen internet of mag u niet lezen wat op Brussels Journal bijvoorbeeld staat? Het gaat over uw stad hoor! Koopt u volgende maand eens Menzo. Daar heb ik nog een vraag voor u instaan!

Burgemeester, waarom is er geen meldpunt voor radicalisering in uw stadhuis? Ik was niet de enige ambtenaar die in wijken die signalen opving hoor! Waarom worden die nooit gehoord?

Omdat wie wat zegt, zijn werk, inkomen en reputatie verliest. Burgemeester, als u of een van uw ploeg mijn inzichten willen, dan moet u eerst nu maar eens wat doen aan mijn situatie, die, zoals uw gemeenteraadslid het gisteren noemde, “spijtige zaak”. Uw handelen voel ik iedere maand! En dan wil ik praten met wie dat maar wil. Maar voor ik dit doe, zult u toch ook eens wat moeten doen, aan mijn situatie. Ook al betekent dit, toegeven dat de stad voor een keer eens geen gelijk had.

Redelijke mensen geven

Redelijke mensen geven antwoord op redelijke vragen.

Ik denk dat Patrick Janssens op uw vragen niet kan antwoorden zonder de onredelijkheid van zichzelf en zijn omgeving toe te geven.  De huidige burgemeester pretendeert wel de vertegenwoordiger te zijn van alle Antwerpenaren maar hij gedraagt zich niet naar zijn uitlatingen.

Wie de vinger op de wonde legt is geen goede burger. Alleen Halleluliah is troef.  Maar  Marij is daarvoor een beetje te ernstig, of zullen we zeggen te realistisch ? Ze past dan ook niet in juichende reclameboodschappen.

Requiem voor een stad klinkt dissonant in de oren van een arrivist. Zij die de stad bewonen ruiken al lang de stank van de toenemende verloedering.