Krantenredacties Slanken Af: Probleem Of Opportuniteit?

Weg met de crisis in de media

Onder het motto "Weg met de crisis in de media!" staakten journalisten afgelopen donderdag. Foto: Han Soete.

Nauwelijks was het nieuws bekend over 60 afvloeiingen bij Corelio en 28 bij De Morgen, of de alarmkreten stegen op. Van parochieblad Kerk en Leven tot journalistenvakbond VVJ, van Bart De Wever tot Luc Van Balberghe, allen waren ze het erover eens: die inkrimping zou de persvrijheid ondermijnen, het kwaliteitsniveau bedreigen, en bovendien was de financiële crisis slechts een voorwendsel voor overdreven kostenbesparingen en - horresco referens – winstmaximalisatie. Dat de geschreven pers het niet alleen in Vlaanderen moeilijk heeft, bewijst ook het nakende faillissement van de Los Angeles Times, de vierde grootste krant in de VS.

De evolutie is duidelijk: nieuws en duiding worden steeds vaker verspreid via de bits en de bytes van het internet in plaats van via de pulp van dode bomen. Papier zal altijd een rol blijven spelen voor boeken en kwaliteitsmagazines. Maar waar snelheid en massadistributie cruciaal zijn, heeft het internet een technische voorsprong. Die verschuiving van papier naar internet vormt voor de kranten de belangrijkste uitdaging voor hun overleven op lange termijn.

Moeten we ons dan zorgen maken over die afslankingen op de Vlaamse krantenredacties? Komen de persvrijheid, het kwaliteitsniveau, of de opiniediversiteit in het gedrang? Moet de staat de subsidiebuidel nog verder openzetten? Sta me toe deze alarmkreten wat overdreven te vinden. De allereerste verantwoordelijkheid van uitgevers is natuurlijk om de continuïteit van hun publicaties te verzekeren. Wat ben je met een redactie van 90 in plaats van 60 man, indien dat impliceert dat de krant over een jaar failliet gaat? En moeten slecht draaiende kranten in leven worden gehouden met de opbrengst van goed draaiende kranten? Nee, dit is een verhaal van de krekel-en-de-mier waarbij Corelio en De Persgroep blijk geven van vooruitziendheid en goed bestuur, en waarbij de achterblijvers die pas dit jaar de tering naar de nering zullen zetten, het zwaarst zullen bloeden.

Overigens, wèlke “opiniediversiteit”? Inzake opiniëring is de hele Vlaamse krantenwereld eenstemmig centrum-links. Tegenover elke Bart De Wever of Marc De Vos die eens een keer een centrumrechtse mening mag vertolken, staan er tien Reynebeaus, pdw’s, Pinxtens en Van den Boogaards klaar om het linkse verhaal met de grootste vanzelfsprekendheid als de norm te presenteren en elke afwijkende rechtse stem als idioot, extreem of getuigend van de slechtste bedoelingen neer te sabelen. Zelfs een zakenkrant als De Tijd geeft antiglobalistische wereldverbeteraars kritiekloos een platform, terwijl verdedigers van de vrije markt of van conservatieve waarden er steevast in het defensief worden gedreven.

Het is precies die kloof tussen de centrumlinkse opiniemakers en de gematigd rechts-conservatieve onderstroom van de Vlaamse publieke opinie die websites, discussieforums en weblogs de wind in de zeilen heeft gegeven. Geïnteresseerden in actualiteit, politiek of economie laten steeds vaker de voorgekauwde brij van de kranten links liggen en zoeken hun weg door wat - toegegeven - op het eerste gezicht als een onoverzichtelijke jungle kan overkomen. Het is inderdaad voor de leek niet eenvoudig om op het internet het kaf van het koren te scheiden. Maar het zogenaamde amateurisme van veel bloggers en opiniemakers op het internet is tegelijk een positieve kracht. De beroepsjournalist zit ingekapseld in werknemersstructuren, redactiestatuten, vakbondsstructuren, sectorafspraken en het ons-kent-ons-wereldje van mediamakers en politici. Bovendien is een beroepskeuze voor journalist vaak het resultaat van een bepaald maatschappelijk engagement en een bepaalde kijk op de samenleving die vaker links dan rechts is georiënteerd. Dat volgens een recent onderzoek een meerderheid van Vlaamse journalisten in 2007 rood of groen stemde, is dus niet het resultaat van een complot of van een selectieve aanwervingspolitiek, maar een automatisch gevolg van de zelfselectie in de keuze voor een carrière als beroepsjournalist.

Meer ‘pro-ams’, professionele amateurs of amateurs die de zaken ernstig aanpakken vanuit een ander perspectief dan dat van de beroepsjournalist, zijn dus broodnodig om meer zuurstof te brengen in het troebele en links-verzuurde water van het Vlaamse opinieaquarium. Het nadeel van de versnippering, de chaos en de sterk wisselende kwaliteit van veel internetpublicaties kan voor een stuk worden opgevangen door initiatieven te bundelen in zogenaamde groepsblogs. In Flanders Fields en The Brussels Journal zijn op die manier uitgegroeid van experimentele beginners tot toonaangevende Vlaamse opinieblogs met tientallen schrijvers en duizenden lezers in binnen- en buitenland.

De economist Joseph Schumpeter populariseerde de notie van de “creatieve vernietiging” in de economie. Bedrijven die in een crisis verkeren, moeten volgens Schumperer niet worden ondersteund met subsidies of uitzonderingsmaatregelen. Net zoals het vallen van de verdorde bladeren in de herfst ruimte en een voedingsbodem schept voor nieuwe, jonge blaadjes in de lente, zo is het verdwijnen van niet-competitieve bedrijven ook noodzakelijk om nieuwe initiatieven een kans te geven en om de broodnodige innovatie te laten spelen. Zo is het ook met de kranten. De economische crisis, waarvan we nu nog maar de eerste schokken hebben gezien. vormt een opportuniteit voor nieuwe mediavormen die de opiniediversiteit alleen maar ten goede kunnen komen. Of het breekijzer dat het Vlaamse medialandschap zal openbreken zal worden gevormd door weblogs, digitale televisie, internetradio, of nieuwe publicatievormen die tot nu toe nog onder de radar bleven, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Dit artikel verscheen eerder in Doorbraak van januari 2009.