Abortus en Misbruik van Belastinggeld
From the desk of Alexandra Colen on Wed, 2009-09-09 09:10
Het
doden van een ongeboren kind is in België
alleen door de wet toegelaten indien het kind jonger is dan 12 weken. Een
ongeboren kind van ouder dan drie maanden mag men volgens de wet alleen nog
doden als vaststaat dat het kind aan een “ongeneeslijke kwaal” lijdt of indien
de zwangerschap het leven van de moeder in gevaar brengt.
In
Nederland, waar een leven zelfs nog minder waard is dan bij ons, mag abortus na
drie maanden wel. Vandaar dat het Antwerpse OCMW al jarenlang vrouwen naar Nederland stuurt als zij hun
ongeboren kind van ouder dan 12 weken willen laten doden. Niet alleen de abortusingreep wordt door het OCMW met belastinggeld
betaald, maar ook de reis naar Nederland, zodat men ginds de Belgische wet aan
zijn laars kan lappen. Geld van Belgische burgers wordt aldus door een
overheidsinstantie gebruikt om wetten te omzeilen die de democratische
vertegenwoordigers van die burgers hebben gestemd.
Twaalf
jaar geleden heb ik, toen nog inwoonster van Antwerpen, het Antwerpse OCMW voor
de rechter gedaagd om dit misbruik van belastinggeld te laten verbieden. Een
Antwerpse rechter van christen-democratische signatuur veroordeelde op 3
februari 1998 echter niet het OCMW, maar wel mij. Ik moest van de rechter een
schadevergoeding van 10.000 frank betalen aan het Antwerpse OCMW.
Volgens
de christen-democratische rechter had ik een “tergend en roekeloos geding”
gevoerd, want ik zou “geen belang” kunnen laten gelden bij de zaak. Alleen de
vrouw die een abortus vroeg en het OCMW dat de ingreep betaalde, waren volgens
de rechter betrokken partijen. Het feit dat ik als belastingbetaler en
volksvertegenwoordiger niet wenste dat mijn belastinggeld gebruikt zou worden
voor feiten die de democratisch verkozen Belgische volksvertegenwoordiging
ontoelaatbaar achtte, werd niet als een legitiem belang beschouwd.
Ook
een administratieve klacht leidde nergens toe. Integendeel, de bevoegde
minister liet weten dat “daden van het OCMW aan geen enkel administratief
toezicht onderworpen zijn.”
Die
zaak heeft me destijds twee dingen geleerd. Ten eerste dat de belastingbetaler
in dit land geen rechten heeft en moet betalen en zwijgen. Ten tweede dat de
hele Belgische wetgeving hypocriet is: indien wat in België illegaal is, in het buitenland is toegelaten,
dan is de Belgische overheid bereid om “behoeftige” burgers het nodige geld te
verschaffen zodat zij in het buitenland de naar Belgisch recht illegale
praktijken kunnen voltrekken.
Afgelopen
zomer kwam deze hele problematiek opnieuw in de belangstelling naar aanleiding
van een verklaring van Guido De Padt, voorzitter van het
OCMW van Geraardsbergen (tot 17 juli minister van Binnenlandse Zaken). De
liberaal De Padt legde in De Standaard op 14 augustus uit dat
hij als OCMW-voorzitter te maken kreeg met een vrouw die haar ongeboren kind
van vijf maanden wilde laten doden. “Zij wou het kind kwijt, uit schrik er
later niet te kunnen voor zorgen.” Het kind was evenwel gezond en de
zwangerschap was voor de moeder niet levensbedreigend. De Padt zei dat hij dit
een heel moeilijke zaak vond. Hij wilde de vrouw “helpen,” want hij vond
persoonlijk dat de vrouw “recht” had om haar ongeboren kind te doden, maar hij erkende
anderzijds dat ze dit volgens het Belgische recht niet had, en vroeg zich
bijgevolg af of hij haar wel op kosten van het OCMW naar Nederland kon sturen:
“Is het niet logisch dat een OCMW geen ingreep terugbetaalt die volgens de wet
niet kan?”
Guido
De Padt besliste uiteindelijk anders dan de socialisten en de
christen-democraten in het Antwerpse OCMW. “Je zou kunnen stellen dat het niet
verantwoord is dat met overheidsgeld een ingreep wordt gefinancierd die in ons
land wettelijk verboden is. Anderzijds zou men ook kunnen laten gelden dat het
laten uitvoeren van die ingreep niet strafbaar is in Nederland en het OCMW dus
gerust de betaling ervan mag verzekeren,” aldus De Padt. “Ik heb beslist geen
financiële steun te verlenen [want] wettelijke motieven om de vruchtafdrijving
door de gemeenschap te laten betalen, vind ik niet.”
De
liberale politicus vond dus dat hij geen belastinggeld van Belgische burgers
mocht gebruiken om een in België illegale praktijk in Nederland te laten
uitvoeren. Misschien heeft De Padt uiteindelijk als privé-persoon de vrouw
“geholpen” door haar een abortus in Nederland te betalen, dat is best mogelijk,
maar hij deed het in elk geval niet met gemeenschapsgeld. Dat strekt De Padt
tot eer.
De
Padts beslissing leidde in de kranten tot een minidebatje. Jong CD&V liet op 18
augustus in De Standaard weten “gechoqueerd” te zijn door de
abortusuitspraken van Guido De Padt. “Voor ons, jonge christendemocraten, zijn
de mens en het leven niet onderhevig aan iets triviaals als geld,” zo lieten ze
stoer weten. Ze vielen De Padt aan omdat die bekende dat, hoewel hij
uiteindelijk toch geen abortus in Nederland had laten financieren met
belastinggeld, vergeefs naar wettelijke argumenten had gezocht om het toch te
kunnen doen. Wanneer zal Jong CD&V zijn pijlen
richten op de partijgenoten in het Antwerpse OCMW die wél hun toestemming geven
aan het besteden van Belgisch belastinggeld voor naar Belgisch recht illegale
abortussen in Nederland?
De
verklaringen van De Padt leidden op 22 augustus eveneens tot verklaringen in De
Standaard
van Lucie Van Crombrugge, de pas gepensioneerde coördinator van het
Gentse abortoir. “De Padt heeft gelijk dat er in ons land nu geen wettelijke
basis is om te betalen voor een ingreep in het buitenland die in ons eigen land
verboden is,” zei Van Crombrugge.
Daarmee
gaven voorstanders van abortus, zoals Guido De Padt en Lucie Van Crombrugge, toe
dat ik eigenlijk gelijk had met mijn klacht tegen het Antwerpse OCMW in 1998,
hoewel ik toen bot ving bij de Antwerpse christen-democratische rechter en er
noch langs juridische noch langs administratieve weg een middel mogelijk bleek
om de OCMW-praktijken te doen stoppen.
Het
is dan ook niet verwonderlijk dat het Antwerpse OCMW ook vandaag nog steeds mensen blijft financieren die in Nederland een abortusingreep laten uitvoeren die in ons land onwettig is. Dat wordt getolereerd door de zg.
conservatieve partijen in het Antwerpse schepencollege (CD&V en N-VA). Indien
De Padt gewoon het voorbeeld van het Antwerpse OCMW had gevolgd, zonder zich te
bekommeren om het feit dat daarvoor geen wettelijke basis bestaat, had niemand
hem dit kunnen beletten. België is een land
waar de overheid ongestraft belastinggeld kan en mag misbruiken om doelbewust
de wetten van het eigen volk te omzeilen.
Inmiddels kondigde Lucie Van Crombrugge in haar interview in De Standaard aan dat de abortuslobby een nieuwe eis op haar agenda heeft staan: Ze wil dat dergelijke naar Belgisch recht illegale abortussen die in Nederland worden uitgevoerd, waar het wettelijk dus wel mag, voortaan door de Belgische ziekteverzekering terugbetaald zullen worden. Van Crombrugge zal zich moeten haasten, want de Nederlandse regeringspartijen CDA en Christenunie willen de Nederlandse abortuswet verscherpen door de termijnen te beperken. Ook de PVV van Geert Wilders, volgens de peilingen thans de tweede grootste partij van het land, wil dat. “Wij zetten vraagtekens bij late abortussen, na dertien weken,” aldus PVV-kamerlid Fleur Agema in het feministische maandblad Opzij deze maand. “En we vinden dat vrouwen die herhaaldelijk een abortus hebben, zelf voor de ingreep moeten betalen.”
Als straks een “behoeftige” Belgische vrouw een derde-trimesterabortus wil, die bij ons en in de buurlanden verboden is, gaat het OCMW haar dan op kosten van de belastingbetaler op een vliegtuig zetten naar Amerika? Daar mag die ingreep immers wel. Het lijkt een retorische vraag, maar indien een of ander door links gedomineerd OCMW zou beslissen om dat inderdaad te doen, dan is er in dit land geen enkele persoon noch instantie die er zich tegen kan verzetten. Niemand, behalve de betrokkenen, kan immers een “belang” laten gelden, en er is op dergelijke beslissingen geen enkel administratief toezicht.
Zeer interessant
Submitted by bertie on Wed, 2009-09-09 22:38.
te vernemen dat wat in België illegaal is, in het buitenland onder Belgische partijen tóch kan plaatsvinden als het dààr maar binnen eventuele wettelijke lacunes valt, daarbovenop gesponsord met Belgisch belastinggeld.
Creatieve boekhouding is dood: lang leve de lucratieve boekhouding!
Of de handelsrechter nu al dan niet corrupt is, zal mij dan wel worst wezen. Die heb ik in elk geval niet meer nodig.