De Eeuwige Sirenenzang vanuit Congo

Congo staat opnieuw in het midden van de belangstelling van de Belgische politiek. Minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht loopt nu al weken door te drammen over de noodzaak om Belgische troepen naar Afrika te sturen, waarbij hij –naar zijn gewoonte– ondertussen al zo ongeveer elke partij heeft kunnen schofferen, met uitzondering van de Secretaris-Generaal van de VN Ban Ki-moon dan (maar dat is misschien maar een kwestie van tijd?). En ook Yves Leterme wil natuurlijk zijn kans niet laten liggen om op Europees niveau de grote jan te kunnen uithangen.

Marc Reynebeau schreef dit week-end in De Standaard een korte lezenswaardige analyse over de vraag waarom België steeds weer wil terugkeren naar Congo: de eerzucht, de nostalgie naar de verloren grandeur, maar, laten we dat ook niet vergeten, de mogelijkheid om eventjes te kunnen ontsnappen uit de Belgische zandbank en al de «pietluttige» problemen die daar opgelost moeten worden te overstijgen. Het is inderdaad ironisch te noemen dat een federale regering, die er niet eens in slaagt een kieskring in het midden van het eigen land aan te passen aan de Grondwet, denkt dat ze duizenden kilometers verderop wél een positieve bijdrage zou kunnen leveren tot een oplossing van een militair conflict dat verweven is met de belangen van zowel enkele grootmachten als industriële acteurs, overgoten met een saus van etnische problemen, persoonlijke ambities van rebellenleiders, diepe armoede en overlevingsdrang, en zeg maar barbarij in de regel in de regimenten van de troepen aan beide zijden. Dat het dan nog uitgerekend de ministers Karel de Gucht, Pieter de Crem en Yves Leterme zouden moeten zijn die daarbij een constructief steentje zouden moeten bijdragen, is eerder een quasi-garantie op een catastrofe te noemen dan een kans op beterschap in de regenwouden van Congo.

Want het valt op, Karel de Gucht vindt duidelijk weer eens van zichzelf dat hij groot gelijk heeft, wat schrijf ik, reuzegroot gelijk, zo groot gelijk zelfs dat als dat nodig moest zijn, pi of de constante van Planck, of desnoods zelfs allebei, zich maar zullen moeten aanpassen aan Karel de Guchts persoonlijke mening. De gevolgen zijn er natuurlijk naar, en je moet het tenslotte toch maar kunnen om als hoofd van de Belgische diplomatie met zowel Joseph Kabila als Laurent Nkunda in een incident verwikkeld te raken, en de Michels Louis en Charles er nog eens bovenop. Een nog duidelijker brevet van absolute incompetentie om Minister van Buitenlandse Zaken te kunnen zijn kan men zich amper voorstellen, maar zoals ik al aanhaalde, het zou me niets verbazen als Karel de Gucht vroeg of laat ook Ban Ki-moon eens zou kielhalen. Of beter: het zou me verbazen moest hij erin te slagen dat te vermijden.

Yves Leterme dan weer geniet er duidelijk van dat hij, na de financiële crisis, opnieuw een dossier in handen gespeeld krijgt dat hij kan gebruiken om in Europa te schitteren als één van de «groten». Waar zou de EU moreel staan als daar niet Yves Leterme was die de eer van de Unie in Afrika wil redden met een Europese troepenmacht. «Wat in Congo aan het gebeuren is, mag niet genegeerd worden,» aldus de Eerste Minister. Je zou warempel gaan denken dat hij het deze keer ook écht meent, dat het geen verkiezingsbelofte is die niets meer waard is van zodra hij er ook persoonlijk iets voor zou moeten opofferen. Ik hoop voor hem dat het hem deze keer toch iets beter zal vergaan dan tijdens de financiële crisis, toen Neelie Kroes hem een leugenaar noemde omdat hij het al te bont maakte. Dat hij echter persoonlijk al een brief heeft mogen ontvangen van de Secretaris-Generaal van de VN, dat kan niemand hem meer afpakken.

De vraag die ik me echter stel is wat een Europese (of Belgische) troepenmacht daar in Congo eigenlijk kan gaan doen. Is er enige garantie, of zelfs nog maar intentie, dat ervoor gezorgd zal worden dat er in Congo ook aan het fundamentele probleem gewerkt zal worden, of gaat het er ook deze keer om enkel en alleen de hoogste nood te lenigen, daar zoveel mogelijk de eer voor te kunnen opstrijken, en dan bij de eerste de beste gelegenheid of tegenslag zich terug te trekken en de bevolking er maar weer aan zijn lot over te laten? Met als gevolg dat binnen enkele jaren de hele Congo-carrousel opnieuw een rondje zal mogen draaien, inclusief pleidooien van een Minister van Buitenlandse Zaken om een troepenmacht te sturen en persoonlijke brieven van de Secretaris-Generaal van de VN aan de Eerste Minister. Ik heb er zo mijn gedacht over, maar dat Yves Leterme het deze keer ook echtig en techtig zou menen kan natuurlijk niet helemaal uitgesloten worden.

Kan er trouwens iemand mij precies vertellen wat nu eigenlijk het verschil is tussen die Joseph Kabila en Laurent Nkunda, anders dan dat Joseph Kabila de zoon is van de vorige rebellenleider die uit het regenwoud opdook en Kinshasa wist in te nemen, en Laurent Nkunda de nieuwste rebellenleider is die uit het regenwoud opdook en de ambitie heeft vroeg of laat Kinshasa in te nemen? Slechts twee vragen staan werkelijk open in Congo: ten eerste of Laurent Nkunda er uiteindelijk ooit in zal slagen Kinshasa in te nemen, en wat de naam is van de volgende rebellenleider uit het regenwoud. Wat absoluut geen open vragen zijn is dat de lokale bevolking hoe dan ook het gelag zal moeten betalen, en dat politici in Europa opnieuw verveeld zullen zitten met de hele situatie, schijnbaar omwille van al de menselijke ellende, maar vooral omdat de ontginningscontracten die afgesloten werden met Kinshasa opnieuw op de helling zullen gezet worden van zodra een nieuwe chef er de dienst zal uitmaken. Het is meteen ook de enige reden waarom het stelletje ongeregeld dat in Oost-Congo voor regeringsleger moet doorgaan in de pers occasioneel wel eens «legitiem» genoemd wordt.

Dat is natuurlijk de essentie van het Congolese probleem, en het is waarschijnlijk daar ook dat een oplossing gevonden zal moeten worden. Zolang echter de Michels aan Franstalige zijde ongestraft mogen blijven optreden als gewillige handpoppen voor enkele Belgische industriegroepen met grote commerciële belangen in Congo, en zelfs een Karel de Gucht die anders toch niet op zijn mondje gevallen is er zelfs voor past daar iets over te zeggen, bestaat er voor de bevolking in Oost-Congo, ja zelfs heel Congo, weinig hoop op verbetering. Of nog: zelfs in Oost-Congo heeft men belang bij een zo spoedig mogelijk einde van België, want het zou alvast één van de schuldigen aan de huidige problemen kunnen doen verkleinen, indien niet verdwijnen. Marc Reynebeau mag het altijd laten weten als hij het daar niet mee eens zou zijn.

sterk, heel sterk!

Sterk, heel sterk! Ik denk dat mijnheer Van Laenen zelfs, de wereldwijde financiële crisis, het kappen van het amazonewoud, Het smelten van de ijskappen, De piraterij in somalië en het opdrogen van het Aralmeer kan terugbrengen tot het de taalproblemen in de faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem.

 

het regenwoud in kajottersbroek

De volgende rebellenleider die uit het regenwoud zal opduiken heet Bert Anciaux. Getooid in kajotters korte broek, zal hij met zijn links intellectualisme (ik refereer naar een vorige 'post') Nkunda weten te overtuigen voor een nieuw project. Binnen de kortste keren ligt dit project uiteraard op zijn gat en het rebellenleger spat uiteen. De restanten worden opgepikt door de reguliere legers van Congo en Ruanda. Een hele kleine groep kajotters blijft in het regenwoud rondtrekken terwijl ze de Blauwvoet zingen.

 

Dit snode plan van de Gucht, doet hem terug in de armen van Kabilla jr vallen. Hij verkrijgt ook de absolutie van de CV&D voor al zijn vorige zonden. De Groenen snappen er niet veel van en staan met open mond te gapen. De sossen schreeuwen moord en brand en proberen de leden van het gestrandde project te regulariseren om zo wat extra stemmen voor hun eigen zinkend schip te krijgen. De sossen prediken over het fantastische socialistische paradijs waar men geld ontvangt zodra men 'racist' roept en ze laten wat foto's zien van sossie babes. Echter, bij aankomst zien de kajotters de snuit van Tobback. Van schrik zwemmen ze helemaal terug naar Leopoldville... maar dat is nog niet zo erg als een café zonder bier... of moet het zijn: dat is nog niet zo erg als een Vlaanderen zonder wil.