Minaretten? Bajonetten!

De minaret heeft als functie dat de muezzin er luidkeels de azan doet, de oproep tot het gebed. Tijdens de veldtochten van Mohammed en zijn opvolgers gold als regel dat bij de inname van een stad eerst geluisterd werd of er zo’n publieke oproep gegeven werd. Was dat niet het geval, dan werd de stad zonder scrupules gebrandschat. De minaret heeft dus een bij uitstek politieke functie en een signaalfunctie in de islamitische veroveringsstrategie. Dat is met zoveel woorden nog bevestigd door de huidige Turkse premier Recep Tayyip Erdogan: “De minaretten zijn onze bajonetten.” Dat is een radicaal verschil met kerktorens of pagoden.

Een duidelijke meerderheid van de Zwitserse kiezers heeft daarom gemeend per referendum een verbod op de verdere bouw van minaretten te moeten uitvaardigen. Een verbod op religieuze bajonetten eigenlijk, dat ook kan gelden als andere religies dat soort symbool zouden installeren. Daarmee hebben de Zwitsers een neus gezet naar al hun voogden: de bankwereld, de Kerk, de politieke partijen, de media. Behalve het feminisme, dat in de persoon van Julia Onken het verbod steunde, hadden alle geledingen van het Systeem opgeroepen om tegen te stemmen. Wegens hun loyauteit aan andere belangen dan die van het volk, hebben de elite-instanties het kiezerskorps met banvloeken en dreigementen onder druk gezet om de moslimwereld vooral niet te ontstemmen. Maar in de discretie van het stemhokje heeft de kiezer zijn voogden en de opiniepeilers in het ongelijk gesteld. Het volk dat zich ontvoogdt en zelfstandig beslissingen neemt (tot en met, in dit geval, een amendement bij de grondwet), dat is inderdaad een overwinning van de democratie.

In hun ontstemdheid laten talloze antidemocratische politici en commentatoren bij deze gelegenheid het achterste van hun despotische tong zien. Her en der horen we de voorspelbare waarschuwingen tegen de directe democratie en tegen de domheid en slechtheid van het gewone volk. Maandagochtend had VRT Radio 1 het zelfs over een “cordon sanitaire tegen het referendum”. Het klonk ironisch, maar voor de politieke klasse is het grimmige ernst. Het CGKR, dat op vele punten het licht van de zon pleegt te loochenen, kwam onmiddellijk het bij uitstek democratische karakter van het referendum ontkennen. Volgens het Centrum houdt democratie namelijk niet in dat de meerderheid beslist, wel “gelijke rechten voor minderheden”. Volgens die CGKR-definitie is de islam dus intrinsiek antidemocratisch, want in geen enkel moslimland genieten de niet-moslims zonder meer gelijke rechten.

Wat de grond van de zaak betreft: nee, democratie heeft niets met de rechten van minderheden te maken. Om te beginnen impliceert zij één rechtsgemeenschap, en erkent zij geen categorie “minderheden”, alleen burgers en leden van de ene rechtsgemeenschap. Ten tweede is democratie slechts een beslissingsprocedure, die niet per definitie iets zegt over de inhoud van de te nemen beslissingen. Een beslissing die delen van de samenleving benadeelt of onrechtvaardig bejegent, kan zeer wel democratisch zijn. Zo is het dagelijkse praktijk in democratieën dat een meerderheid de minderheid plundert door herverdelende belastingen te stemmen. Dat feit wordt ondermeer door Hans-Hermann Hoppe als argument tegen de democratie gebruikt.

Socrates was op zijn eentje een levensbeschouwelijke minderheid, maar toen de Atheners besloten om hem uit de weg te ruimen, was dat niet ondemocratisch. Integendeel, de democratische terechtstelling van Socrates geldt sinds Plato als argument bij uitstek tégen de democratie. Ik ben voorstander van de democratie als beslissingsprocedure, maar ik haal het niet in mijn hoofd om alle deugden op de democratie te projecteren. Van de moderne waarden is alleen de vrije meningsuiting wezenlijk verbonden met de democratie: zonder haar geen besluitvormingsproces dat de naam “democratisch” waardig is. Maar verdraagzaamheid, sociale zekerheid, vrouwenquota, multicultuur enz., het zijn misschien verdedigbare zaken maar met democratie hebben ze niets te maken. Het zijn juist antidemocratische instanties als het CGKR die elke waarde die zij hopen te promoten, aan de leuze “democratie” ophangen. En al wat hen niet bevalt, noemen ze “ondemocratisch”, zelfs een democratische volksbesluit dat toevallig tegen hun eigen agenda ingaat. Zij gaan zeer slordig met het begrip “democratie” om, juist omdat ze de democratie totaal niet ernstig nemen.

Echte verdedigers van de democratie houden zich er verre van, haar te verabsoluteren en idealiseren. Het is in die zin dat Winston Churchill, die nogal wat meer verdiensten in de strijd tegen het fascisme had dan de “antifascisten” van vandaag, de democratie “een slecht systeem” noemde, zij het dan wel “het beste dat we hebben”.

Goed, er is dus niets ondemocratisch aan het Zwitserse referendumbesluit tot verbod op minarettenbouw. Maar is het ook een wijs besluit? In weerwil van allerlei schreeuwerige aantijgingen schendt het de godsdienstvrijheid niet. Het laat de moskeeën en het islamonderricht ongemoeid, en raakt met geen vinger aan de rituele slachtingen. Het stelt geen enkel probleem vanuit het standpunt van de rechtsorde. Maar dan dringt zich de vraag op: maakt dit enig verschil in de weerstand tegen de islamisering?

In geval van geslaagde islamisering door demografische Unterwanderung zal men lachen met de domme Europeanen die ooit dachten dat ze de islam konden tegenhouden met zo’n speldprikje symboolpolitiek. Als slotmuur voor fort Europa is dit amendement bij de Zwitserse grondwet volledig verwaarloosbaar. De islamisering van Europa tegenhouden vergt ofwel de algehele verwijdering van de gelovige moslims, ofwel de de-islamisering van de moslims, hun bevrijding uit hun mentale gevangenis. Het eerste is een wat ouderwetse maatregel gebaseerd op een territorialiteitsbegrip van vóór de globalisering. Het tweede is echter bij uitstek modern, want nooit eerder waren de middelen om de harten en geesten te bereiken en te beïnvloeden zo doeltreffend en grootschalig.

In dat proces heeft het Zwitserse referendum een bescheiden signaalfunctie. Op zich zal het geen enkele impact hebben op de islamisering, maar het stelt de wereld, moslim en niet-moslim, ervan op de hoogte dat Europa waakzaam is jegens de ambities van de islam. Met name kan het moed geven aan anderen in Europa (en andere door de islam belegerde delen van de wereld, zoals India) die de beschaving willen hooghouden. Het zal ook woede opwekken bij de vijanden van de Europese bevolking en beschaving, maar hen hoeven wij niet tevreden te stellen.

 

Slotzin

Ik heb de schitterende slotzin vijfmaal opnieuw gelezen, puur voor het genot.

zwakke opening

Losstaand van de hele islamiseringsdiscussie en de problemen met haatpraat in de Europese moskeeen, vind ik dat bajonettenverhaal behoorlijk zwak. Geen enkele van de 4 minaretten in Zwitserland heeft een adhan en er is nooit discussie geweest of dat wettelijk afgedwongen zou moeten worden. "Religieus lawaai" is een gekende schemerzone en moeilijke wettelijke discussie, er zijn gevallen van rechtszaken tegen het volume van kerkklokken, of denk maar aan de hetze rond Afrikaanse Pinksterkerken met elektronisch versterkte muziek een aantal jaar terug.

En er is geen enkele aanwijzing dat de verplichte afwezigheid van die "signaalfunctie in de veroveringsstrijd" zoals dhr Elst het omschrijft op een of andere manier een relevant probleem was voor de Zwitserse moslimgemeenschappen. Blijkbaar gaat het hen daar niet over.

"Welke God heeft de langste" is doorheen de hele wereld een rode draad voor architecturale uitdrkkingen van de geloofscultus. Waar de meeste nieuwe religieuze gemeenschappen in Europa meestal genoegen nemen met 2 of 3 zichtbare pronkstukken (denk maar aan de gigantische jaintempel achter de Colruyt in Wilrijk bij Antwerpen, of de vele Gurudwaras, je kan die moeilijk bescheiden noemen in het straatbeeld of deel van de oorspronkelijke culturele context) heeft de islam inderdaad last van expansiezucht, natuurlijk mede door de intensiteit van de geloofsbeleving (meerdere gebeden per dag, aanbevolen in groep) en de groeiende gemeenschappen.

Algemeen kan het niet kwaad de praktische implicaties van dit soort ambities stedebouwkundig af te remmen. Maar ik vind de stijl en de ideologische motivatie waarmee dit gebeurde in dit geval zwaar overtrokken. Het had over de praktische wettelijke aspecten moeten gaan, bouwvergunning, stedelijke regelgeving enz.

De ene quote van Tayyip Erdogan, zoals steeds in een bepaalde context gemaakt, legitimeert bij deze weer een knap staalje essentialisering en vereeuwiging van "de" islam. Natuurlijk vind je gekken die dat bijstaan. Maar de praxis in Zwitserland, met name de demografische samenstelling van de islam daar, toonde nog enige hoop op gematigdheid door o.a. de relatief lage Arabische invloed. De aggressieve benadering van de gemeenschap als geheel toont dat deze maatregel op scheve ideologische gronden is doorgevoerd. De uitleg van dhr Elst bevestigd dit. Teleurstellende analyse.   

Zeer mooie term!

De de-islamisering van de hier aanwezige moslims.

Zoiets als de denazificatie.

Maar die hadden daar aan voorafgaand dan eerst de oorlog moeten verliezen. Want op vrijwillige basis zal dat ook niet gaan, vrees ik.

Wanneer na de nieuwe VE-dag de de-islamisering het slaagpercentage van de denazificatie benadert, kan ik mij monkelend al voorstellen dat over een jaar of 60-70 de bejaarde Mohammeds en Moestafa's en Rachids met internationale aanhoudingsbevelen worden opgepakt en alsnog voor het gerecht moeten verschijnen (in een rolwagen terwijl zij nauwelijks nog beseffen wat er gebeurt), omdat zij ervan verdacht worden op jeugdige leeftijd als moslimfundamentalist het leven van niet-moslims minderwaardig geacht te hebben en daar ook dienovereenkomstig naar handelden.

Uw term geeft voor mij prima weer dat de toestand weliswaar heel ernstig is, maar blijkbaar niet geheel hopeloos.