De Europese Unie Kostte België 711 Miljoen Euro in 2006

Dit artikel werd geschreven door Vincent De Roeck.

Enkele weken geleden werden de officiële cijfers van de bijdragen van alle lidstaten aan de Europese Unie in het jaar 2006 bekend gemaakt door de Europese Commissie. Voor België en Vlaanderen waren deze naar aloude gewoonte zéér onthutsend: België betaalde in 2006 maar liefst 711 miljoen euro méér aan de Europese Unie dan het zélf rechtstreeks terugkreeg.

Nochtans bestaat er een foutieve idee-fixe in de Belgische publieke opinie dat ons land (veel) méér zou terugkrijgen van de Europese Unie dan het er zelf insteekt. Vaak wordt dan verwezen naar de gigantische budgetten die Brussel krijgt om zijn taak als Europese hoofdstad met degelijkheid en waardigheid te kunnen uitoefenen. Eurofielen pretenderen dat 15% van het BNP van de stad Brussel rechtstreeks gegenereerd wordt door de EU, maar zij kunnen dat naar aloude Europese gewoonte met niets staven, omdat het uitsluitend gaat om subjectieve en onrechtstreekse inkomsten, die bijgevolg onmeetbaar zijn, en dus statistisch irrelevant. Waarvoor dat EU-geld dan precies gebruikt zou worden, weet ook al niemand. We kunnen de impact van die zogenaamde monstersubsidies toch zéér goed zien in gemeenten als Schaarbeek en Sint-Joost-Ten-Node, of op dagen als 11 september 2007 wanneer de overbetaalde overuitgeruste robocob-flikken voor de ogen van de internationale gemeenschap vreedzame betogers molesteren.

Netto-betaler België gaat Nederland achterna

In 2006 was België in de Europese Unie één van het toenemende aantal netto-betalers, en eigenlijk nog niet eens een kleine netto-betaler. Het netto-saldo voor België bedroeg in 2006 maar liefst 710,9 miljoen euro oftewel 0,23 procent van het Belgische Bruto Nationaal Inkomen (BNI). Procentueel is en blijft Nederland ook in 2006 de grootste netto-betaler, temeer daar andere gezonde - en dus min of meer subsidievrije - economieën zoals het Verenigd Koninkrijk vroeger al een fikse korting op hun bijdragen bedongen hebben en het toenmalige “Europositieve” Nederland niet. Zij zitten nu met de gebakken peren. In Nederland bedroeg de netto-bijdrage in 2006 zelfs 0,47 procent van het BNI. Volgens het Nederlands Libertarisch Centrum kostte het EU-lidmaatschap Nederland tussen 2002 en 2006 maar liefst 20 miljard euro, oftewel 2,800 euro per Nederlands gezin. Zweden (met 0,28 procent) en Duitsland (met 0,27 procent) hebben de twijfelachtige eer om respectievelijk de tweede en derde grootste netto-betaler van de Europese Unie te zijn.

De Belgische netto-bijdrage van 0,23 procent mag vandaag dan al wel zéér hoog lijken, toch was het de afgelopen jaren zelfs nog rampzaliger. Zowel in 2001 als in 2003 ging het uitzonderlijke bedrag van 0,28 procent van het Belgische BNI naar de Europese Unie, en om helemaal kippenvel te krijgen, blijkt uit de cijfers van de Europese Commissie dat de netto-bijdrage van België sinds 2005 jaar na jaar opnieuw aan het stijgen is. België is dus één van die baxters die de corrupte Europese bureaucratie in leven (moeten) houden, of die het voorbijgestreefde landbouwbeleid van Frankrijk en Polen (moeten) financieren.

Dit betekent dat de Belgische belastingbetaler - of laat ons in België eens voor één keer niet aan struisvogelpolitiek doen en de dingen benoemen zoals ze zijn: de Vlaamse belastingbetaler - opdraait voor de verspilzucht van de EU. Alleen de aanwezigheid van de EU-instellingen in Brussel en Luxemburg (met een zéér hoge relatieve welvaart in het Belgisch-Luxemburgse grensgebied rond Aarlen tot gevolg) kan de Belgische bijdragen nog enigszins vergoelijken.

In 2007 trad een nieuw “meerjarenplan” van de Unie in voege, ook al is dat “meerjarenplan” ongetwijfeld veelal een kwestie om de 25,000 ambtenaren van de Europese Commissie toch nog enigszins bezig te kunnen houden, want verder heeft zo’n gigantische Napoleontische administratie geen nut. Op de Europese Raad van december 2005 hebben de vier grootste netto-betalers Nederland, Zweden, Duitsland en Oostenrijk immers bedongen dat ze voor de periode 2007-2014 een korting op hun bijdragen zouden krijgen. Volgens het Planbureau zal die korting voor België een meerkost van 0,11 procent over de ganse periode 2007-2014 betekenen, oftewel nogmaals de Vlaamse belastingbetaler degraderen tot een citroen die uitgeperst mag (en moet) worden om de “gulle” Europese monsterstaat te voeden. Want laat ons eerlijk zijn: gul is ze wel… voor de anderen.

België financiert de Britse korting

Ik moet ook nog ter herinnering brengen dat België daarenboven vorig jaar alleen al (in 2006) meer dan 249 miljoen euro betaalde om de oude Britse korting op hun bijdragen mee te financieren. De Britse korting bedroeg in 2006 maar liefst 5,2 miljard euro. In 2007 zal de Britse korting volgens het meerjarenplan verder oplopen tot 7,1 miljard euro, wat neerkomt op hetzelfde niveau als in 2001.

Nu heb ik persoonlijk niets tegen de Britse korting ansich, het is natuurlijk wel des te pijnlijker te moeten constateren dat hun korting de overige netto-betalers nog meer doet afdragen. Maar laat dit anders eens geen verwijt naar het adres van de Britten zijn, maar eerder een incentive voor onze Eurofiele leiders om eindelijk ook misschien eens hun tanden te laten zien in de Europese Raad in plaats van de EU te verheerlijken en alles wat de Eurocraten zeggen zonder slag of stoot te aanvaarden. Politieke moed is zelfs niet eens het juiste woord voor zo’n ingesteldheid. Gezond verstand is dat wel.

De kans is trouwens groot dat België de volgende jaren verder zal evolueren tot één van de grootste netto-betalers van de ganse Europese Unie, en dit dus ondanks de massale giften van de Unie aan Brussel en de gegenereerde meerwaarde van de EU-aanwezigheid in Luxemburg in de Belgische grensgebieden. Prognoses van o.a. de denktank Open Europe wijzen ook in die richting. Aan dit tempo zou de jaarlijkse Belgische netto-bijdrage aan de Europese Unie tegen het jaar 2015 oplopen tot 0,3% van het totale Belgische BNI.

Volgens de van oorsprong Britse denktank Open Europe - die geheel terecht natuurlijk zijn handen wil afhouden van de huidige Britse voorkeursbehandeling binnen de EU - draagt België ook een onevenredig groot deel van de Thatcher's Rebate. Open Europe stelt dat België 4,7 procent van de Britse korting compenseert, terwijl het Belgische gewicht in het totale Europees BNI slechts 2,8 procent bedraagt. Zweden heeft bijvoorbeeld een vergelijkbaar gewicht in het totale Europees BNI, maar hoest in tegenstelling tot België slechts 0,8 procent van de Britse korting op.

Omdat de Britse korting op de bijdragen pas vanaf 2009 substantieel begint te dalen (als de Britten de Europese Unie daartegen nog geen vaarwel gezegd hebben natuurlijk), ziet het er naar uit dat België in 2007 en 2008 nog meer dan vroeger aan de Unie zal afdragen. Analisten zijn het erover eens dat de jaren 2007 en 2008 ongetwijfeld recordjaren voor de Belgische EU-bijdragen worden.

Vanaf 2009 rekent iedereen op een daling van de Belgische bijdrage, o.a. omwille van het afbouwen van de Britse korting en omdat het Europees budget dan structureel zou moeten dalen. Natuurlijk kan deze vooropgestelde “structurele daling” (Europraat voor “we beloven veel in de toekomst, maar als puntje bij paaltje komt, herroepen we de ganse boel toch”) achteraf maar een loze belofte blijken, maar dat zijn we van de EUSSR tegenwoordig al wel gewend.

De betalingskredieten, die volgens de Europese Raad en het compromis van december 2005, in 2007 nog 1,06 procent van het Europees BNI mogen bedragen, zullen tegen 2013 tot 0,94 procent teruggebracht moeten worden. De denktank Open Europe verwerpt echter deze voorspellingen en gaat in zijn recentste rapporten uit van een lineaire stijging van de Belgische netto-bijdrage tot zeker nog 2015.

Een nieuw EU-jaar, een nieuwe EU-fraude

Nadat in september traditiegetrouw de cijfers van de EU-bijdragen bekend gemaakt worden door de Europese Commissie, en deze cijfers traditiegetrouw langs alle kanten door (Eurosceptische) analisten aangevallen worden als onnauwkeurig en onvolledig, is het nu naar aloude gewoonte rustig afwachten op het jaarlijkse controlerapport van de Europese Rekenkamer dat meestal ergens in medio november voorgesteld zal worden, waarna het Europees Parlement de jaarrekeningen moet goedkeuren. Maar daar wringt net het schoentje: De Europese Rekenkamer heeft de Europese boekhouding immers al twaalf jaar op rij afgewezen wegens inadequate boekhoudingtechnieken en frauduleus budgetbeheer.

Alles wijst er ook op dat de Rekenkamer de EU-rekeningen ook dit jaar voor de 13de maal zal verwerpen, voor exact dezelfde redenen als de voorbije twaalf jaar. Er is immers in die 13 jaren nog altijd niets veranderd binnen de Eurocratie. De EU weigert bijvoorbeeld nog steeds om een dubbele boekhouding bij te houden, hoewel ze alle bedrijven in Europa dat wel verplicht. Maar laat ons geen illusies maken: het negatief novemberrapport zal de pers tien tegen één zelfs niet eens halen, of verdwijnen in de kort-secties van onze dagbladen. Voor de pers is het nieuwe er immers al af na twaalf afwijzingen. En net zoals de voorbije twaalf jaren zal het Europees Parlement het negatief rapport waarschijnlijk gewoon naast zich neerleggen en de jaarrekeningen, hoe frauduleus en inaccuraat die ook mogen zijn, goedkeuren.

De denktank Open Europe gaat in zijn rapporten uit van een geschatte verspilling van 25% van alle Europese middelen aan interne werking en dito bureaucratie, en aan de frauduleuze uitgaven. En niemand die Open Europe durft tegenspreken, met dank daarvoor trouwens aan net die ontransparante Europese boekhoudingen.

“Better off out”

De conclusie die ik uit dit alles moet trekken, daarenboven nog goed wetende dat ook de Brusselse veiligheidsonkosten voor de EU-instellingen en -bijeenkomsten niet eens in het netto-bedrag van 711 miljoen euro per jaar vervat zitten, is allesbehalve positief. Deze cijfers zouden een “wake-up call” voor de Belgische burgers moeten zijn, maar het Eurocomplot heeft de touwtjes maar al té strak in handen. De burgers weten dit niet, of zijn er niet in geïnteresseerd. En waarom zouden ze ook? Hun mening telt toch niet. De zuurverdiende centen van de Europese belastingbetalers dienen dus eigenlijk al lang niet meer de Europese gedachte, maar uitsluitend nog maar het Europese instituut en het tot elke prijs in stand houden ervan. Net zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland is België dus wel degelijk “better off out”.