De Assassijnen en Hun Opvolgers

De “godsdienst van vrede,” zoals sommige van zijn aanhangers hem noemen, verdient volop die benaming. Van de vier opvolgers (kaliefen) van uitvinder Mohammed Ibn Abdullah werd er juist geteld eentje niet vermoord: een palmares om trots op te zijn. De moord op opvolger nr 3, Uthman, heeft gevolgen tot vandaag. De grootste groep moslims vond dit een misdaad en we kennen hen nu als de soennieten. Een minderheid keurde de moord goed omdat in hun ogen alleen familie van Ibn Abdullah hem mocht opvolgen. De moordenaars kregen bescherming van Ibn Abdullah’s schoonzoon, Ali, die op zijn beurt kalief werd en ook op zijn beurt vermoord werd. Nu noemen we de nakomelingen van zijn aanhangers sjiïeten.

De sjiïeten werden overal een dikwijls vervolgde minderheid, met uitzondering van Perzië en het door de Britten gestichte Irak. Voor de sjiïeten leeft het grootste deel van de islamieten in zonde, al zijn ze onderling ook niet akkoord over wat nu juist en wat nu fout is. De geschiedenis van de islamwereld bulkt van de hopeloze sjiïetische opstanden; dikwijls veroorzaakt door één van hun vele sekten.

De bekendste sjiïetische sekte is die der Assassijnen. Die begonnen met hun gewelddadige methodes in Perzië vanuit de sterke vesting Alamut ten zuiden van de Kaspische zee. De Assassijnen werden geleid door een erfelijk leider die men ‘de Oude Man van de Berg’ noemde. Hij liet zijn mensen keihard indoctrineren en leidde ze op tot moordmachines. De Assassijnen waren een van de vele islamitische sektes die moord als een religieuze verplichting zagen. Hun specialiteit was de dolk.

Andere sektes gebruikten uitsluitend knuppels of wurgden hun slachtoffers omdat ze geloofden dat staal alleen mocht gebruikt worden tijdens het laatste oordeel. De Assassijnen waren de eerste staatsterroristen want zij bezaten zelf nogal wat kastelen en domeinen. Soms betaalden ze de een of andere vorst, beloofden hem met rust te laten en mochten dan zijn gebied als uitvalsbasis gebruiken om her en der religieuze tegenstanders op te ruimen. Een vergelijking met de Palestijnse Bevrijdingsbeweging in de jaren zestig of Hezbollah vandaag is wat misleidend omdat die zich vooral op Israël en minder op islamitische vijanden richten. Juister is een vergelijking tussen het Afghanistan van de Taliban dat een uitvalbasis werd voor Al Qaida omdat deze twee schurkenorganisaties het in de eerste plaats op ‘ketterse’ geloofsgenoten gemunt hebben. Die waren ook het doelwit van de Assassijnen.

Vorsten, ministers, rechters, generaals van de soennitische richting waren een paar eeuwen lang hun leven niet zeker. Alleen of met een klein groepje sloegen de moordenaars toe; bij voorkeur op een vrijdag in een moskee zodat de publiciteit het grootst was. Na de aanslag gaven de moordenaars zich over en wachtten stoïcijns op hun dood. Af en toe werd ook een kruisvaarder aan het mes geregen, maar dat was niet omdat het per definitie een westerling was, zoals de kruisvaarders zelf dachten, maar bijna altijd omdat hij ruzie had met een Arabische vorst die een Assassijn inhuurde.

De Hospitaalridders of de Tempeliers waren nooit het slachtoffer van een Assassijn, want die kozen na de dood van een grootmeester eenvoudigweg een nieuwe leider en gingen verder met hun taken. Arabische vorstendommen daarentegen kenden niet de minste vorm van democratie en de moord op een belangrijk man kon dus een andere religieuze politiek veroorzaken.

Er zijn nogal wat verschillen tussen de Assassijnen en hun hedendaagse opvolgers. Er bestaat geen bewijs van dat de middeleeuwse moordenaars gedrogeerd waren met hasj; het is zelfs niet zeker dat hun naam van die drug afgeleid is. Moordenaars moeten het hoofd koel en de hand ferm houden en “stoned” rondlopen is zeker niet de beste methode om trefzeker toe te slaan. De Assassijn was een vrijwillige terrorist die niet probeerde te ontsnappen of zelfmoord te plegen. En de Assassijn dacht er zeker niet aan om zoveel mogelijk onschuldige mensen neer te steken. Hij geleek dus meer op de 19de-eeuwse Westerse anarchist dan op de huidige “martelaar” in het Midden-Oosten.

Wat hij misschien wel gemeen had met de exemplaren die nu rondlopen, is het pijnlijke geloof in een hemel waar een kudde maagden hem opwacht om hem te verwennen op een manier waar ze bij VT4 jaloers zouden op zijn. En er zijn ook nogal wat geslaagde opdrachten bekend die jarenlang zorgvuldig werden voorbereid met spionage en vermomming vooraleer de Assassijn toesloeg.

De kruisvaarders kenden niet de achtergrond van al deze islamitische ruzies en ze waren ook geen kamergeleerden die een moord achteraf even gingen relativeren. Daarom dachten ze dat die aanslagen alleen tegen hen gericht waren, al was Salah-ed-Din de eerste Arabische leider (al was hij een Koerd) die aan een aanslag ontsnapte. De naam van de sekte was toen al zo berucht dat het tenslotte het Franse, Italiaanse en Engelse woord voor moordenaar werd. Vele Joden denken dat ook vandaag de dag Israël het grootste slachtoffer is van terreur, maar de praktijk wijst uit dat het niet waar is. Bij de moorddadige afrekeningen tussen sjiïeten en soennieten in Irak vallen jaarlijks honderd maal meer slachtoffers.

In Algerije zijn honderdduizend mensen afgeslacht omdat ze niet islamitisch genoeg of te fanatiek islamitisch waren. De vroegere president van Syrië, Hafez al-Assad, liet 20.000 islamitische tegenstanders vermoorden en de stad Hama met de grond gelijk maken omdat zij in opstand waren gekomen, want in hun ogen was hij als alamitische moslim een ketter.  En zelfs Bin Ladens moordenaarsorganisatie heeft de VS maar aangepakt omdat er ten gevolge van de 1ste golfoorlog Amerikaanse soldaten op “heilige” grond gelegerd werden. In de ogen van het Westen zijn vele Arabische leiders vermoord of verjaagd omdat zij goede relaties met het Westen of met Israël nastreefden, zoals koning Abdullah van Jordanië in 1951, president Sadat van Egypte of de Sjah van Iran. In de werkelijkheid zijn die aangevallen omdat ze slechte gelovigen waren en een hinderpaal voor een terugkeer naar de zuivere islam, wat dat ook moge zijn. En van halve heidenen kan je verwachten dat ze op goede voet staan met het Westen, maar voor de moordenaars was dat niet de hoofdzaak.

Overigens bestaan de Assassijnen nog altijd. De Mongoolse invasie van een kleinzoon van Ginghis Khan maakte een kort en gruwelijk einde aan de wereldlijke macht van de sekte. De meeste aanhangers werden boeren, handelaars en ambachtslui en ze wonen nu vooral in Indië en Pakistan. Ze noemen zich nu ismaëlieten en hun religieuze leider is de Aga Khan die in zijn jonge jaren een bekende playboy was aan de Azurenkust tot hij zijn grootvader in 1957 opvolgde. Nogal wat mensen verwarren hem met zijn vader die een tijdje met de Amerikaane filmster Rita Hayworth getrouwd was. Maar wat ze wel wete,n is dat de Aga Khan af en toe zijn eigen gewicht in goud of diamanten krijgt.

Salah-ed-Din

Verhelderende tekst waarvoor dank.

Waren het overigens niet de kruisvaarders die de 'oude Man van de Berg' opzochten wat resulteerde in de moordpoging op Salah-ed-Din?

Uw tekst suggereert, misschien onbedoeld, dat isolationisme de oplossing zou zijn voor het conflict tussen de Islamitische wereld en 'het Westen'. Maw dat het Westen zich beter niet op heilige grond zou begeven. Maar dit is in tegenspraak met de Islamitisch geïnspireerde expansiedrang, sommige groeperingen hebben nog steeds dit onrealistisch doel voor ogen. Bovendien wordt de grond die ooit in handen was van Moslims ook beschouwd als heilige, te herroveren grond. Al-Andalus is hierbij het bekendste voorbeeld, maar ook een groot deel van Frankrijk, Oostenrijk, Italië en Griekenland vallen onder deze noemer. Een conflict is dus onvermijdelijk.