Wier Neerlands bloed...

Wanneer ik ’s zaterdags of ’s zondags naar Nederland rijd via de E19 (in de week is dat bijna niet meer mogelijk) kan ik natuurlijk niet naast de hordes Zeeuwen, Noordbrabanders en Hollanders aan de overkant kijken die naar Antwerpen, Brussel, Mechelen of Gent stormen. Voorbij Breda zie ik op mijn rijvak nog nauwelijks één auto met een rood-wit nummerbord. In Amsterdam kan je nog wel eens op een eenzame Vlaming botsen maar in Leiden, Haarlem, Dordrecht of Zierikzee, stuk voor stuk prachtsteden, vind je ze zelfs met de legendarische lantaarn niet.

Alleen tijdens het bloemenseizoen bots je op ruime Vlaamse delegaties in het Keukenhof en zelfs daar doen ze niet de moeite om wat behoorlijk Nederlands te spreken en gaat het in de self-service van “kannekik madame ne croquemonsieur hemme?” (= een tosti, zoals we dat met een echt Nederlands woord zeggen). Het is veelbetekenend dat Vlamingen denken dat Breda en Maastricht (misschien de allermooiste Nederlandse stad) in “Holland” liggen. Dat komt natuurlijk ook door een paar eeuwen Hollandse (deze keer zonder haakjes) minachting voor dat achterlijk landje ten zuiden van het veroverde Noord-Brabant, maar dat komt ook door ons onderwijs en ons minderwaardigheidscomplex.

Zelfs bij hen die vaagjes denken aan een confederatie met Nederland, of bij een oudere generatie die zich nog “Dietsland” herinnert, is de praktische terreinkennis van Nederland bijna nihil. We klagen dikwijls, en terecht, dat Nederlanders en speciaal Hollanders geen idee hebben van onze situatie en onze geschiedenis, maar we zijn in hetzelfde bedje ziek. Hoeveel Vlamingen hebben er enig idee van wie graaf Floris (“der keerlen Gods”), Willem III of Thorbecke was (en die doceerde dan nog in Gent): alle drie iconen uit de Nederlandse geschiedenis.

Ik kan dus niet warm genoeg “Het vooroudergevoel – De vaderlandse Geschiedenis” aanbevelen, geschreven door journalist Jan Blokker en zijn twee historici-zonen Jan Jr. en Bas. (Uitgeverij Contact, 230 pagina’s, 35 €). Blokker (geboren 1927) was ooit hoofdredacteur van de zondagavond VPRO-actualiteitenprogramma’s, schrijft nog altijd columns voor De Volkskrant en heeft iedere vrijdag een vaste historische boekenrubriek ‘Als de dag van gisteren’ in de boekenbijlage van de krant.

In de jaren 80 en 90 was hij één van de belangrijkste opiniemakers in Nederland. Hoe belangrijk ondervond ikzelf. Op een dag stonden een paar directieleden van de Nederlandse educatieve zendgemachtigde Teleac in mijn bureau. Blokker had blijkbaar met enig plezier naar één van mijn programma’s over Amerikaanse geschiedenis gekeken en er een paar waarderende zinnen aan gewijd in een column. Teleac kocht prompt de programma’s en het was het begin van een lange samenwerking.

Het boek van de familie Blokker is een enorm succes in Nederland (4 drukken in 4 maanden), want ook daar schort entwat aan de kennis over de eigen geschiedenis. “Wonderschoon” is een passend “Hollands” woord voor de vormgeving. In feite is het boek voor een deel gebouwd rond de kleurenafbeeldingen van schoolplaten. Illustrator Johan Herman Isings (1884-1974) vervaardigde tussen 1911 en 1969 43 prachtige platen voor de firma Wolters en drie generaties Nederlanders kregen met behulp van de platen “aanschouwelijk geschiedenisonderwijs”. Jeugdsentiment is dus medeverantwoordelijk voor het gigantisch verkoopsucces.

Als oudere Vlaming denk je natuurlijk terug aan de platen in je eigen school, die zoveel slordiger geschilderd waren, zo veel minder rijke details toonden, zoveel minder een verhaal op zich waren. U kan ze zelf bekijken op Gent.be/schoolvantoen en u merkt direct het verschil met de prachtige platen van Isings (juist zoals de Vlaamse jeugdboeken in de jaren vijftig ook zoveel slordiger en minder mooi geïllustreerd waren dan de Nederlandse boeken). Het boek is alleen al zijn aankoop waard voor de Issingsplaten omdat hij een zwak had voor oude, middeleeuwse en nieuwe tijden en dus even goed bruikbaar zijn in het huidige Vlaanderen of er zelfs gesitueerd zijn. Maar ook de latere platen zijn dikwijls algemeen (Bonaparte in Moskou, Gevangenen op weg naar een concentratiekamp).

Maar er is natuurlijk ook de tekst. Geen geneuzel met details, maar de grote lijn. Geen lonen- en prijzenlijsten, maar ieder hoofdstuk een vlot en boeiend verhaal dat meestal aan een plaat en een bekende voorouder wordt opgehangen. Vlaamse lezers kunnen daar hun voordeel mee doen, want altijd zijn er wel aanknooppunten met de eigen geschiedenis of met de eigen hoofdrolspelers en er zijn maar weinig namen (misschien Sarphati) die geen vaag Vlaams belletje doen rinkelen. Vooral Jan Sr. schrijft spannend en is nooit te beroerd om her en der een vraagteken te plaatsen bij de echte intenties van “grote” Nederlanders. Hij  kan verschrikkelijk goed synthetiseren. Als je de paar  bladzijden over Willem de Zwijger (een vlotte tateraar volgens Blokker die alleen maar zweeg over zijn plannen) leest, weet je evenveel als na de lectuur van de dikke turven van Cazaux of van Roosbroeck.

Blokker weet verdraaid goed dat Nederland een heel recent begrip is en zijn wortels heeft in de oude “landen van herwaarts over”. Vlaanderen en Brabant en hun steden zijn dan ook nooit ver weg in zijn verhaal en ik heb hem maar één keer betrapt op een foute benaming (Mercksem in plaats van Merksem) waar Nederlanders dikwijls zo sterk in zijn omdat ze Engelse of Franse boeken geraadpleegd hebben en denken dat Vilvorde, Courtrai of Ypres nog altijd bestaan.

Het voetenwerk van Jan Jr. is heel wat minder secuur, want die denkt dat de in Sarajevo vermoorde Franz Ferdinand de zoon in plaats van de neef van Franz Joseph was. En bij hem “capituleren” de Duitse legers in de 1ste wereldoorlog terwijl ze in de werkelijkheid een wapenstilstand sloten en zeker aan het Oostfront waar ze de oorlog wonnen, zich niet overgaven. De laatste illustratie in het boek behandelt de oorlog en het hoofdstuk dat Jan Sr. aan de bezetting wijdt is misschien wel het beste van allemaal omdat Blokker met eenvoudige voorbeelden bewijst dat ook in de oorlog het gewone leven met zijn dagelijkse sleur verder ging. Blokker verheft die oorlog zeker niet tot een homerische strijd tussen goed en kwaad die vandaag nog relevant is.

De geschiedenis van Nederland eindigt natuurlijk niet in 1945 en het boek gaat lekker verder ondanks er geen prenten meer zijn. Zelfs de moord op Theo van Gogh staat er nog in. Kortom, een aanrader voor iedere confederale of orangistische Vlaming en een must voor al de anderen. En als de Nederlanders nu ook eens de moeite om niet alleen alle Vlaamse cafés, speelparken, musea, kerken en kastelen te bezoeken maar ook nog iets zouden lezen over onze geschiedenis, dan zijn we op de goede weg.

"Holland" en "Vlaanderen"

"Het is veelbetekenend dat Vlamingen denken dat Breda en Maastricht
(misschien de allermooiste Nederlandse stad) in “Holland” liggen."

 

Evenzo denken vele Nederlanders (en anderen) dat steden als Leuven of Hasselt in "Vlaanderen" liggen...
 

Een interessante bruid ...

En als de Nederlanders nu ook eens de moeite om niet alleen alle
Vlaamse cafés, speelparken, musea, kerken en kastelen te bezoeken maar
ook nog iets zouden lezen over onze geschiedenis, dan zijn we op de
goede weg.

En zeker wanneer ze Vlaanderen anders gaan bekijken dan een "interessante bruid" - maar dan zijn ze geen Hollanders meer ....