Borgerhout: Wie Vindt het Warm Water Uit?

In Borgerhout ontstond opwinding omdat het gerucht de ronde doet dat uitbaters van horecazaken onder druk worden gezet om aan klanten geen alcohol meer te schenken. Politici van allerlei pluimage laten hun licht over het probleem schijnen, waarbij druk wordt gespeculeerd: Is er nu spraken van dwang en zo ja, van doet dit dan?

Youssef Slassi, Antwerps politicus, wilde het zelf wel eens weten en trok de wijk in om na enkele gesprekken met uitbaters met goed nieuws naar huis te komen: Van dwang is geen spraken, uitbaters kiezen er zelf voor omdat ze een voornamelijk allochtoon publiek willen bereiken dat als moslim geen alcohol drinkt. Robert Voorhamme houdt nog iedere mogelijkheid open. Volgens hem doet het ontbreken van een officiële klacht toch twijfelen aan het bestaan van druk onderling tussen Antwerpse moslims.

Er bekruipt mij steeds sterker het gevoel dat er, wat radicalisering in Antwerpen betreft, binnen het stadhuis echt geen beleid rond deze problematiek is en inzicht  ontbreekt om daar werk van te maken. Tot die conclusie komt menig lezer van diverse kranten die de uitlatingen van politici in Antwerpen volgen. Maar even terug naar Slassi, hoe zit het met allochtone eettentjes en oude Vlamingen?

Of een Turkse of Marokkaanse eettent al of niet ook oude Vlamingen bereikt, is afhankelijk van de inspanning die ervoor gedaan wordt. En zaak met een iets betere inrichting dan een voetbalkantine uit de jaren vijftig, met frisse pint en glas wijn op de kaart en personeel dat ook Nederlandstalig is, bereikt de hele buurt en heeft een divers publiek. Er zijn genoeg zaken in Antwerpen die dit bewijzen. Zaken waar het personeel slecht de taal spreekt, geen glaasje wijn op de kaart staat, bereiken veel minder diversiteit. Het is dan ook absurd van Slassi om te zeggen dat het omgekeerd is, dat alcohol geschrapt wordt omdat de Vlaming toch niet komt.

Over alcohol en moslims moeten we het ook eens hebben. De indruk wordt steeds gewekt dat moslims geen alcohol drinken, terwijl de lokale Turkse en Marokkaanse vzw’s vol zitten met heren die echt geen thee voor hun neus hebben staan! In werkelijkheid drinken heel veel moslims alcohol, tenminste mannen, over dames is veel minder een duidelijk beeld te krijgen, omdat hun toegang tot “publiek” leven nu eenmaal niet gelijk zijn aan dat van mannen. De meeste van deze vzw’s hebben een of andere dame uit een Oost-Europees land achter de bar staan. Naima heeft andere dingen te doen dan een biertje schenken.

Het is dus echt onjuist om te veronderstellen dat enkel “oude” Vlamingen aan het bier bij de pita of taghin willen. Onze “nieuwe Vlaming” wil dit evenzeer, als de kans tenminste geboden wordt dit in alle rust te doen, zonder door betweterige broeders op de vingers getikt of aangesproken te worden. En daar wringt dan ook het schoentje.

Ik vind het bijzonder verontrustend dat het voltallige stadhuis zo volslagen wereldvreemd reageert op het “Borgerhoutse probleem.” Mochten politici weten wat er in hun stad beweegt, zouden ze op zijn minst onder de aandacht brengen dat het helemaal niet om een “Borgerhouts probleem” gaat.

Het gaat over een probleem binnen alle Europese steden die een hoog aantal moslims onder hun bevolking tellen. Daarvan willen vele moslims gewoon samenleven met anderen. Maar mogen zij dat ook, of is dit juist de kern van het probleem?

Veel moslims hebben zich gedeeltelijk aangepast aan de Vlaamse manier van leven en laten iedereen zelf beslissen hoe je het best het evenwicht vindt tussen overtuiging en leven in een Westers land waar alcohol legaal is en deel uitmaakt van traditie en cultuur, en een uitstekend middel is om te “verbroederen.” Dat mag niet volgens een aantal strikte stromingen in Antwerpen, die, ook al wordt er anders beweerd, wel degelijk onderling samenwerken om aan dit verderf van hun broeders wat te doen. Zij vinden dat moslims zich afzijdig moeten houden van ongelovigen, niet in de buurt mogen komen van alcohol, niet moeten deelnemen aan activiteiten met gemengd sociaal verkeer, en zoveel mogelijk de regeltjes moeten volgen uit de koran die voor ieder menselijk handelen voorschrijft wat toegelaten of verboden is. Die islamitische regelgeving of “fikh” botst op een seculiere en diverse samenleving. Voor deze groeperingen zijn ook moslims die zich niet aan de regels houden even verwerpelijk als “kuffar.”

Deze strikte stromingen die islam als basis voor sociaal en politiek, juridisch leven zien, hebben een hoge bekeringsdrang en vinden het hun plicht de verderfelijke invloed van het Westen te bestrijden, ook in Antwerpen. Daarvoor krijgen zij alle middelen en niet ,van de Antwerpse integratiedienst, maar uit het Midden Oosten. De mensen die hiermee bezig zijn, zijn niet kansarm, maar juist vaak hoog opgeleid en in Vlaanderen opgegroeid. Zij vinden dat moslims terug moeten naar de ware en zuivere islam, desnoods door regelrechte maffiapraktijken zoals intimidatie, wat publiekelijk wordt afgekeurd om vervolgens de basis voor dit proces ongehinderd te verspreiden waarbij internet en gesloten zittingen een belangrijke rol spelen. Het ware pad  is volgens deze groeperingen  niet alleen verlicht, maar ook verplicht.

Af en toe belichten de media de top van een ijsberg die in Antwerpen rustig aangroeit. Het eigenlijke proces gebeurt in moskees, verenigingen, en op straat, in huiskamers en vooral via internet. De opzet is gestructureerd en overdacht. Vaak spelen dezelfde personen daarin een rol. Daar moet eens eindelijk aandacht naartoe, voorbij het heilige huisje van vrijheid van religie wat ik, voor alle duidelijkheid, belangrijk vind. Maar ik meen dat de samenleving daarboven het recht heeft om op zijn minst de maatschappelijk invloed ervan in vraag te stellen. Zonder in de dialoog, die er zou moeten zijn, gehinderd te worden door militante woordvoerders die iedere kritische bedenking over de maatschappelijk invloed van sommige groeperingen “nieuwe Vlamingen” als een aanval zien op identiteit, cultuur of religie, of die, vanwege de gemeenschappelijk “identiteit,” de problemen minimaliseren.

De oplossing ligt niet in een nieuw loket waar burgers met deze signalen terechtkunnen. En ook niet van het in de media onder de aandacht brengen van een gezellig kinderfeest vol vrolijke Marokkaanse moeders, zoals Fatima Bali oppert. Dat nieuwe loket is niet eens nodig, gezien de aanwezigheid van buurtregisseurs in wijken, die voor het aspect samenleven en leefbaarheid in staan. Er kan een elektronisch formulier ontworpen worden of meldingskaart, die in wijk en stadskantoren kan worden opgehaald. Dit bestaat ook voor andere klachten van burgers. Buurtregisseurs kunnen dit soort klachten van burgers registreren en direct koppelen naar partners gezien hun regiefunctie in wijken en vaak reeds uitstekend werk wat deze medewerkers leveren. Bovendien communiceren de buurtregisseurs direct aan het schepencollege via hun rapporteringen. Zo worden politici zelf ook beter geïnformeerd. Kan niemand in het stadhuis op die simpele oplossing komen? Moet er weer een nieuwe vorm van “ambtenarij” bovenop de hoeveelheid welzijnswerkers die al in wijken actief zijn? Zou je niet beter eens kijken waarom dat hele systeem amper werkt en van de welzijnssector resultaatgericht werk verwachten?

En wanneer worden professionele krachten eens opgeleid om met de signalen die ze opvangen alert, en vooral deskundig, om te gaan? Waar blijft het meldpunt voor radicalisering waar leerkrachten binnen onderwijs, welzijnssector en veldwerkers terechtkunnen, zodat signalen gebundeld worden om een adequaat beleid te ontwikkelen? Waar blijven de richtlijnen om welzijnswerk in wijken beter op elkaar af te stemmen? Toen ik twee jaar geleden erop aandrong om op wijkniveau overleg tussen eerste lijnswerkers te organiseren omdat informeel bleek dat veel veldwerkers met dezelfde signalen zaten, werd ik binnen de ambtenarij van het kastje naar de muur gestuurd en het hele initiatief onmogelijk gemaakt.

De onwetendheid en regelrechte onzin die nu door politici van diverse origine de media ingestuurd worden zijn al even verontrustend als de processen van radicalisering zelf. Wanneer komt er eens werkelijke diversiteit in de Antwerpse allochtonenraad? Waarom wordt dit niet omgevormd tot een raad voor samenleving, waar ook Joodse burgers zetelen, samen met vertegenwoordigers van holebi-organisaties of de seniorenraad? Waar blijft gewoon gezond verstand? En misschien ook van belang: Ontsla niet die ambtenaar die op deze evoluties in wijken wijst. Om een beeld te vormen van complexe problemen zoals radicalisering is meer nodig dan een bezoek aan de eigenaar van een Borgerhoutse eettent of wat geleuter in de pers.

Slappe knieën

Alles wijst erop dat dit een voorbeeld is van wat de Duitse schrijver Henryk Broder "Hurra, wir kapitulieren! Von der Lust am Einknicken" noemt.
Ik geloof er helemaal niks van dat hier marketingoverwegingen achter zitten. Immers, anders dan roken, dat anderen hinder kan bezorgen, is het drinken van een pint of glas wijn voor anderen niet schadelijk.

In een en hetzelfde café of restaurant kunnen drinkers en alcohollozen vreedzaam samenzijn, zo is het in onze cultuur.
Zit hier dan druk achter van de zelfbenoemde, radicale moslimleiders in Antwerpen, waarover Marij Uijt den Bogaard eerder berichtte op deze site (Stadsbestuur blind voor radicalisering)?

Dat moet haast wel, ik zou geen andere logische verklaring weten. Het doet me denken aan een uitzending van de Nederlandse talkshow 'Pauw & Witteman' onlangs, waar de extremistische Tilburgse imams Salam sr en jr te gast waren.
Behalve dat zij eisten dat er geen alcohol geschonken zou worden, verlangden zij naar verluidt ook dat er geen vrouwelijke gespreksdeelnemers zouden aanschuiven.
De redactie ging voor beide geloofseisen overstag. Wederom, von der Lust am Einknicken.

Zo sluipt de islamsering van de Dar al-harb (de voorbode van de oorlog, het nog door moslims te veroveren gebied van de aardbol, er langzaam in. Heel vredelievend, er komen geen aanslagen aan te pas. De westerlingen werken gewillig mee en hebben geen oog voor de gevolgen voor onze cultuur.

De Antwerpse uitbaters die de pint van het assortiment schrappen om de Mohammedanen terwille te zijn, verdienen geen enkele achting voor hun ruggegraatloosheid.

religieus fanatisme

Ik ben geen grote fan van Marij als het over haar grote “uniformiseringsdrang” gaat. Taal, gewoontes (zelfs al vinden wij ze sexistisch) en sociale netwerken moeten in de eerste plaats vrij zijn. Het is belangrijk dat we onder de wetten van de vrije concurrentie onze cultuur en visie proberen te verkopen. Het beste verkoopsargument is daarbij haar bewezen succes in termen van gecreëerde welvaart, sociale vrede, verdraagzaamheid, en ja, zelfs geluk. De USA, en dan vooral de blauwe staten, bewijzen de grote overtuigingskracht van deze argumenten tegenover migranten. Inburgeringscursussen en allerhande pesterige regelneverij hebben naar mijn mening nog niets bewezen. Erger nog, ze riskeren het tegenovergestelde effect te bewerkstelligen. Discriminatie zorgt er dan weer voor dat we onze eigen kansen om effectief reclame te maken voor onze cultuur, vakkundig onderuithalen.

Als Marij religieus fanatisme aankaart vindt ze bij mij echter een gewillig oor. Religieus fanatisme tast het brein aan. Het geïnfecteerde individu wordt afgesloten voor sociale invloeden die ingaan tegen de religieuze dogmatiek. Het is het wezen van de reilgie zelf die maakt dat er geen bewijzen of aanwijzingen nodig zijn voor “maagden in de hemel” of “het heilige leven van een bevruchte cel.” Religie is namelijk “geloven”. Hoe onvoorwaardelijker er wordt geloofd, hoe vromer de persoon in kwestie. Dat zorgt ervoor dat de natuurlijke “reclame” voor onze cultuur, de bewezen welstand en vrede, geen invloed niet meer heeft. We zien dat zelfs de natuurlijke drang tot zelfbehoud wordt uitgeschakeld. (Denken we maar aan de zelfmoordterroristen en zelfkastijdingen.) De godsdienstfanatici is ernstig ziek in volle zin van het woord. Vergis u niet, er is niet zo heel veel verschil tussen het Moslimfundamentalisme en het fanatisme in de “Bible belt” of het Joods religieuze fanatisme van vele “setlers”
De vraag is echter: Hoe voorkomen we dit? Hoe gaan we er tegen in?
De aanval blijkt vaak contraproductief. (De oorlog in Iran en Afghanistan heeft het aantal fundamentalisten zeker niet verminderd.) Discriminatie en oorlog werken het blijkbaar in de hand. Groepen als Hamas en Hesbollah maken dankbaar gebruik van de ontreddering om via “social welfare” de infectie van het religieus fanatisme te verspreiden. Wat maakt de moslims in Borgerhout gevoelig voor “vroomheid”? Het zijn geen eenvoudige vragen. En ik moet toegeven, ik heb er zelf geen antwoord voor.