Abortus en Misbruik van Belastinggeld

Het doden van een ongeboren kind is in België alleen door de wet toegelaten indien het kind jonger is dan 12 weken. Een ongeboren kind van ouder dan drie maanden mag men volgens de wet alleen nog doden als vaststaat dat het kind aan een “ongeneeslijke kwaal” lijdt of indien de zwangerschap het leven van de moeder in gevaar brengt.

In Nederland, waar een leven zelfs nog minder waard is dan bij ons, mag abortus na drie maanden wel. Vandaar dat het Antwerpse OCMW al jarenlang vrouwen naar Nederland stuurt als zij hun ongeboren kind van ouder dan 12 weken willen laten doden. Niet alleen de abortusingreep wordt door het OCMW met belastinggeld betaald, maar ook de reis naar Nederland, zodat men ginds de Belgische wet aan zijn laars kan lappen. Geld van Belgische burgers wordt aldus door een overheidsinstantie gebruikt om wetten te omzeilen die de democratische vertegenwoordigers van die burgers hebben gestemd.

Twaalf jaar geleden heb ik, toen nog inwoonster van Antwerpen, het Antwerpse OCMW voor de rechter gedaagd om dit misbruik van belastinggeld te laten verbieden. Een Antwerpse rechter van christen-democratische signatuur veroordeelde op 3 februari 1998 echter niet het OCMW, maar wel mij. Ik moest van de rechter een schadevergoeding van 10.000 frank betalen aan het Antwerpse OCMW.

Volgens de christen-democratische rechter had ik een “tergend en roekeloos geding” gevoerd, want ik zou “geen belang” kunnen laten gelden bij de zaak. Alleen de vrouw die een abortus vroeg en het OCMW dat de ingreep betaalde, waren volgens de rechter betrokken partijen. Het feit dat ik als belastingbetaler en volksvertegenwoordiger niet wenste dat mijn belastinggeld gebruikt zou worden voor feiten die de democratisch verkozen Belgische volksvertegenwoordiging ontoelaatbaar achtte, werd niet als een legitiem belang beschouwd.

Ook een administratieve klacht leidde nergens toe. Integendeel, de bevoegde minister liet weten dat “daden van het OCMW aan geen enkel administratief toezicht onderworpen zijn.”

Die zaak heeft me destijds twee dingen geleerd. Ten eerste dat de belastingbetaler in dit land geen rechten heeft en moet betalen en zwijgen. Ten tweede dat de hele Belgische wetgeving hypocriet is: indien wat in België illegaal is, in het buitenland is toegelaten, dan is de Belgische overheid bereid om “behoeftige” burgers het nodige geld te verschaffen zodat zij in het buitenland de naar Belgisch recht illegale praktijken kunnen voltrekken.

Afgelopen zomer kwam deze hele problematiek opnieuw in de belangstelling naar aanleiding van een verklaring van Guido De Padt, voorzitter van het OCMW van Geraardsbergen (tot 17 juli minister van Binnenlandse Zaken). De liberaal De Padt legde in De Standaard op 14 augustus uit dat hij als OCMW-voorzitter te maken kreeg met een vrouw die haar ongeboren kind van vijf maanden wilde laten doden. “Zij wou het kind kwijt, uit schrik er later niet te kunnen voor zorgen.” Het kind was evenwel gezond en de zwangerschap was voor de moeder niet levensbedreigend. De Padt zei dat hij dit een heel moeilijke zaak vond. Hij wilde de vrouw “helpen,” want hij vond persoonlijk dat de vrouw “recht” had om haar ongeboren kind te doden, maar hij erkende anderzijds dat ze dit volgens het Belgische recht niet had, en vroeg zich bijgevolg af of hij haar wel op kosten van het OCMW naar Nederland kon sturen: “Is het niet logisch dat een OCMW geen ingreep terugbetaalt die volgens de wet niet kan?”

Guido De Padt besliste uiteindelijk anders dan de socialisten en de christen-democraten in het Antwerpse OCMW. “Je zou kunnen stellen dat het niet verantwoord is dat met overheidsgeld een ingreep wordt gefinancierd die in ons land wettelijk verboden is. Anderzijds zou men ook kunnen laten gelden dat het laten uitvoeren van die ingreep niet strafbaar is in Nederland en het OCMW dus gerust de betaling ervan mag verzekeren,” aldus De Padt. “Ik heb beslist geen financiële steun te verlenen [want] wettelijke motieven om de vruchtafdrijving door de gemeenschap te laten betalen, vind ik niet.”

De liberale politicus vond dus dat hij geen belastinggeld van Belgische burgers mocht gebruiken om een in België illegale praktijk in Nederland te laten uitvoeren. Misschien heeft De Padt uiteindelijk als privé-persoon de vrouw “geholpen” door haar een abortus in Nederland te betalen, dat is best mogelijk, maar hij deed het in elk geval niet met gemeenschapsgeld. Dat strekt De Padt tot eer.

De Padts beslissing leidde in de kranten tot een minidebatje. Jong CD&V liet op 18 augustus in De Standaard weten “gechoqueerd” te zijn door de abortusuitspraken van Guido De Padt. “Voor ons, jonge christendemocraten, zijn de mens en het leven niet onderhevig aan iets triviaals als geld,” zo lieten ze stoer weten. Ze vielen De Padt aan omdat die bekende dat, hoewel hij uiteindelijk toch geen abortus in Nederland had laten financieren met belastinggeld, vergeefs naar wettelijke argumenten had gezocht om het toch te kunnen doen. Wanneer zal Jong CD&V zijn pijlen richten op de partijgenoten in het Antwerpse OCMW die wél hun toestemming geven aan het besteden van Belgisch belastinggeld voor naar Belgisch recht illegale abortussen in Nederland?

De verklaringen van De Padt leidden op 22 augustus eveneens tot verklaringen in De Standaard van Lucie Van Crombrugge, de pas gepensioneerde coördinator van het Gentse abortoir. “De Padt heeft gelijk dat er in ons land nu geen wettelijke basis is om te betalen voor een ingreep in het buitenland die in ons eigen land verboden is,” zei Van Crombrugge.

Daarmee gaven voorstanders van abortus, zoals Guido De Padt en Lucie Van Crombrugge, toe dat ik eigenlijk gelijk had met mijn klacht tegen het Antwerpse OCMW in 1998, hoewel ik toen bot ving bij de Antwerpse christen-democratische rechter en er noch langs juridische noch langs administratieve weg een middel mogelijk bleek om de OCMW-praktijken te doen stoppen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Antwerpse OCMW ook vandaag nog steeds mensen blijft financieren die in Nederland een abortusingreep laten uitvoeren die in ons land onwettig is. Dat wordt getolereerd door de zg. conservatieve partijen in het Antwerpse schepencollege (CD&V en N-VA). Indien De Padt gewoon het voorbeeld van het Antwerpse OCMW had gevolgd, zonder zich te bekommeren om het feit dat daarvoor geen wettelijke basis bestaat, had niemand hem dit kunnen beletten. België is een land waar de overheid ongestraft belastinggeld kan en mag misbruiken om doelbewust de wetten van het eigen volk te omzeilen.

Inmiddels kondigde Lucie Van Crombrugge in haar interview in De Standaard aan dat de abortuslobby een nieuwe eis op haar agenda heeft staan: Ze wil dat dergelijke naar Belgisch recht illegale abortussen die in Nederland worden uitgevoerd, waar het wettelijk dus wel mag, voortaan door de Belgische ziekteverzekering terugbetaald zullen worden. Van Crombrugge zal zich moeten haasten, want de Nederlandse regeringspartijen CDA en Christenunie willen de Nederlandse abortuswet verscherpen door de termijnen te beperken. Ook de PVV van Geert Wilders, volgens de peilingen thans de tweede grootste partij van het land, wil dat. “Wij zetten vraagtekens bij late abortussen, na dertien weken,” aldus PVV-kamerlid Fleur Agema in het feministische maandblad Opzij deze maand. “En we vinden dat vrouwen die herhaaldelijk een abortus hebben, zelf voor de ingreep moeten betalen.”

Als straks een “behoeftige” Belgische vrouw een derde-trimesterabortus wil, die bij ons en in de buurlanden verboden is, gaat het OCMW haar dan op kosten van de belastingbetaler op een vliegtuig zetten naar Amerika? Daar mag die ingreep immers wel. Het lijkt een retorische vraag, maar indien een of ander door links gedomineerd OCMW zou beslissen om dat inderdaad te doen, dan is er in dit land geen enkele persoon noch instantie die er zich tegen kan verzetten. Niemand, behalve de betrokkenen, kan immers een “belang” laten gelden, en er is op dergelijke beslissingen geen enkel administratief toezicht.

 

 

Zeer interessant

te vernemen dat wat in België illegaal is, in het buitenland onder Belgische partijen tóch kan plaatsvinden als het dààr maar binnen eventuele wettelijke lacunes valt, daarbovenop gesponsord met Belgisch belastinggeld.

Creatieve boekhouding is dood: lang leve de lucratieve boekhouding!

Of de handelsrechter nu al dan niet corrupt is, zal mij dan wel worst wezen. Die heb ik in elk geval niet meer nodig.