Sp.a Wil Zelfbediening Institutionaliseren

De sp.a pleit voor samenvallende verkiezingen – niet alleen deze keer op 7 juni, maar voor altijd door de invoering van legislatuurparlementen. De partij vindt die eis zelfs zo belangrijk, dat ze er geld voor over heeft om er via een stroman een eigen webstek voor op te zetten. Sed cui interest? In de eerste plaats de sp.a zelf natuurlijk, die zich hiermee in alle regeringen zou kunnen betonneren.

De sp.a pleit dus voor samenvallende verkiezingen, en partijvoorzitster Caroline Gennez is er zelfs niet te beroerd voor om de CD&V federaal ervan te beschuldigen de slogan «eerst mijn job en dan de uwe» te huldigen. Caroline Gennez weet waarover ze spreekt: het zit de sp.a immers nog altijd dwars dat ze door de interne verwarring na de pandoering die ze in 2007 kreeg federaal niet mee aan de vetpotten zit, en dat moet natuurlijk zo snel mogelijk gecorrigeerd worden. En als dat betekent dat daarvoor ongrondwettelijke verkiezingen gehouden moeten worden, dan zal de partij daar geen probleem van maken.

Ongrondwettelijk? Caroline Gennez meent dat Brussel-Halle-Vilvoorde nooit gesplitst zal kunnen worden in het aanschijn van nieuwe verkiezingen, en wil daarom vervroegde federale verkiezingen gebruiken als breekijzer om het arrondissement te splitsen. Je moet het eigenlijk toch maar durven vertellen als voorzitster van een partij die meer dan veertig jaar lang niets, maar dan ook niets heeft gedaan om deze anomalie uit de wereld te helpen. Of toch: als lid van de paarse regering-Verhofstadt I hebben ze er door de invoering van provinciale kieskringen voor gezorgd dat Brussel-Halle-Vilvoorde vandaag een acuut institutioneel probleem is geworden dat niet meer ontkend of verdoezeld kan worden. Verder weet de partij zich over dit onderwerp geen houding aan te meten, geprangd als ze zit tussen haar belgicistische reflex, de bergen boter die ze historisch op haar hoofd heeft, en haar rol als oppositiepartij die de kuiperijen van de Vlaamse federale regeringspartijen in dit dossier zou moeten aanklagen. Geld heeft ze er in ieder geval nooit voor over gehad.

Wat zijn dan de principiële argumenten pro van de sp.a om voortaan de federale, regionale en Europese verkiezingen te laten samenvallen? Eén ervan is dat verkiezingen duur zijn, een klassieker (en dooddoener) dus. Volgens de partij bedraagt het prijskaartje voor een verkiezing zo'n 11 miljoen euro, zeg maar drie Agustaschandalen, en een naïeve ziel zou toch alleen maar verwonderd kunnen zijn dat de partij die bij uitstek voor overheidsingrepen in de economie pleit daar problemen van maakt. In een land als België, waar partijen naast lidgelden en afdrachten van mandatarissen in de praktijk alleen nog maar overheidsdotaties kunnen ontvangen, overigens goed voor zo'n 80% van hun inkomsten, is een verkiezing immers één grote door de overheid gefinancierde injectie van middelen in de grafische en audiovisuele sector. Over de tewerkstelling via overheidsjobs bij gemeenten en allerlei andere instellingen die de verkiezingen moeten organiseren zwijgen we dan nog.

Een ander nepargument is dat de Belgen te vaak naar de stembus zouden moeten, en dat ze het beu zouden zijn «om de haverklap» naar de stembus te moeten gaan. In landen als Duitsland, Frankrijk, om over de VS met een vaste cadans van eens om de twee jaar nog maar te zwijgen, moeten de inwoners vaker naar de stembus, zonder dat er daar iemand over klaagt. Het verbaast al dat Caroline Gennez het plebs nog wil toelaten om eens om de vijf jaar toch nog eens een nieuw parlement samen te stellen. Waarom niet ineens al die vervelende verkiezingen afschaffen? Als dat bovendien niet goedkoop zou zijn!

Een andere zaak is dat volgens haar de mensen verward worden door gescheiden verkiezingen. En daar valt warempel nog iets voor te zeggen ook met al die federale politici die zich geroepen voelen om op een regionale of Europese lijst te gaan staan. Samenvallende verkiezingen zullen die verwarring echter niet kunnen opheffen. Integendeel zelfs: ze zullen de lijnen tussen regionale, federale en Europese verkiezingen helemaal uitwissen, en van de regionale regeringen opnieuw bijhuizen maken die de federale regering zullen moeten weerspiegelen. Om het probleem van politici die in het ene parlement zitten en tegelijkertijd nepkandidaat zijn voor een ander parlement op te lossen, bestaat er maar één degelijke oplossing: eisen dat ze ontslag nemen uit het parlement waarin ze zitting hebben van zodra ze zich kandidaat willen stellen voor een ander parlement, en niet pas nadat ze eventueel verkozen zijn. Merkwaardig dat de sp.a daar dus niet voor pleit.

Waar is het de sp.a dan wel om te doen? Als de partij er geld wil aan besteden, moet het wel een belangrijke zaak zijn, en dat is het ook… voor de partij. De partij wil er zich immers van verzekeren in de toekomst steeds en altijd op alle niveaus mee aan de vetpotten te kunnen zitten. Aan Vlaamse zijde is het partijlandschap vandaag immers zo versnipperd, dat de sp.a zelfs als partijtje dat nog geen 15% haalt zo goed als incontournable is om een Vlaamse regering te vormen. Het cordon sanitaire sluit immers het Vlaams Belang uit, en of CD&V en Open Vld een coalitie met Lijst Dedecker zullen aandurven is hoogst onzeker, voor zover zo'n coalitie al mogelijk zal zijn en de partij de komende verkiezingen overleeft. Is de sp.a incontournable op Vlaams niveau, kan ze aan Open Vld en CD&V meteen ook de eis stellen er ook op federaal niveau bij te mogen zijn, voor zover de PS aan Franstalige zijde ook al niet incontournable is en de sp.a mee aan de federale onderhandelingstafel eist. Hierdoor krijgt de partij veel meer vat op haar eigen lot, en kan ze de chaotische toestanden van 2007 en de schizofrene toestand van 2008 en 2009 in de toekomst misschien vermijden. Combineer dit nog eens met legislatuurparlementen op alle niveaus, en het is duidelijk dat de sp.a met haar voorstel nog meer dan de CD&V vooral voor haar eigen jobs zorgt.

Hoeven we dan bevreesd te zijn voor het voorstel van de sp.a? De sp.a zit wat betreft haar analyse van de stilstand binnen de federale regering volledig juist, maar verzuimt te vertellen dat het contrast met pakweg een half jaar geleden groot is, en dat dit zo z'n redenen heeft. Inderdaad, hoewel ook de federale regeringspartijen stilaan in verkiezingsmodus raken, heeft geen één van hen er zin in of belang bij tegen 7 juni federale verkiezingen uit te lokken. Noch PS noch MR willen immers aan Franstalige zijde de inzet verdubbelen, cdH heeft meer te verliezen –haar derde plaats in het Franstalige partijlandschap en de federale regeringsdeelname– dan ze kan winnen, en CD&V vreest terecht voor een fikse pandoering. En de Open Vld heeft inderdaad, zoals ik op 2 januari al correct analyseerde, haar verkiezingskar volledig gekeerd, en destabiliseert de federale regering niet meer. Indien de federale regering alsnog valt en er op 7 juni ook federale verkiezingen gehouden zullen worden, zal dit aan een accident de parcours te wijten zijn, niet aan een op voorhand uitgedokterde strategie.

Terzijde: BHV en de historische schuld van de socialisten

"...een partij die meer dan veertig jaar lang niets, maar dan ook niets heeft gedaan om deze anomalie uit de wereld te helpen."

Dat niet alleen. Het ontstaan zelf van het probleem BHV is het gevolg van platte socialistische berekening. Zie hierover de thesis van Maarten Van Ginderachter op http://www.ethesis.net/taalwetgeving/taalwetgeving_epiloog.htm#_ftnref2341 

Vanden Boeynants stelde in 1963 voor om -voor een proefperiode van drie jaar- in zes gemeenten faciliteiten in het leven te roepen. Daartegenover zou staan dat het kiesarrondissement BHV zou gesplitst worden (om verdere verfransing tegen te gaan).
De SOCIALISTEN schoten dit voorstel af.
In de plaats daarvan kwamen er zes faciliteitengemeenten (niks proefperiode!), ZONDER splitsing van BHV (omdat de CVP daar electoraal voordeel uit zou gehaald hebben!).

Tijdens de debatten (11 juli 1963) verdedigde Jos Van Eynde, toen nog ondervoorzitter van de BSP, de schrapping van de voorgestelde BHV-splitsing als volgt: "Wij willen niet dat de Vlaamse verkozenen uitsluitend van het platteland komen."
M.a.w. de handhaving van BHV in 1963 was pure partijpolitieke berekening van de socialisten: vooral de CVP zou baat hebben bij de splitsing van het kiesarrondissement.

De (blijvende!) faciliteiten werden de franstaligen dus cadeau gedaan zonder enige grendel op de verdere verfransing, zoals oorspronkelijk wel voorzien door VDB.

http://lvb.net/item/5604#52565