Laat Allah met Rust

De Arabische leuze “Allah Akbar!” is een heuse samenvatting van de hele islamitische theologie. Het islamdebat is vandaag al zover gevorderd dat uiteenlopende stemmen als paus Benedictus XVI en het Belgisch letterkundig duo Benno Barnard & Geert van Istendael hierover terzake komen. Hun critici, de pleitbezorgers van de islam, hebben van serieuze leerstellige vraagstukken geen kaas gegeten, dus krijgt die godsdienst hier – vergeef de uitdrukking – een advocaat van de duivel. Nee, het godsbeeld van de mohammedanen is niét de oorzaak van fanatisme, achterlijkheid en onrecht.

Vooraf even een klein misverstand opruimen: vaak wordt deze leuze weergegeven als “Allah Akhbar”. Dat is een vergissing. “Akhbar” is de Engelse schrijfwijze van Achbaar, “inlichting, nieuws”. Zo is er is diverse moslimlanden een krant die al-Achbaar heet, “het Nieuws”. Van dezelfde stam Ch-B-R is een ander bekend woord afgeleid, een met een sinistere bijklank: Moechaabarat, “inlichtingendienst”, geheime politie. Maar dat heeft dus niets met Akbar te maken. Akbar is de vergrotende trap van Kabier, “groot”. In het Arabisch geldt de vergrotende trap zonder vergelijkingsterm als overtreffende trap: letterlijk “God is groter”, vandaar “God is groter dan eender wie/wat”, “God is de grootste”. Een causatief afgeleide is Takbier, “grootverklaring”, analoog aan bv. Takfier, “tot-Kafir/ongelovige-verklaring”, excommunicatie uit de islam, of Tawhied, “tot-Wahid/één-verklaring”, “zeggen dat God één is”, monotheïsme. Takbier is de technische benaming voor de uitdrukking “Allah Akbar”.

De islam leert dat God boven Zijn schepping staat, boven het heelal, dus per definitie boven eender wat. De paus heeft in zijn befaamde rede te Regensburg gesteld dat het christendom met zijn Griekse erfenis principieel God met de rede verzoent, terwijl de islam God tot ver boven de redelijk bevattelijke natuurwetten uitsteekt. Deze paus staat bekend als eerder skeptisch aangelegd, hij betwijfelt bv. de Mariaverschijningen en oppert dat de kinderen in kwestie het zich ingebeeld kunnen hebben. Herders van een religieuze gemeenschap weten uit ondervinding dat godsdienst wel eens mensen aantrekt die zichzelf heel bijzondere gaven en ervaring toedichten (vandaar het nut van een leergezag om lieden wier vroomheid hen naar het hoofd stijgt, wat af te koelen). Wonderen zijn per definitie een overtroeven van de natuurwetten, en dat kan geen kleinigheid zijn. Zij doen in ieder geval ernstige theologische vragen rijzen.

Nochtans erkent het christendom het bestaan van wonderen. De evangeliën schrijven aan Jezus een reeks wonderen toe, en die gelden doorgaans als bewijs van zijn goddelijke natuur. Het definiërende mirakel van de verrijzenis hangt samen met Jezus’ goddelijkheid, net als zijn hemelvaart. Anderzijds erkent de katholieke Kerk ook wonderen door heiligen, het is zelfs de test voor heiligverklaring. Moslims en joden beschouwen dat als één van de heidense restanten (naast voornamelijk de drievuldigheid en de menswording) die het christendom en vooral het katholicisme van het zuivere monotheïsme vervreemd hebben. Het joodse standpunt bleek nog eens tijdens het draaien van de film Prince of Egypt, toen het themalied op aangeven van geraadpleegde rabbijnen gewijzigd werd van “You can do miracles when you believe” in “There can be miracles when you believe”. De gelovige kan immers nooit wonderen doen, alleen God kan dat. God is niet gebonden door de natuurwet die Zijn schepping beheerst.

Wat dan de islam betreft, spijts zijn wonderbaarlijke hemelreis liet Mohammed zich niet uitdagen tot het produceren van een wonder. Volgens hem waren de koranverzen het enige wonder dat telde. De nederdaling van Gods woord op aarde is welbeschouwd inderdaad een ingreep van de bovennatuur in de natuur. Maar het grote mirakel is volgens de islam de schepping zelf. Wilt u een bewijs dat Allah bestaat? Kijk dan rondom u. Daar is immers ongelooflijkerwijze niet niets, maar iets. De creatio ex nihilo, de overgang van niets naar iets, is zonder twijfel een krasse inbreuk op de natuurwetten, volgens dewelke “rien ne se perd, rien ne se crée”.

De pauselijke uiteenzetting is een moeilijke tekst, die we hier niet in de gauwte willen ontleden en duiden. Blijkens de berichtgeving in ernstige media begrijpt men er vooral van dat het christelijke godsbeeld zodanig is dat het de rede en een zekere redelijke kenbaarheid van God mogelijk maakt. Dat zou in tegenstelling staan met het islamitische godsbeeld, dat Allah als een grillige en irrationele figuur opvat. Niet karakterieel grillig zoals Jahweh, maar principieel grillig in de zin van: onttrokken aan de rede. De pauselijke boodschap werd op applaus onthaald in conservatieve en islamkritische kringen, waar men dit inzicht in verband bracht met het tegengestelde wedervaren van de wetenschap in beide cultuurkringen. Het christendom bracht haar aanvankelijk tot stilstand (sluiting van de platoonse Academie, moord op de wiskundige en filosofe Hypatia e.d.), maar na de vertering van het Grieks-Romeinse erfgoed brachten priesters als Copernicus en Mendel en godzoekers als Descartes, Newton, Leibniz e.v.a. haar tot een ongekende bloei. De islam teerde aanvankelijk op een laatste opflakkering van hellenistische hoogcultuur maar zodra hij de geesten echt in zijn greep kreeg, doofde de vlam van het wetenschappelijk onderzoek in de islamwereld volledig.

Iets gelijkaardigs hebben inmiddels ook twee inheemse woordkunstenaars betoogd, Benno Barnard en Geert Van Istendael. Over de levensbeschouwelijke ontwikkeling van deze laatste heb ik geen recente informatie, die van eerstgenoemde heeft iedereen echter kunnen volgen in zijn wekelijkse column in Knack. Hij schijnt een christelijk en met name een keuze-anglicaans agnost te zijn, één van die hippe combinaties die het postseculiere tijdvak kleur geven. Samen hebben ze enkele taboes inzake de islam doorbroken in hun opiniestuk “Bericht aan weldenkend links: Waarom wij het hoofddoekenverbod verdedigen” (De Standaard, 2-2-2008).

Zeg niet dat er in Vlaanderen geen debatcultuur bestaat, want hun stuk kreeg antwoorden van ondermeer prof. Herman De Ley, Mia Doornaert en Walter Zinzen, en was zelf al een wederwoord op kritiek vanwege niet nader genoemde linksen op hun reactie op een petitie tegen het hoofddoekenverbod in Vlaamse administraties. Daarin hadden de twee geschreven dat “weldenkend links onze islamitische zusters in de steek liet” en dat “de meeste linkse intellectuelen niets schenen af te weten van de islam”. (Nou, we zullen maar hopen dat het inderdaad om onwetendheid gaat. Diezelfde intellectuelen hebben ooit bij volle bewustzijn allerhande marxistische massamoordenaars toegejuicht, dus waarom dan niet juichen bij de neerhaling van de kapitalistische Twin Towers of de verhoopte moord op dat islamofobe kreng van een Ayaan Hirsi Ali?)

Gewoonlijk eindigt zulke polemiek bij de bekende standpunten inzake multiculturele “verrijking” en xenofobe “vooroordelen”, en een trouwbetuiging aan resp. kanttekeningen bij de lekenstaat. Dit keer willen de schrijvers echter niet aan de institutionele oppervlakte blijven: “Wat wij en vele andere fatsoenlijke en niet geheel irrationele intellectuelen bedoelen, is dat de discussie ook over het wezen van de islam moet gaan. Veel linkse vrienden verkiezen een blakende onwetendheid omtrent die godsdienst. Maar het is absoluut noodzakelijk te begrijpen dat onze termen – al onze dierbare civiele vrijheden, waar het neutraliteitsbeginsel een structurerend principe van is – betekenisloos zijn binnen de theologische ruimte van de Profeet.”

Dat stukje over “theologische ruimte” klinkt heel diepzinnig en had zeker wat nadere uitleg verdiend, maar in het korte bestek van een vrije tribune doen zij meteen nog een volgende sprong: “De islam verkondigt een volstrekt andere visie op de religieuze en politieke werkelijkheid dan het jodendom en christendom, de godsdiensten waarop de Profeet zich gebaseerd heeft en die hij in zijn Koran te vuur en te zwaard bestrijdt. Het allerfundamenteelste verschil bestaat in de theologische kern: de god van Abraham en Christus is onderworpen aan de gerechtigheid. (…) Allah daarentegen is boven alles verheven, inclusief de gerechtigheid.”

Het godsbeeld in de islam is inderdaad zeer radicaal. God is volledig anders dan Zijn schepselen, en mag nooit naar hun niveau neergehaald worden. Joden en christenen zullen die woorden desgevraagd wel beamen, maar in feite zondigen zij ertegen: hun doctrine van het uitverkoren volk resp. van Gods eniggeboren zoon verstrikt God in mensenzaken. En hun modernistische woordvoerders gaan nog verder, met dichterlijke frasen van het genre: “God heeft de mens nodig.” Onzin! Allah is onpeilbaar ouder en ruimer dan eender welk mensenwerk of mensenbesogne. Wat je ook bedenkt, volgens de islam is Allah altijd groter. Weliswaar wordt Allah in het lijstje van Zijn “honderd namen” in antropomorfe beschreven, en wordt Hij ook ettelijke keren om Zijn gerechtigheid geprezen (zoals Herman De Ley terecht opmerkt), maar vanuit dat radicale godsbeeld redenerend, zou je inderdaad kunnen zeggen dat “Allah boven de gerechtigheid verheven is”.

Moslims die hun zaak kennen, zullen dit ook gemakkelijk kunnen verdedigen. De natuurwetten, ook zogenaamde ethische wetten, zijn deel van Gods schepping, en zijn in die zin aan Hem onderworpen. De stelling dat “God onderworpen is aan de gerechtigheid” is een echo van het oudere heidense geloof dat zelfs de goden onderworpen zijn aan de kosmische wetmatigheid, Grieks anankè of Sanskrit karma. Voor moslims is ze strijdig met het consequente monotheïsme (tawhied). Overigens zou ik niet meteen durven bevestigen dat christenen en joden die stelling inderdaad belijden. Mogelijk gaat het om een poging van Barnard, zijn geloof in lijn te brengen met moderne bekommernissen zoals de “sociale rechtvaardigheid”, waarmee doorgaans het egalitarisme bedoeld wordt. Zoals homo-activisten Jezus per se als homo willen opeisen, zo willen sommigen God zelf aan hun politieke normen onderwerpen.

Het doet echter geen afbreuk aan onze plicht tot gerechtheid indien men God niet aan die norm tracht te onderwerpen. Gerechtigheid is bij uitstek een menselijke deugd, de mens heeft zulke leefregels nodig, God niet. God willen inpakken in menselijke normen, zoals gerechtigheid, is logisch ongerijmd en aanmatigend. Het is te verwerpen als een vorm van hoogmoed. Als joden en heidenen, christenen en moslims het over één zaak eens zijn, dan wel dat hoogmoed de fundamenteelste zonde is. Het is bovendien lichtelijk komisch, aan God dezelfde eis stellen die Hij aan de mens stelt. Alsof je de kaartjesknipper die je om je treinkaartje vraagt, zou uitdagen om eerst eens zijn eigen treinkaartje boven te halen.

Sedert de hit van Adamo die tijdens de Zesdaagse oorlog veelvuldig uit de radio schalde, kent iedereen die uitdrukking “In sja’ Allah”, “Als God het wil”. Ook Barnard en Van Istendael: “En waar de god van Abraham en Christus de mens de vrije wil heeft geschonken, grijpt Allah permanent in. ‘Insjallah!’ is geen holle kreet, maar de uitdrukking van een elementaire overtuiging: alles, letterlijk alles, gebeurt omdat Allah het wil. Daarmee voert de islam ons via Mekka naar een interpretatie van de wereld terug die van lang voor het schrift dateert.”

De mentaliteit van gewone moslims wordt inderdaad gekenmerkt door een zekere lijdzaamheid, zij verdragen wat hen overkomt omdat God het blijkbaar gewild heeft. Dat is althans een indruk die ikzelf in moslimlanden heb opgedaan, net als talloze Europese reizigers uit de vorige eeuwen. En de koran is daarover zeer duidelijk: alles wat ons overkomt, maar ook alles wat wij doen, is door God voorbestemd. Heel wetenschappelijk: wat wij denken uit vrije wil te doen, blijkt bij nader toezien een gedetermineerd marionettengedrag te zijn, zo beweren ook moderne socio-, neuro- en psychologen. Het islamitisch fatalisme (taqdier) is alvast geen vooroordeel. Maar of dit noodwendig volgt uit het godsbeeld van de moslims? Zoals de auteurs zelf aangeven, dateert het van veel vroeger, uit vóór-islamitische culturen met uiteenlopende godsbeelden; en zoals net gezegd leren ook goddeloze wetenschappers iets gelijkaardigs. Mij dunkt dan ook dat Barnard en Van Istendael veel te veel willen afleiden uit het godsbeeld in de diverse levensbeschouwingen.

Vergelijkend onderzoek van verschillende religies, of van verschillende denkers binnen één religie, leert dat éénzelfde uitgangspunt tot heel verschillende gedragsvoorschriften kan aanleiding geven, en dat mensen met heel verschillende uitgangspunten het omgekeerd toch over de praktijk eens kunnen zijn. Mengzi leerde dat de mens van nature goed is, Xunzi meende eerder dat hij slecht is, maar beiden propageerden de confuciaanse waardering voor opvoeding, of die nu opgevat wordt als middel om het goede te ontplooien danwel om het slechte te temmen. Het geloof in één God is best verenigbaar met troosteloze stagnatie van de wetenschap óf juist met haar spectaculaire ontwikkeling. Het leidt niet noodzakelijk tot attitudes als het fatalisme noch tot instellingen als het kalifaat en de djihaad. In deze pleit ik dus vóór de oppervlakkigheid en tégen de zoektocht naar diepere grondslagen. Laat Allah met rust.

Toch stelt de islam een probleem, en de schrijvers hebben gelijk als zij dit in zijn leerstellige wezenskern situeren. Waar het hem dan precies in zit, is stof voor een andere discussie. Toch kunnen we hier al een serieuze hint geven, het antwoord in een notendop. Het probleem met de islam is niet Allah maar Mohammed.

Fijn dat u er weer bent,

Fijn dat u er weer bent, meneer Elst.
Helaas is dit stuk minder logisch dan we van u gewend zijn.
(1) Dat ideeën over gedetermineerd gedrag een vóór-islamitische oorsprong hebben en ook bij goddeloze wetenschappers voorkomen doet niets af aan het belang ervan binnen de islam.
(2) Dat A niet “noodzakelijk” tot B leidt betekent niet dat er geen verband is. Vroeger haalde u zelf het voorbeeld aan van het effect van alcohol op automobilisten, dat niet “noodzakelijk” tot ongelukken moet leiden.

Fijn betoog, maar...

...ik heb het altijd moeilijk als het over "het" godsbeeld van "de" islam of "het" christendom gaat.

Concreet: ten eerste gaat Mr Elst schromelijk kort door de bocht als die filosofisch onderbouwde, kritisch-rationele geloofsopvatting die wetenschappelijke inzichten koestert zoals weergegeven door 1 paus in 1 bepaald tijdskader als representatief voor de gehele christelijke traditie wordt voorgesteld. De geschiedenis van het christendom toont heel wat anders. Bovendien is "het" christendom anno 2008 snelst groeiend en politiek meest actueel door Pentecostal-kerken in Afrika, Azie en Zuid-Amerika. Creationisme, bijbelfundamentalisme, anti-intellectuele letterlijke geloofsopvattingen, misogynie en homohaat zijn daar net zo sterk als bij de gemiddelde salafi moslims.

Om "de" islam te herleiden tot een amorf geheel van abstracta die een totaal ongrijpbare en grillige godsfiguur omvatten, moet dhr Elst bovendien zowat de gehele geschiedenis van de islamitische geloofsleer negeren. Figuren als Ibn Arabi, Mulla Sadra, Suhrawardi, Al-Ghazali, of recenter Fazlur Rahman, Soroush, Sirhindi, Nasr, Abu Zayd,...de lijst kan lang gemaakt worden, en elkeen van deze figuren kan kritisch bediscussieerd worden, maar dat er geen intellectuele geschiedenis bestaat die godsbeeld en -ervaring heeft geschetst in evenveel facetten dan elke andere traditie klopt niet. 
En dat er "geen wonderen" voorkomen in de islam zou dhr Elst als Zuid-Azie specialist toch beter moeten weergeven. De volkse devotie van China tot Marokko staat bol van de wonderdoeners, gebedsgenezers,mirakelverhalen, pelgrimages naar heiligengraven enz de officiele leer van de scherpslijpers in Saoudi Arabie (en hun marionetten wereldwijd) bestrijdt dit reeds eeuwen, met matig succes.
Om "het christendom" te beschrijve n is blijkbaar de nodige nuance welkom in dit artikel, maar "de islam" mag weer heerlijk a-historisch, eenzijdig en simplistisch voorgeschoteld worden.
Blij dat u weer beter bent eveneens, mr Elst, maar ik hoop op beter schrijfwerk dan dit.   

@ Nataraja

Beste Nataraja, gezien jouw commentaar heb ik het artikel nog eens herlezen en ik moet je dringend aanraden hetzelfde te doen.
Dr. Elst is geen islam-liefhebber, dat is al lang duidelijk, maar dit artikel heeft me zeer verbaasd door zijn zeer scherpe analyse van de grondbeginselen der godsdiensten, in zeer weinig woorden.
Ik zou bijna zeggen dat ik 100% akkoord ga met het artikel en dat ben ik nooit voordien geweest met een islam-gebonden artikel van Dr. Elst.
Ik was ook verbaasd over de verschillende godsgedachten die hij in de verschillende godsdiensten vond, het sluit bijna volledig aan met wat ik over godsgedachten denk. Zijn commentaar over die uiting van de paus was niet bedoeld om die paus gelijk of ongelijk te geven, hij gaf gewoon weer wat die paus echt dacht. Natuurlijk zal Dr. Elst wel sympathie koesteren voor de rede van de paus, ze was perfect geschikt om de aanhangers van een redelijke God, waarin het christendom vast gelooft, volledig voldoening te geven. Ik heb Dr. Elst echter niet zo gelezen dat hij een voorkeur geeft aan dit of dat standpunt.
Dr. Elst heeft een grote binding met Indië en is als zodanig gedoemd om zeer kritisch te kijken naar de Islam. Ik vermoed dat hij weinig islamitische filosofen heeft ontmoet, er zijn er nog zeer weinig over.
Ik heb ze ontmoet in Pakistan, Indië, Egypte en Tunis.
Mijn ontmoetingen met die mensen waren levenservaringen die ik met plezier koester, maar ik ervoer ze niet als filosoof maar wel als mens tov andere mensen die ik toevallig heb ontmoet. Ik was zakenman en geen erudiet orientalist als Dr. Elst die het dan aan zichzelf verplicht is, en begrijpelijk, om dit verder uit te spitten.
Het gevoel dat ik kreeg was dezelfde levensblijheid die ik zou vinden bij christelijke geloofsbelijders zoals een Trappist of een Minderbroeder die zijn geloof echt beleeft. De meeste vreugde vond ik bij de Sufis waarbij ik echte levensblijheid heb gevonden. Dit was echter niet rationeel, filosofisch beredeneerd, dit was gewoon een geloofsbelevenis op basis van goedheid en vreugde, die me echter wel bewees dat dit ook in islam mogelijk was. Ik veronderstel, zonder zekerheid te hebben, dat Dr. Elst dit soort ervaringen in een islamitische omgeving nooit had en er daardoor niet over schrijft.
Wat hij echter in bovenstaand artikel schreef is compleet correct geobserveerd en is zeker niet anti-islam, integendeel.
Ik zelf ben er practisch van overtuigd dat de redelijkheid van God zijn eigen redelijkheid is en niet de onze. Onze "programmatie" staat het goede voor om deze wereld een kans tot overleven te geven maar de redelijkheid van het individu is werkelijk totaal afhankelijk van de wisselvalligheden van het lot binnen bepaalde zeer brede parameters.

Beste Traveller,

ik had het in mijn reactie niet zozeer over anti of pro, noch over het recht op observatie en empirisch waarneembare feiten. Elst gaf een theologische beschrijving van twee religies met conclusies over godsbeeld, en gaf enkele historische en sociologische elementen om zijn punt te maken.
Mijn enige kritiek (en uw reactie heeft me mijn reactie nog eens doen nalezen en ik hoop op mijn beurt dat u hetzelfde doet) is dat die ene opvatting van de paus als een weergave van "HET" christendom wordt voorgesteld, en dat klopt dus niet. Zeker niet hoe de huidige wereldkaart van het christendom eruit ziet.
Wat betreft islam: Dhr Elst mag dan al (ik betwijfel het maar goed) die filosofen/mystici/sufis/intellectuelen/... misschien nooit ontmoet hebben en geen eerste hand ervaringen gehad hebben, dat net iemand als hij het bestaan ervan niet zou kennen geloof ik niet. Het is wat mij betreft dus een duidelijk strategische keuze om "de" islam zo simplistisch weer te geven, en dat vind ik intellectueel niet eerlijk. Dat, en niks anders, was mijn reactie.
Laat ook verder duidelijk zijn dat ik dr Elst zn eruditie niet in vraag stel (integendeel eerder net omwille van) in mijn reactie.

Groetjes

Waanzin ten top.

Het is algemeen bekend tot wat waanzin kan leiden, of moeten we spreken van 'lijden'!
Als die favoriet van de islam, een zekere mohammed hier nu zou rondlopen, dan vloog hij het gevang in, levenslang, voor pedofilie.
Dat mensen in iets geloven, dat is hun recht, wij noemen dat godsdienstvrijheid, maar niemand, maar ook niemand heeft het recht ons iets op te dringen, of erger nog, iets te verplichten te geloven.
In dit terminale land gaat men die waanzin ook nog eens subsidiëren!!! Wie is hier nu hartstikke gek???