Soeur Argent Is Pittiger dan Soeur Sourire
From the desk of Frans Crols on Fri, 2009-06-19 01:41
Londen - Vijf kilometer naar het oosten kantelen reputaties, financiers, bonussen, rekeningen, instellingen en hier zingen de vogels. Kensington Square is Londen op zijn best. Zacht verkeer, een vierkant met ruime huizen voor Upstairs Downstairs, groen in het midden, een theehuis met witte tafels, vijf plaquettes aan gevels voor beroemde Britten, in een hoek een college van de University of London. In dat Heythrop College, in 1614 gesticht in Leuven (zie kader), doceert, studeert en schrijft dr. Catherine Cowley, hoogleraar ethiek. Zuster Cowley pendelt per Tube tussen haar klooster in het East End, de wijk van Jack the Ripper, en Heythrop College. In 2006 verscheen “The Value of Money: Ethics and the World of Finance”, T.&T. Clark Publishers. Toen een boek dat in The City belachelijk werd gemaakt, gisteren en vandaag een voorspelling die uitkomt.
Hoe wordt men non in The City?
Dr. Cowley: “Toen ik 25 was had ik een schitterende en goed betaalde job bij vermogensbankiers in The City. Ik was geen economist en leerde rekenen al doende. In die jaren waren de carrièrekansen voor vrouwen in de Londense financiën aartsslecht. Snel beleefde ik, in 1973, mijn allereerste financiële crisis, zag haar slachtoffers en hun leed. Een relatie van de bank had 3000 huizen en flats in Liverpool en zijn huurders en kopers werden zeer ernstig geschaad. Hij bleef er onbewogen en hard bij. Dergelijke incidenten openden mijn ogen voor de macht van wie geld heeft en de onmacht van wie geld moet missen. Het risico bij een crisis slaat putten bij die laatste groep. Ik zie dezelfde situatie vandaag met mensen die hun dak verliezen omdat zij de hypotheekaflossingen niet bolwerken. Door de schok van de jaren zeventig werd mijn sociale geweten wakker en ik koos voor het klooster.”
Hoe drong The City opnieuw in uw leven?
Dr. Cowley: “Lang deed ik nonnenwerk (nvdr. lachend en letterlijk zegt Catherine Cowley “nunly things”) en intellectueel was ik verschraald en dof in de jaren negentig. Ik begon met plezier aan een deeltijdse Master-studie aan Heythrop College, een Jezuïetenschool met Vlaamse wortels én het gespecialiseerde filosofie- en theologiecollege van de Londense universiteit. Na een verhandeling over de invloed van leningen met variabele intrestvoeten op kleine en middelgrote ondernemingen won ik een doctoraatsbeurs voor een studie over ethiek. Dat werd de basis voor mijn onderzoek naar financiële risico’s, gecompliceerde beleggingsproducten en “The Value of Money”.”
De bibliotheken staan vol met teksten over geld?
Dr. Cowley: “In monetaire studies over geld is de benadering simplistisch; het geld wordt daarin behandeld als ruilmiddel, als waardebron, dus min of meer zoals elke grondstof. Ik wilde dieper graven en geld behandelen als symbool, als middel van vrijheid, als bewerker van afstand in menselijke betrekkingen. Door euro’s en ponden kan je gemakkelijk los geraken van je sociale milieu. Al die facetten puzzelde ik samen. Vijfennegentig procent van de redenen die de kredietcrisis veroorzaakten staan in “The Value of Money”.
Vijf procent niet?
Dr. Cowley (glimlacht berustend): “Wat ik niet besefte toen ik er werkte en later toen ik mijn boek schreef is de domheid in The City. Ik verwachtte een grotere kennis, een grotere gevoeligheid voor wat de financiële branche deed. Geld wordt daar abstract, het eerste wat je te horen krijgt in de wereld van de financiën is, wees niet bevreesd van nullen want als je let op hun aantal na het cijfer één dan wordt je werk angstaanjagend, schakel dat uit. Geld is vluchtig ether op een beeldscherm en het wordt letterlijk onwerkelijk, zo kan je mentaal overleven in The City. Geld winnen en verliezen is voor de deelnemers aan het wisselspel iets onwezenlijks in een computer. Je onderhandelt met abstracties, met mannen en vrouwen die je nooit ziet, mogelijk aan de andere kant van de globe. Je ademt in een luchtbel.
Vandaag is het zo klaar als een klont dat grote aantallen experts niet wisten waar zij mee bezig waren en welke risico’s zij schiepen. De experts zijn toegespitst op een klein deeltje van de werkelijkheid en kennen de grotere verbanden niet. Ook onderschatte ik hoe de mensen, de klanten blij waren om samen te spannen met de financiers, om de kruimels van hun tafels te eten, om te genieten van goedkoop krediet, om te geloven in immer stijgende huizenprijzen, om te waden in steeds groeiende weelde.”
Uw boek sloeg in?
Dr. Cowley (zucht): “Mijn boek werd spottend onthaald door de ex-collega’s, de experts van The City en klonk niet in de brede media. Het is een cliché, maar ik was de roepende in de woestijn, een intellectuele dinosaurus (lacht). Wat kon een religieuze, een non te vertellen hebben over de God van het Geld? Bovendien een vrouw, The City is van mannen met een overdosis aan testosteron. De financiële producten die deze heren knutselden, of van elders inkochten, waren ook voor hen zwarte dozen met een onberekenbaar risico. Wij gebruiken allemaal meer en meer materiële producten die wij niet begrijpen en dat doen wij ook voor immateriële producten _ derivaten, rommelobligaties, gestructureerde leningen. Tel daarbij de groeiende versnippering in het sociale leven: ik en mijn gezin. De centrale bank liet me links liggen. (onthecht) Och ja, in de herfst zit ik mee aan tafel met de vice-goeverneur van die Bank of Engeland. Na de kredietcrisis zijn sommige critici bij mij geweest met excuses.”
De katholieke kerk blijft stil in het huidige debacle?
Dr. Cowley (lacht): “De katholieke kerk heeft zich na de doctrine over de woekerhandel, en die dateert van in de Renaissance, onvoldoende tot niet bezig gehouden met geld. Tien jaar geleden publiceerde een pauselijke commissie een boekje over geld van twee Fransen. Afschuwelijk, absoluut afschuwelijk. Het is zijn papier niet waard. Tot voor kort was er een trend in de kerk om over het “het gemene goed van de mensen” polariserend te praten: langs de ene zijde stond de staat en langs de andere zijde de mens, zonder middenveld, de duizenden structuren tussen de staat en de mens. De katholieke sociale leer moet haar beginselen toelichten in specifieke omstandigheden en dat is niet het werk van de bisschoppen want zij ontberen de bekwaamheid, maar wel van de brede kerk. Een beginsel als beginsel wordt een slogan.”
Is bankieren volgens de islamregels veiliger, moreler, toekomstgerichter?
Dr. Cowley (categoriek): “Neen. De woorden kunnen verschillend zijn, echter de houdingen en resultaten in islamitisch bankieren en financieren zijn gelijk aan die in niet-islamitische financiële constructies. Het is een kwestie van taal en niet van essentie.”
Bij wie legt u de schuld voor het financiële drama?
Dr. Cowley: “Een heksenjacht in The City of bij de bankiers is onnozel. Het is unfair en gemakzuchtig van de commentatoren om hun kritiek toe te spitsen op de vraag wie het meest schuldig zijn, de bankiers of de regeerders? Ook het brede publiek is verantwoordelijk, het deed van harte mee aan de inbeelding van eeuwige waardestijgingen.”
Graaizucht besmet iedereen?
Dr. Cowley: “Niet enkel over graaizucht gaat het, de meeste mensen zijn financiële analfabeten wat niet verwonderlijk is want beleggingsproducten en kapitaalmarkten zijn zeer ingewikkeld. De spaarders, de beleggers, de mensen die pensioencontracten afsloten informeerden zich niet of onvoldoende, ondertekenden overeenkomsten die zij niet begrepen of wilden begrijpen. Als de professionelen er haast niks van snappen, hoe kan een niet-professioneel dan het spoor volgen.”
U wil sluitend toezicht, controle, een plan?
Dr. Cowley (wrange lach): “Wat ik vandaag zie in de geldwereld is een zoete wraak, alhoewel, foei, dat is zo onchristelijk voor een non. In een zekere zin zou ik blij zijn als ik totaal fout was geweest want ‘t had ontzettend veel mensen veel pijn bespaard. Ik kan me geen risicoloze samenleving voorstellen, ook niet in geldzaken. Dus het gaat er mij niet om een planmatige, van boven uit gestuurde financiële tucht te zien ontstaan. Men moet ten eerste bewust worden dat risico’s bij het leven horen en ten tweede zal het publiek zich moeten mengen in het gesprek over geld en goed. Ik gebruik een computer, ik vlieg met Boeings, ik rijd met wagens, ik heb stroom uit atoomcentrales zonder dat ik computers, straalvliegtuigen, auto’s, kernenergie doorgrond. De publieke opinie is in 2009 wel aanwezig bij problemen als de opwarming van de aarde, het opwekken van duurzame energie, de biogenetica. Stuk voor stuk geen eenvoudige dingen en toch denkt de samenleving mee en luisteren politici naar die bedenkingen. Zo moet het ook gaan in de economie en over de banken en de financiën. De geldexpert heeft een rol, echter de stem van de straat dient eveneens gehoord te worden. De straat is vandaag toegespitst op wraak. Het volk moet niet per acclamatie beslissen over het goede of slechte van een derivaat, maar het evenmin overlaten aan de financiële elite; hier is dialoog nodig. Amerikanen met zogenaamde “subprime”-hypotheken konden eveneens terecht bij de “community banks”. Sociologisch zijn dat twee soorten van financiële kanalen voor dezelfde maatschappelijke subgroep. De leden van de subgroep die aanklopten bij de “community banks” hebben gemiddeld hun leningen niet slechter terugbetaald dan het nationale gemiddelde van de hypotheekklanten; de leden van dezelfde subgroep met “subprimes” lukken er veel en veel minder in om hun lening af te lossen. ’t Zijn dus niet de mensen die dwaas waren, wel de producten en hun ontwerpers.”
Moet Adam Smith en de vrije markt de deur uit?
Dr. Cowley: “Hoegenaamd niet. Adam Smith is slecht tot onvoldoende begrepen. De Schotse vader van de markteconomie was veel minder dan gemakshalve wordt aangenomen een harde liberaal die enkel heil zag in de volledige vrije handel van geld en goederen. Hij plaatst de moderne economie binnen een moreel kader van algemene en christelijke waarden, had nuancerende woorden bij de slogans die hem later werden toegedicht _ bijvoorbeeld, de fameuze “invisible hand” die ongestuurd de economie zou en moest richten. Hij schrijft over een “relatief” vrije markt, niet een “absoluut” vrije markt en schakeringen vindt men door het gehele boek. Ik pleit in “The Value of Money” voor een herontdekking van de échte Adam Smith. Wie weet bij het brede publiek, bij opiniemakers vandaag dat hij voor hij zijn “The Wealth of Nations” een dikke verhandeling publiceerde over moraliteit, “The Theory of Moral Sentiments”. Het ene boek bekijken zonder het andere is onvoldoende en fout. “The Wealth of Nations” is een praktijkstudie van de economie na het afbakenen van morele grenzen in “The Theory of Moral Sentiments”. Trouwens veertien jaar na “The Wealth of Nations” gaf Smith een herziene editie uit van zijn moraliteitsboek, dat hield hem dus bestendig bezig en hij pleitte voor het goed van de gemeenschap, niet voor het individuele goed.”
De econoom en filosoof Werner Sombart bejubelt de heldhaftige risicozoeker?
Dr. Cowley: “Managers worden niet betaald om risico’s te nemen, zij worden betaald om te weten welk risico de moeite loont om genomen te worden. Dat is een groot verschil. Risico’s omringen ons overal en altijd, dus ik zeg niet dat wij moeten streven naar de utopie van een risicoloos bestaan. Maar wij moeten wel zorgvuldiger kiezen welk risico wij nemen en beseffen wie de gevolgen van een foute keuze zal dragen. Werner Sombart flirt met een romantisch idee.”
Is God door de crisis versterkt in de Britse ondernemingen?
Dr. Cowley: “Ik zie sedert tien jaar een sprankel van groepjes die de ondernemers in het Verenigd Koninkrijk willen bijstaan in hun christelijke plicht om goed, ethisch te ondernemen alhoewel dat in verhouding met de VS bijkomstig is. Daar spelen God, de Bijbel, gebedsgroepen in ondernemingen, getuigenissen een veel grotere rol. In Europa, als het ooit komt, zal dat door onze traditie, onze cultuur en ons temperament bescheidener blijven. In het VK is godsdienst veel meer een privé-kwestie.”
Dit artikel verscheen eerder in Tertio.
@ Frans Crols
Submitted by traveller on Sat, 2009-06-20 10:34.
Al mijn respect.
Nagels met grote koppen.