1 Milquet = 1 De Wever in het Kwadraat

Als zowel Joëlle Milquet als Bart de Wever dan toch als prototypes van de onredelijke politicus door het leven moeten gaan, kunnen we hun namen even goed gebruiken als maat van onredelijkheid. Wie bovendien Joëlle Milquet aan de gang zag na het overbrengen van de Franstalige communautaire eisen aan Yves Leterme zal het er ook niet moeilijk mee hebben haar naam te verbinden aan arrogantie. We hebben dan ook meteen het verband tussen arrogantie en onredelijkheid: 1 Milquet (arrogantie) komt overeen met 1 De Wever (onredelijkheid) in het kwadraat.

Volgens de Franstaligen is Bart de Wever (en met hem voorlopig ook de rest van de Vlaamse onderhandelaars) onredelijk omdat hij een aantal bevoegdheden van het federale naar het regionale niveau wil verschuiven. Onredelijk? Eigenlijk eist hij niet meer dan dat de Vlamingen in een aantal cruciale materies eindelijk zélf beslissingen zouden kunnen nemen, zonder Franstalige inmenging. Met als neveneffect dat ook de Franstaligen hun eigen boontjes zullen kunnen doppen. Met hun weigering zijn de Franstaligen klaarblijkelijk van mening dat dit een gevaarlijke zaak is, maar de enige reden die ik kan bedenken die niet uitgaat van een congenitale imperialistische drang van de Franstaligen om baas te blijven spelen in Vlaanderen is de volgende: angst dat de Vlamingen wel eens een beleid zouden kunnen uitstippelen dat beter is dan wat ze zelf kunnen bedenken. De psychose en de complexen waar de Franstalige politici vandaag mee geplaagd zitten is hoe dan ook voer voor psychologen.

De eisen van Joëlle Milquet zijn echter van een andere categorie: verschuiving van de taalgrens en opheffing van de taalpariteit in Brussel. En haar optreden voor de camera's toonde duidelijk aan dat die eisen meer als provocatie aan het adres van de Vlamingen dienst moesten doen dan als echte eisen aan een onderhandelingstafel. Het was haar aan te zien dat zij zich danig op haar ziel getrapt voelde omdat zij, als Franstalige, ondertussen al een volle drie weken aan tafel had moeten zitten met die boerenpummels van een Vlamingen die dan nog het lef hebben te weigeren hun verkiezingsbeloftes zomaar in te slikken op het signaal van haar vingerknip. Maak dat mee, en, erger nog, ten koste van een vakantie in het Zuiden van la douce France dan nog wel!

Hoe dan ook, haar eisen kunnen gemakkelijk uitgedrukt worden in vierkante kilometers: 161,4 km² voor het Brusselse Gewest en 50,78 km² voor de zes faciliteitengemeenten. Was Vlaanderen een soevereine staat geweest, had men al lang het Vlaams Parlement bij hoogdringendheid bijeengeroepen om deze claim te bespreken – en in duidelijke taal te verwerpen. Het is opmerkelijk dat voorzitster Marleen Vanderpoorten dat nog niet gedaan heeft, ook al is zij lid van diezelfde Open Vld die nu al enkele weken de ene straffe Vlaamse verklaringen na de andere aflegt. Misschien is het nog niet tot in Lier doorgedrongen dat partijvoorzitter Bart Somers zijn gewaden van flamingante Belg (wie herinnert het zich nog?) heeft afgelegd. En zo lang is de afstand tussen Mechelen en Lier nu ook weer niet.

Maar om terug te keren naar de eisen van Bart de Wever en Joëlle Milquet: waar ik de eisen van Bart de Wever opvat als eerder lineair, zijn die van Joëlle Milquet duidelijk op meer oppervlakte –durf ik «Lebensraum» schrijven?– voor de Franstaligen gericht. Daarom ook dat ik durf te stellen dat als Bart de Wever onredelijk is, Joëlle Milquet onredelijk in het kwadraat is. Wat koning Albert II haar verteld heeft tijdens de audiëntie op kasteel Belvedère weet ik niet, maar tenzij hij partij voor de Franstaligen heeft gekozen, moet hij haar eens goed ingepeperd hebben dat zulke claims voor meer grondgebied zeker niet evenredig met de Vlaamse communautaire eisen kunnen genoemd worden, en beter opgeborgen worden als zij nog van plan is ooit deel uit te maken van een Belgische federale regering. Heeft hij dat niet gedaan, dan rest Yves Leterme nog slechts één keuze wanneer hij op zijn beurt ontvangen zal worden in audiëntie: zijn ontslag als formateur in te dienen, vervolgens zijn partijvoorzitter de opdracht te geven samen met N-VA en het Vlaams Belang (en graag ook Open Vld, als zij het tenminste echt meenden met hun Vlaamse retoriek van de laatste weken) de onafhankelijkheid uit te roepen in het Vlaams Parlement, en hem voorlopig te laten installeren als president van de Vlaamse republiek tot er presidentsverkiezingen gehouden zijn later dit jaar. Ik kan me immers niet inbeelden dat een fatsoenlijk man en een fatsoenlijke partij verder nog iets te maken zouden willen hebben met het Franstalige geboefte dat nog steeds niet geleerd heeft de grenzen van Vlaanderen te respecteren.

geboefte

En ik ben akkoord met het woord "geboefte".  Bij de eerste lectuur vond ik het nog al een beetje sterk uitgedrukt, zeker als het uit de pen van F. van Laenen komt en ik hield me dan ook een tijdje onledig met het zoeken naar mildere woorden om de dames en heren aan de franstalige kant van de onderhandelingstafel te definiëren,  maar "zootje", "gespuis" of "janhagel" zijn niet echt mildere woorden.

Toen dacht ik aan "ondoordachte saboteurs" of "onwillige mensen" of nog -wat Milquet betreft - "harde tante", maar kwam tot de conclusie dat men hierdoor in het "understatement" zou belanden dat, als stijlfiguur, mijn absolute goedkeuring meedraagt maar dat hier niet zou gepast hebben in de algehele teneur van het stuk.

F. van Laenen koos het juiste woord.  Al mijn denkwerk is voor niets geweest...

Neen, "geboefte" is het perfecte woord