Zouden We Moeten Treuren om het Vertrek van Van Rompuy?

Zouden we moeten treuren indien Herman van Rompuy, de Eerste Minister die heel Europa ons zou benijden, ons zou verlaten om de eerste vaste Voorzitter van de Europese Raad te worden? Aanhangers van de verrottingsstrategie om België te doen barsten alvast niet, want als Herman van Rompuy één ding goed kan, dan wel pappen en nathouden, ook bekend onder zijn eigen motto «rustige vastheid». En op tijd zijn eigen partij plat op de buik duwen ter wille van de Franstaligen.

Dat hij de perfecte kandidaat voor de job is, weten we al langer, maar dat Herman van Rompuy ook effectief de eerste vaste Voorzitter van de Europese Raad zal worden, staat nog lang niet vast. Dat hij naar de post dingt echter wel, zoals duidelijk bleek uit zijn reactie op een lastige vraag van één of andere Italiaan op het diner van de Bilderberggroep. Zelfs al klopt het dat hij niet voor een groene Europese belasting pleitte, maar wel voor een «meer structurele vorm van financiering op Europees niveau» in de vorm van een verkapte Tobin-taks op financiële transacties, dan nog blijft zijn verveelde reactie. Inderdaad, indien het zou kloppen dat Herman van Rompuy de post van EU-president niet actief zou nastreven, en dat hij ze enkel maar wil aanvaarden als er consensus bestaat en hij niet anders kan, dan zou de vraag van die Italiaan hem immers geen moer hebben kunnen schelen. Integendeel zelfs, een geprofileerde toespraak op dat diner zou voor hem een heel gemakkelijke manier geweest zijn om voor eens en altijd die beker aan hem voorbij te laten gaan, maar dat heeft hij dus wel heel nadrukkelijk niet willen doen. Schijnheiligheid troef dus, maar de lezer weet vermoedelijk al langer dat dat een eigenschap is die bij Herman van Rompuy bovengemiddeld ontwikkeld is.

Het foefje van de «consensus» is trouwens ronduit hilarisch wanneer het uit de mond van een Eerste Minister komt die aan Vlaamse zijde niet eens over een meerderheid voor zijn federale regering beschikt, ook al noemde hij dat zelf vóór de verkiezingen nog «staatsgevaarlijk». Als de vereiste consensus eruit zal bestaan dat Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië het onder mekaar eens zouden worden dat het Herman van Rompuy zal zijn, en dit trio vervolgens hun voorkeur door de strot van een meerderheid van de overblijvende 23 lidstaten kan duwen, dan zal dat zowel voor Herman van Rompuy als zijn CD&V al ruim voldoende zijn.

A propos standpunten vóór en nà verkiezingen: in 2004 hield Herman van Rompuy nog een pleidooi tegen een Turkse EU-lidmaatschap, maar zag hij een toetreding van de Oekraïne wel zitten – als ze het zelf vragen natuurlijk. Politicoloog Hendrik Vos zag daarin een mogelijk probleem, maar ik vermoed dat de EU-leiders ondertussen al wel zullen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben met Herman van Rompuy. Als Turks EU-lidmaatschap even EU-gevaarlijk is als een federale Belgische regering zonder Vlaamse meerderheid staatsgevaarlijk, weten we nu al dat hij zich desnoods wel ootmoedig zal willen «opofferen» met een paar jaartjes extra aan het hoofd van de EU om de integratie van Turkije in de Europese Unie in goede banen te leiden. En als een Oekraïens aanvraag tot EU-lidmaatschap op een lastig ogenblik in de brievenbus zou vallen, zal hij zeker wel iets weten te verzinnen om eerst die aanvraag niet te hoeven ontvangen, en vervolgens die aanvraag zoveel mogelijk op de lange baan te schuiven.

Zouden we dus moeten treuren indien Herman van Rompuy de eerste vaste Voorzitter van de Europese Raad zou worden? Zoals in de inleiding reeds aangehaald, blonk hij als Eerste Minister tot nu toe vooral uit in het pappen en nathouden, en op tijd de CD&V plat op de buik dwingen om de Franstaligen hun zin te kunnen geven. «Rustige vastheid» heet dat dan in zijn jargon, maar «rustige slaafsheid» zou de lading al veel beter dekken. Van de vijf zogenaamde «werven» die hij aanduidde zijn er voorlopig nog maar drie afgewerkt. En voor één keertje ben ik het eens met Bart Eeckhout van De Morgen: zelfs die drie afgewerkte werven liggen er hoogst belabberd bij. De begroting is één grote puinhoop, onder meer, maar niet alleen, dankzij de stuitende incompetentie van Didier Reynders. De verdediging van Herman van Rompuy in Kamer –de oppositie zou geen visie hebben– was van zo'n laag niveau dat je je afvraagt of die man zichzelf in de spiegel nog kan zien. In het asieldossier hebben PS en cdH dan weer al zo vaak hun zin gekregen dat de Franstalige socialisten het gisteren zelfs aandurfden openbare gebouwen op te vorderen om hun toekomstige kiezers te herbergen. (En ik neem aan dat hun partijgebouwen en volkshuizen al vol zitten, ja toch?)

Aan twee werven is Herman van Rompuy voorlopig nog niet begonnen: de staatshervorming en Brussel-Halle-Vilvoorde. Of beter gezegd: die heeft hij tot nog toe vakkundig in de koelkast kunnen houden door ofwel dringendere zaken in te roepen, ofwel op zijn blote knieën bij de Franstaligen extra tijd te gaan afkopen. Dat is natuurlijk weinig bevredigend vanuit een Vlaams standpunt, maar anderzijds is het nog maar de vraag of een staatshervorming of een onderhandelde oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde onder leiding van Herman van Rompuy dan zoveel goeds voor Vlaanderen zou kunnen brengen. Àls Herman van Rompuy erin zou kunnen slagen die twee werven op één of andere manier af te werken, moet gevreesd worden dat die afwerking er vooral uit zal bestaan de eigen partij nog maar eens plat op de buik te dwingen voor een reeks toegevingen aan de Franstaligen. De hartenkreet van Béatrice Delvaux sprak in dat verband boekdelen. Het alternatief van ongrondwettelijke federale verkiezingen met alle problemen en heisa dat met zich mee zou brengen valt dan misschien toch nog te verkiezen boven een uitverkoop van Vlaamse belangen en verworvenheden in de Vlaamse Rand en Brussel.

De ultieme vraag die dus gesteld moet worden is de volgende: op welk niveau zou Herman van Rompuy de Vlaamse zaak het meeste schaden, het Belgische of het Europese? Op Europees niveau hoeven we hoe dan ook geen Václav Klaus aan het hoofd van de Europese Raad te verwachten, en dan kan men net zo goed van de nood een deugd maken om Herman van Rompuys «rustige vastheid» uit het Belgische niveau te verdrijven. Of Yves Leterme dan wel Didier Reynders de fakkel van Herman van Rompuy zou overnemen in de Wetstraat 16 maakt in dat geval trouwens weinig uit – 2010 belooft dan hoe dan ook een boeiend jaar te worden.

De illusie van goed-te-keuren ongrondwettelijke verkiezingen

Elke commentator die ik tot heden heb gehoord schijnt de komende (federale) verkiezingen "niet zo een erg probleem" te vinden, zolang B-H-V niet gesplitst is, "want het nieuwe parlement kan de uitslag van die verkiezingen perféct geldig verklaren, waardoor ze dus een wettige erkenning krijgen".
Oh ja?
En welke usurpator gaat er voor het kiesarrondissement B-H-V dan zijn eigen ongrondwettelijke verkiezing goedkeuren? Zo werkt dat dus niet, hé!
Zullen al die àndere verkozenen van de overige arrondissementen daarmee dan ook maar stommelings akkoord gaan, dat er potentiële stemmen voor hùn partij verloren zijn gegaan aan kandidaten die in het specifieke arrondissement B-H-V eigenlijk niet hadden mogen opkomen?
De partij, van wie de ultieme zetel door het systeem van apparentering verloren gaat, zou wel goed gek zijn!
Het is zonneklaar dat er bij de stemming over de geldigheid van de verkiezingen absoluut geen kwestie kan zijn van een parlementaire meerderheid en zelfs niet van een tweederde meerderheid, maar van een 100% akkoord van iedereen.(1)
Mij lijkt zoiets alvast kort en goed ONMOGELIJK. Want van het ogenblik dat er één verkozene de verkiezingen niet uitdrukkelijk geldig verklaart, zijn ze dat niet.(2)
Trouwens, waarom zouden de verkozenen van die éne bepaalde partij door de uitslag van de ongrondwettelijke verkiezing goed te keuren, het voortbestaan van België verder gedogen - op het moment dat het juist van hén afhangt?
[Ik merk op voor de geachte lezer van dit commentaar dat er geen "regering" zal zijn, of geen "in raad verenigde ministers" die een en ander zouden kunnen naar zich toe trekken en forceren, kunstgrepen die vroeger wel eens werden gehanteerd toen de koning in de onmogelijkheid werd bevonden om te regeren.]
Ter verdere overweging:
Nu is het de omschrijving van een kiesarrondissement dat niet conform is. Vervelend, maar "geen probleem, hoor, want het nieuw verkozen parlement keurt de uitslag wel goed..."
Wat is dat voor een perfied systeem? Wat gaat het volgende keer zijn? Dan mag er een partij misschien niet meer meedoen aan de verkiezingen (bijvoorbeeld degene die zo moeilijk deed en de vorige verkiezingen niet goedkeurde). Vervelend, maar allemaal "geen probleem, hoor, want het nieuw verkozen parlement keurt de uitslag van de nieuwe verkiezingen achteraf wel goed..."
Een mens zou zich nog gaan afvragen waar we een grondwet voor nodig hebben.
(1) Degenen die denken dat een parlementaire meerderheid voldoende zou zijn: al eens nagedacht wat er gebeurt als die er niet is? Of als die er niet is in elke taalgroep?
(2) Afgezien van het feit dat alle kandidaten, dus ook de niet-verkozenen, eigenlijk evenveel recht van spreken (en recht van stemmen over de geldigheid) zullen hebben, maar ik wil het niet onmogelijker maken dan het al is.