Rood revisionisme
From the desk of Koenraad Elst on Thu, 2008-03-06 10:29
Tegenwoordig betekent “revisionisme” vooral de herziening van overgeleverde zekerheden in de geschiedschrijving. In het Engels is dat een heel brede term, in het Nederlands geldt hij vooral de betwisting van aspecten van de holocaust. Bijvoorbeeld door Siegfried Verbeke, die wegens zijn druksels een tijdje in ’s konings gastenhuis verbleef. Terecht noemde Mark Grammens hem toen een “politiek gevangene”. Hoewel, strikt genomen is holocaustrevisionisme alleen een geschiedkundige en geen “politieke” overtuiging, want het trekt mensen aan met uiteenlopende politieke en ideologische engagementen: trotskisten en libertariërs, atheïsten en integristen, antisemieten en joden.
Maar revisionistisch in de geschiedkundige betekenis, én tegelijk door een politieke agenda geïnspireerd, was wel het boek Een andere kijk op Stalin van PvdA-voorzitter Ludo Martens, die de misdaden van Stalin deels ontkent en deels rechtvaardigt. Het is een goede zaak dat Martens daarvoor niet vervolgd is (noch Ergün Top voor twijfel aan de Armeense genocide, noch Guy Verhofstadt wegens leugens over de schuld voor de Rwandese genocide), want dat is nu eenmaal opinievrijheid. Maar in zekere zin is het ook jammer, vooral voor hemzelf: kan je een echte revolutionair zijn als de klassenjustitie je nog nooit tot een celstraf veroordeeld heeft?
In de communistische wereld van de Chroestsjov- en Breznjev-jaren betekende “revisionisme” echter iets anders: het verraad van de Sovjetleiders aan de politieke lijn van Stalin, waaraan Mao Zedong trouw bleef. De maoïsten noemden de Moskou-communisten altijd “de revisionisten”, “de valse KP”, of “de ‘K’P”. De Sovjet-Unie onder Breznjev was weliswaar niet opnieuw kapitalistisch geworden, want ze had de productiemiddelen in staatseigendom; ze deed ook niet aan “imperialisme”, want dat was volgens Lenin het hoogste stadium van het kapitalisme; maar ze was wel schuldig aan “sociaal-imperialisme”, een door Karl Marx niet voorziene nieuwigheid die de Chinese Volksrepubliek erg benauwde.
In de jaren ’70 wisten prille meelopers zoals ik niet beter dan de “K”P-leuze te scanderen: “België uit de Nato, de Nato uit België!” Geschoolde maoïsten kwamen ons dan uitleggen dat de Navo niet de hoofdvijand was en dat actie tegen de Navo minstens moest samengaan met actie tegen het Warschau-pact: “Rusland, Amerika, troepen uit Europa weg!” Kleine roerganger Ludo Martens riep de grote Satan in Washington uit tot bondgenoot van China tegen de Sovjetdreiging, ondermeer tijdens het roemruchte debat over “de buitenlandse politiek van China” met trotskistenleider Swa Vercammen. Vele honderden toehoorders waren daarvoor samengetroept in de Leuvense Alma 2, zo belangrijk waren discussies over de communistische partijlijn toen. Een onvergetelijke ambiance, toen politiek de harten nog sneller deed kloppen.
Het zou de zwanenzang van extreemlinks blijken. Omdat de massa’s niet warm liepen voor de revolutie, verloren vele militanten de moed, en rond 1980 begonnen communistische partijtjes overal in West-Europa zichzelf te liquideren. De trouwhartige Vlamingen hielden echter stand. Ik zeg wel “Vlamingen”, want hoewel radicaal belgicistisch (met romantische herbeleving van antiek-socialistische haat jegens de “zwarte” Vlaamsgezinden) was Alle Macht aan de Arbeiders, later de Partij van de Arbeid, een typisch Vlaams verschijnsel. Spijts de marxistische dogma’s sprak ze vooral de voluntaristische ijver aan bij de door katholieke scholen en jeugdbewegingen geknede Vlaamse jongeren.
Als ik vandaag maoïstische vijftigers zie, kan ik niet anders dan deernis voelen voor die veelbelovende mensenlevens die vergooid zijn aan een tegelijk onzalige en uitzichtloze zaak, uitkijkend naar een revolutie die steeds verder achter de horizon wegstierf. Maar een offerbereidheid zoals je vroeger bij missionarissen vond, kan je hen niet ontzeggen. Martens zelf trad trouwens in de voetsporen van de Witte Paters door zich ten dienste te stellen van de door Mzee (“wijze man”) Laurent-Désiré Kabila bevrijde Democratische Republiek Kongo, waar hij sovjets ging oprichten en terloops ook enkele negerinnen gelukkig maakte. “Solidariteit zonder grenzen” was bij hem geen ijdel woord.
Sedert Marx heeft het ware communisme voortdurend links en rechts “deviationisme” moeten uitwieden, bv. het utopisch socialisme, dat op ondoordacht idealisme dreef terwijl het marxisme zich “wetenschappelijk socialisme” noemde; het onstrategische, al te rechtlijnige gauchisme (de “kinderziekte van het communisme”); het trotskisme; of het revisionisme. Altijd kon het proletariaat op de charismatische Ludo Martens rekenen om de vijand bij de naam te noemen en de voorhoedepartij op koers te houden. Nu de door zijn gidswerk in Kongo afgematte Martens zijn PvdA-voorzitterschap neerlegt, blijkt echter dat de partij zelf tot het revisionisme bekeerd is.
Het kartel met pan-Arabisch nationalist Abou Jahjah, alleen verenigd in het antizionisme en antiracisme, was al een slecht teken. Zoeken naar allianties en “progressieve frontvorming” was steeds een manie van die glibberige trotskisten en revisionisten, niets voor de PvdA-rots in de branding. Martens’ opvolger Peter Mertens verklaart dat de partij nu zelfs niets meer met Stalin te maken heeft: “De PVDA is niet meer stalinistisch of maoïstisch.” Spreek ons niet aan over Stalin, noch zelfs over de Cambodjaanse genocide die zich afspeelde terwijl wij hem in reële tijd toejuichten: hebben wij niets mee te maken! Hij zal met dit straffe revisionisme gemakkelijker weg geraken dan de VB-ers die verdenkingen van banden met een duister verleden afwimpelen. Toch blijft de nieuwe partijlijn een heuse, wel, revolutie.
Mertens verwerpt behalve Stalin zelfs Lenin, de vader van de revolutie. De ergste vijand binnen het socialistische spectrum, degene die het grootste deel van de arbeidersklasse wist te misleiden, was het reformisme, d.i. die school die meende dat de klassenloze maatschappij stukje bij beetje verwezenlijkt kan worden, zonder dat het proletariaat zich in een revolutie de staatsmacht en de productiemiddelen toeëigent. In ruil voor kleine voordelen, kruimels die de bezittende klasse van haar tafels liet vallen, staakten (en bestreden) de “socialistische” partijen de revolutionaire klassenstrijd. De quasi-wetenschappelijke analyse van Marx en Lenin heeft al dat reformistisch gepruts in de marge doorprikt. De aantrekkingskracht van het marxisme-leninisme lag ondermeer juist in zijn koude skepsis jegens de verleiding van het harmoniemodel, of wat Ludo Martens in een commentaar op de honderdste verjaardag van de SP beschreef als “honderd jaar met de bourgeoisie getrouwd zijn”.
En nu maakt ook zijn partij de bourgeoisie het hof. De folder die de PvdA zopas overal te lande verspreid heeft, is klassieke SP-propaganda, met wat meer sociale voordelen hier en loonsverhogingen daar. “We mikken vooral op de revolutie met ideeën: we waren bijvoorbeeld de eersten om de verlaging van de btw op energie tot 6 procent te bepleiten”, aldus Mertens. (interview De Morgen, 22 februari) Kortom, niks waar het grootkapitaal bang voor hoeft te zijn. De dictatuur van het proletariaat is hier volledig uit het zicht verdwenen.
Veel belangrijker is nu de strijd tegen het zogenaamd racisme, waarin Mertens sinds zijn jeugd zijn sporen verdiend heeft. Best respectabel, maar wel veruit het meest conformistische thema in de hedendaagse politiek. Zo zijn open grenzen en regularisering van illegalen een strijdpunt van oliemagnaat George W. Bush, want de superrijken willen goedkope arbeidskrachten en de uitholling van de verworven rechten van de legitieme werknemers. Het zogenaamde anti-racisme, en meer nog het daarmee verwante belgicisme, is geen prioriteit van de werkende klasse, wel een refrein van Koning, Kerk en Kapitaal. Er is weinig verschil in strekking tussen een 21-juli-toespraak van koning Albert en de oude Amada-leuze: “Vlaamse arbeiders, Waalse arbeiders, vreemde arbeiders, zelfde rechten, zelfde strijd!”
De nieuwe PvdA dient zich aan als een partij die weinig van de andere verschilt. Het “centraal comité” heet nu de “nationale raad”, en lid kan je worden zonder proefperiode of intensieve leergang marxisme-leninisme, gewoon door een lidkaart te kopen. Volgens Mertens groeit het ledental snel en zal het gauw dat van Groen! voorbijsteken. Nog een late overwinning op de trotskisten en revisionisten die het Vlaamse ecologisme gekaapt hebben. Naar het voorbeeld van Die Linke kunnen de neo-maoïsten zelfs een ernstige bedreiging voor de officiële socialistische partij worden. Na veertig jaar troosteloze partijwerking zingt de nieuwe lente:
’t Is / maar / een begin, /
wij gaan door met / de strijd!
revisionisme
Submitted by marcfrans on Fri, 2008-03-07 00:23.
@ traveller
Excellente commentaar!
@ K. Elst
Ik vind het een beetje spijtig dat u een "prille meeloper" was in de 1970's. Gelijk 'Traveller' verwacht ook ik meer van universitairen en idealisten. Maar, uw latere evolutie heeft natuurlijk veel 'goedgemaakt' (want zelfkennis is van onschatbare waarde), en niet iedereen krijgt misschien even goede voorbeelden en invloeden in zijn/haar jeugd dan sommige anderen.
Uw gebruik van de term "klassenjustitie" in de 2de paragraaf vind ik misleidend, ook al gebruikt u het hier in een ironische of sarcastische zin (e.g. "echte revolutionair" enz...). Vroeger (pre-1970's), kon men misschien wel tot op zekere nog van een klassenjustitie spreken (in de zin van economische klassen). Maar, vandaag? En, u introduceert die term hier in de context van de nog-vrij-recente aanslagen op het vrijemeningsuitingsrecht in de Belgische wetgeving en rechtspraak. Het zou alleszins duidelijk moeten zijn, dat er meer respect voor het constitutionele individuele vrijemeninsguitingsrecht bestond in Belgie tijdens de "klassenjustitie" van de 1950's en 60's, dan vandaag het geval is. Vandaag zit Belgie niet zozeer meer opgescheept met een "klassenjustitie", maar wel met een intolerante (naief-linkse) ideologie, die de 3 'machten' beheerst (inclusief de rechterlijke macht), via haar dominantie in onderwijs en media, en die geen 'publieke' kritiek duldt op haar dogmas. Een terugkeer naar een "klassenjustitie" van weleer zou eigenlijk een 'vooruitgang' kunnen betekenen op wat er vandaag is.
@ Koenraad Elst
Submitted by traveller on Thu, 2008-03-06 12:53.
In de jaren '60 zag ik al de enorme leugen van het wereldcommunisme door gewoon in Rusland en China, Polen, Bulgarije enz. enz. rond te kijken.
Als offervaardigheid hier dan gemakshalve gelijk geschakeld wordt met domheid en blindheid, akkoord, maar ik verwacht iets anders van universitairen, zelfs van idealisten. Ik dacht dat "revolutionairen" automatisch een gezonde dosis scepticisme mee kregen door hun ervaringen met de "oude" garde. Niet dus.
In deze context moet je dan wel eens de verblinding van ongeletterde islamisten bekijken, waar tussen haakjes nu ook de PVDA broederlijk mee samen gaat, alhoewel die wel universitair geschoold zijn, met ooglappen.
Ik zie geen enkel verschil tussen de verblinde "communisten" en de verblinde "islamisten", die laatsten hebben meestal nog het excuus ongeletterd te zijn. Beide groepen offeren met plezier de ganse
mensheid aan hun "idealen".
Geen enkele russische communistische leider die niet wist dat hij een grove leugen leefde, de datchas en Zils waren stille getuigen.
Die ganse communistische reeks misdaden tegen de mensheid heeft mij alleen maar overtuigd dat "theorieën" van een gelukkige toekomst via de staatsinitiatieven en -controle geen enkele rekening houden met het individu en als zodanig te mijden zijn als de pest.